NEDERLANDS nl
29
Gebruik verlengsnoeren voor gebruik
buitenshuis. Gebrui k in de open lu cht alleen
hiervoor toegelaten en overeenkomstig
gekenmerkte verlengsnoeren.
Voorkom het per ongeluk s tarten. Controleer of
de aan-/uit-schakelaar is uitgeschakeld wanneer
de stekker i n het stopcontact wordt gestoken.
8.4 Speciaal voor accumach ines
Voorkom het per ongeluk starten. Ve rzeker u
ervan dat de schakelaar bij het inste ken van het
accupack uitgeschakeld is.
Accupack
Het accup ack (34) voor g ebruik opladen.
Laad het ac cupack bij vermogens verlies weer op.
De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 10°C
en 30°C.
Li-Ion-accupac ks „Li-Power“ heb ben een
capaciteits- en signaal indicatie (3 3):
-D r u k o p t o e t s (32) en de laadtoestand wordt
door de LED-verlichting aangegeven.
- Wanneer een LED-lampje knip pert, is het
accupack bijna leeg en moet worden opgeladen.
Accupack verwijderen, plaatsen
Uitnemen:
De knop voor de accupack-
ontgrendelin g (31) indruk ken en accupa ck (34)
naar achteren
eruit tr ekken.
Inbrengen :
accupack (34) erop schuiven tot deze
inklikt.
Controleer voor de werkzaamheden of de
veiligheidsvoorz ieningen feilloos functioneren.
Let steeds op een juiste houding en plaats
tijdens het zagen:
– neem plaats aan de voorkant;
– tegen over het zaagblad;
– van het opstuivende zaagsel.
Gevaar!
Fixeer het werkst uk indien mog elijk met de
werkstukspan inrichting (15) .
Klemgevaar!
Pak tijdens het kantelen of zwenken van de
zaagkop niet in het scharnierbereik of onder het
apparaat!
Houd tijdens het kantelen de zaag kop vast.
Gebruik tijden s de werkzaamhede n:
– Werk stuksteunen – bij lange werkstukken, di e
na het afzagen van de tafel zouden vallen;
– Spaanzak of sp aanafzuiginstallati e.
Zaag alleen werkstukken die groot genoeg zijn,
zodat ze bij het zagen veilig vastgeklemd
kunnen worden.
Druk het werkstuk tijdens het zagen steeds op
de tafel en plaats het nooit op zijn kant . Probeer
het zaagblad ook niet af te remmen door middel
van zijdel ingse dru k. Er bes taat een r isico op
ongevallen als het zaagblad geblokkeerd wordt.
9.1 Rechte zaagsnedes
Uitga ngsposi tie:
– Transportvergrendeling (25) eruit getrokken.
– Zaagkop naar boven gezwenkt.
– Zaagdieptebegrenzing (52) uitgeschak eld.
– Draaitafel staat in 0° -positie, vergrendelg reep
(11) voor draaitafel is vastgetrokken.
– Hoek van de kantelarm tot de verticale posi tie
bedraagt 0° , vergrendel ingshendel (23) voor
het instellen van de hoek is vas tgetrokken.
– Trekbank helemaal naar achteren.
–B o r g s c h r o e f (13) van de trekbank is los.
Werkstuk zagen:
1. Werkstuk tegen de aanslag drukken en met de
werkstukspan inrichting (15) vastklemmen.
2. Bij bredere werkstukken: Za agkop naar voren
(naar de bediener) trekken (trekbank).
3. Veilig heidsvergren deling (27) activeren en
aan-/ uit-schakelaar (28) drukken en ingedrukt
houden.
4. Zaagkop aan de handgreep langzaam
helemaal naar beneden laten zakken en indien
nodig naar achteren (weg van de bediener)
schuiven. Tijdens he t zagen de zaagkop
slechts zo stevig op het werkstuk drukken, dat
het motortoerental niet te sterk daalt.
5. Werkstuk in één keer doorzagen.
6. Aan-/ uit-scha kelaar (28) loslaten en zaagkop
langzaam in de bovenste uitgangspositie terug
laten zwenken.
9.2 Versteksnede
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling (25) eruit getrokken.
– Zaagkop naar boven gezw enkt.
– Zaagdieptebegrenzing (52) uitgeschakeld.
– Hoek van de kant elarm ten opzicht e van de
verticale positie b edraagt 0°,
vergrendelingshe ndel (23) voor het instellen
van de hoek is vastgetrokken.
– Trekbank helemaal naar achteren.
– Borgschroef (13) van de trekbank is los.
Werkstuk zagen:
1. Vergrendelgreep (11) van de draaitafel
losdraaien en de pal (12) losdra aien.
2. Gewenste hoek in stellen.
3. Vergrendelgreep (11) van de draaitafel
vastdraaien.
4. Werkstuk zagen, zoals beschreven bij "Rechte
zaagsnedes".
9.3 Schuine zaa gsnedes
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling (25) eruit getrokken.
– Zaagkop naar boven gezw enkt.
– Zaagdieptebegrenzing (52) uitgeschakeld.
