31
10. Reinigen en bewaren
Gebruik een alcoholstokje of een oorstokje dat in alcohol is gedrenkt
(70% isopropyl) om de thermometerhuls en de meetsonde te reinigen.
Let erop dat er geen vloeistof in het binnenste van de thermometer
binnendringt. Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen, verdun-
ningsproducten of benzeen bij het reinigen en dompel de ther-
mometer nooit onder in water of om het even welke andere
vloeistof. Let erop dat u geen krassen maakt op het schermopper-
vlak.
Verwijder de batterijen uit de thermometer als u hem een tijdje niet zal gebruiken. Zo voorkomt u schade
aan de thermometer doordat de batterijen gaan lekken.
9. Foutmeldingen
Scherm / Probleem Betekenis
Gemeten temperatuur te hoog
Gemeten temperatuur te laag
Mogelijke oorzaak en
oplossing
Op het scherm verschijnt een
«H» als de gemeten temperatuur
hoger is dan 100 °C of 212.0 °F.
Op het scherm verschijnt een
«L» als de gemeten tempera-
tuur lager is dan 0 °C of 32.0 °F.
Omgevingstemperatuur te hoog
Omgevingstemperatuur te laag
Fout in de werking
Leeg scherm
Lege batterijstand
Op het scherm verschijnt een
«
H» samen met een «▲» als de
omgevingstemperatuur hoger is
dan 40.0 °C of 104.0 °F
Op het scherm verschijnt een
«L» samen met een «▼»als de
omgevingstemperatuur lager is
dan 16.0 °C of 60.8 °F
Het systeem werkt niet goed.
Gelieve na te gaan of de bat-
terijen correct zijn geplaatst.
Ga ook de polariteit van de bat-
terijen na (<+> en <->).
Als voortdurend het symbool
voor de batterijen wordt
getoond, moet u de batterijen
onmiddellijk vervangen.