5.8. Geheugen– annulering van alle metingen
Let op!
Alvorens alle in het geheugen opgeslagen gegevens te wissen, dient u er
zeker van te zijn dat u later de metingen niet meer wilt gebruiken.
Om alle opgeslagen meetresultaten te wissen, dient u de MEMORY
(geheugen)-knop ten minste 7 seconden in te drukken, het display zal het
symbool «CL» tonen en 3 korte piepsignalen unnen worden gehoord om het
wissen van de opgeslagen meetresultaten aan te duiden.
Let op:
Indien uw laatst opgeslagen meting in de Modus voor Gemiddelden werd
uitgevoerd, ziet u het « »-symbool binnen ongeveer 3 seconden tijdens
de wisprocedure. (Het display zal nu deze symbolen tonen tijdens de
wisprocedure van alle opgeslagen metingen indien de laatste meting in de
Modus voor Gemiddelden werd uitgevoerd)
6. Printerfuncties
Dit toestel kan worden gebruikt in combinatie met de Microlife diagnostische printer. Het toestel kan
metingen afdrukken die in het geheugen werden opgeslagen door de PRINTER-knop in te drukken. Er zijn 2
soorten formaten beschikbaar. Gelieve ervoor te zorgen dat u het toestel instelt op Gebruiker 1 of Gebruiker
2 op basis van de gegevens die u wilt afdrukken.
6.1. Hoe de laatst opgeslagen meting afdrukken. (Individuele gegevensafdruk)
a) Selecteer het juiste printerobjectief alvorens de PRINTER-knop in te drukken.
b) Sluit de printer aan op de monitor en zet de printer aan (voor details
dient u de gebruikershandleiding van de printer te raadplegen).
c) Druk de PRINTER-knop van de meter een keer in. Het display toont
«Pr1» en de printer zal de laatst opgeslagen meting voor gebruikers
1 of 2 afdrukken naargelang uw selectie.
6.2. Hoe alle in het geheugen opgeslagen metingen
afdrukken (gegevensafdruk met kaart)
a) Selecteer eerst het printerobjectief alvorens de PRINTER-knop in te drukken.
b) Sluit de printer aan op de monitor en zet de printer aan (voor meer
details dient u de gebruikershandleiding van de printer te raadplegen).
c) Druk de PRINTER-knop langer dan ten minste 3 seconden in. Het
display zal «Pr1» gevolgd door «Pr2» weergeven.
d) Laat de knop los, en de printer zal alle opgeslagen metingen met
een overeenkomstige kaart afdrukken.
6.3. De afdruk stopzetten
Indien u de afdruk wilt stopzetten, dient u de PRINTER-knop tijdens het
afdrukproces in te drukken.
LET OP:
Meer details over de printer kunnen worden gevonden in de
gebruikershandleiding van de printer
60