– Draaitafel staat in 0° -positie, vergrendelgreep
(11) voor draaitafel is vastgetrokken.
– Trekbank helemaal naar achteren.
– Borgschroef (13) van de trekbank is los.
Werkstuk zagen:
1. Vergrendelhendel (23) voor he t instellen van
de hoek aan de achterkant van de zaag los
maken.
2. Kantelarm langzaa m in de gewenste positie
kantelen.
3. Vergrendelhendel (23) voor he t instellen van
de hoek vasttrekken.
4. Werkstuk zagen, zoals beschreven bij "Rechte
zaagsnedes".
9.4 Dubbele versteksnedes
Aanwijzing:
De dubbele versteksn ede is een combinatie uit
een versteksnede en een schuine snede. Dat
betekent, het werkst uk wordt schuin in richtin g
van de achterste aanl eunrand en schuin naar de
bovenkant gezaagd.
Gevaar!
Bij de dubbele versteksnede is het zaagblad
vanwege de vergrootte hoek makke lijker
toegankelijk – hierdoor bestaat een ver hoogd
letselrisico . Houd steeds voldoende afstand tot
het zaagblad!
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling (25) eruit getrokken.
– Zaagkop naar boven gezw enkt.
– Zaagdieptebegrenzing (52) uitgeschakeld.
– Draaitafel in gewenste positie vergrendeld.
– Kantelarm in gewenste hoek ten opzichte van
het werkstukoppervla k gekanteld en
vergrendeld.
– Borgschroef (13) van de trekbank is los.
– Trekbank helemaal naar achteren.
Werkstuk zagen:
Werkstuk za gen, zoals beschr even bij "Rechte
zaagsnedes".
9.5 Groeven zagen
Aanwijzing:
De zaagdieptebegrenzing maakt samen met de
trekbank het maken van groeven mo gelijk. Hierbij
wordt geen deelsnede gemaakt, maar wordt het
werkstuk slecht s tot op een bepaalde diepte
ingesneden.
Gevaar op terugslag!
Bij het maken van groeven is het bij zonder
belangrijk, dat er geen zi jdelingse druk op het
zaagblad wordt uitgeoefend. De zaagkop kan
anders plo tseling omhoog slaan! Gebruik voor het
maken van groeven een spani nrichting. Vermijd
een zijdelingse druk op de za agkop.
Uitgangspositie:
– Transportverg rendeling (25) eruit getrokken.
– Zaagkop naar boven gezw enkt.
– Kantelarm in gewenste hoek ten opzichte van
het werkstukop pervlak gekanteld en
vergrendeld.
– Draaitafel in gewenste positie vergrendeld.
– Borgschroef (13) van de trekban k is los.
– Trekbank helemaal naar achteren.
Werkstuk zagen:
1. Zaagdieptebegrenzing (51) instellen op de
gewenste zaagdiepte en met de contramo er
fixeren.
2. Veiligheidsvergrendelin g (27) losmaken en
zaagkop naar beneden zwe nken om de
ingestelde zaagdiepte te controleren:
3. Proefsnede maken.
4. Indien nodig stap 1 en 3 herhalen totdat de
gewenste zaagdiepte is ingesteld.
5. Werkstuk zagen, zoals beschreven bij "Rechte
zaagsnede s".
Gevaar!
Voor alle onderh ouds- en
reinigingswerkzaam heden dient u de stekker uit
het stopcontact te trekken of het accupack (34)
verwijderen.
– Andere dan de in dit hoofdstuk beschreven
onderhouds- of repar atiewerkzaamheden
mogen uitsluitend do or geschoold pers oneel
worden uitgevoerd.
– Beschadigde onder delen, in het bijzonder
veilighe idsvoorzie ningen, mogen alle en door
originele onderdelen worden vervangen .
Onderdelen die niet gekeurd en vrijgegeven zijn
door de fabrikant kunnen onvoorzienbare
beschadiging en veroorzaken.
– Nadat u klaar bent met de service en/ of
onderhoudsbeurt, moet de goede werking van
alle veiligheidsvo orzieningen als eerste
gecontroleerd worden.
10.1 Zaagblad vervangen
Risico van verb randing!
Onmiddellijk na het zagen kan het zaa gblad erg
heet zijn. Laat een heet zaagblad eerst voldoende
afkoelen. Reinig een heet zaagblad niet met
brandbare vloeistoffen.
Gevaar voor snijwonden bestaat ook
als het zaagblad stil staat!
Tijdens het losdraaien en vastdraaien van de
stelschroef (44) moet de pendel beschermkap
(6) over het zaagblad gezwenk t zijn. Bij het
vervangen van een zaagblad moet u
veiligheidshandschoenen dragen.
1. Stekker uit het stopcontact trekke n of het
accupa ck (34) verwijderen.
2. Zaagkop in de bovenste stand br engen.
3. Zaagblad vergrendelen: De verg rendelknop
indrukken en hierbij het zaagblad met de
andere hand draaien, totdat de
vergrendelknop vastklikt. Ve rgrendelknop
ingedrukt houden.
9. Bediening
10. Service en onderhoud