108
hand worden versteld om bepaalde verlichtingsef-
fecten te bereiken (bijv. een spotlight-effect enz.).
9.1.2 Manual zoomfunctie
Bij camera's die geen gegevens van de brandpunt-
safstand van het objectiefdoorgeven moet de zoom-
stand van de reflector met de hand aan de brand-
puntsafstand van het objectief worden aangepast.
De autozoomfunctie is in die gevallen niet moge-
lijk!
Het instellen
• Toets indrukken, het menu ver-
schijnt.
• Met de toetsen de menuregel
selecteren.
• Toets
° indrukken en het menu openen.
• Met de toetsen de zoomwaarde selecteren.
• Toets
° indrukken en de gekozen instelling
bevestigen.
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
OPT.
ZOOM
De volgende zoomstanden voor de reflector zijn
mogelijk: 24 - 28 - 35 - 50 - 70 - 85 - 105 mm (klein-
beeldformaat).
Tip:
Als u niet altijd de volle energie en reikwijdte van de
flitser nodig heeft, kunt u de reflector ook laten
staan in de in de stand van de aanvangsbrandpunt-
safstand.
Daardoor is gegarandeerd dat het gehele onder-
werp in het beeld altijd volledig uitgelicht wordt.
U bespaart zich dan het steeds moeten aanpassen
aan de brandpuntsafstand van het objectief.
Voorbeeld:
U gebruikt een zoomobjectief met een bereik aan
brandpuntsafstanden van 35 tot 105 mm. In dit
voorbeeld stelt u de stand van de zoomreflector van
de flitser in op 35 mm.