66
x
3.3 In- en uitschakelen van de flitser
• Druk kort op toets
.
De flitser schakelt dan altijd met de het laatst
gebruikte flitsfunctie in.
• Druk, om hem uit te schakelen, toets
tot de
Led-aanduidingen gedoofd zijn.
Voor het controleren van deze functie kan, door lang
(ong. 3 sec.) op de TTL-toets te drukken, een testflits
worden ontstoken.
Als u denkt, dat u de flitser gedurende langere tijd niet
gaat gebruiken, bevelen wij aan om de flitser met de
toets
auit te schakelen en de stroombronnen eruit te
nemen.
3.4 Automatische uitschakeling Standby / Auto – OFF
De flitser is zo ingesteld, dat hij ong. 10 minuten
• na het inschakelen;
• na het ontsteken van een flits;
• na het aantippen van de ontspanknop op de camera;
• na het uitschakelen van het belichtingsmeetsysteem
van de camera . . .
. . . in de standby-functie schakelt in om energie te
besparen en de stroombronnen tegen onbedoeld
ontladen te beschermen.
De aanduiding van flitsparaatheid
dooft.
In de stand-by modus knippert de STATUS-LED
rood.
De het laatst ingestelde flitsfunctie blijft na het auto-
matisch uitschakelen behouden en staat na het inscha-
kelen onmiddellijk weer ter beschikking.
De flitser wordt door het aantippen van de ontspanknop
op de camera weer ingeschakeld (Wake-Up functie).
De flitser schakelt ong. 1 uur na het laatste gebruik
compleet uit (AUTO-OFF).
In de Slaaf-functie
en Videolicht-
functie is de auto-
matische uitschakeling van de flitser niet actief.
Als u de flitser langere tijd niet gaat gebruiken, schakel
hem dan in principe altijd via zijn hoofdschakelaar
Ǽ
uit!
4 LED-aanduidingen op de flitser
4.1 Flitsparaatheids aanduiding
Zodra de flitscondensator is opgeladen licht op de flit-
ser de toets STATUS-LED
groep op en geeft daarmee
aan dat de flitser gereed is om te flitsen (flitsparaat-
heid).
Dat betekent dat voor de eerstvolgende opname flits-
licht kan worden gebruikt. De flitsparaatheid wordt ook
naar de camera overgebracht en zorgt in de zoeker
daarvan voor de betreffende aanduiding.