A. Display (aanwezig bij cassette- en kanaalunits):
• Operation: “In bedrijf” lamp, deze licht op wanneer uw unit in werking is en
knippert in de standby-modus
• Auto: Deze licht op wanneer uw toestel in de automatische modus werkt.
• Timer: Deze licht op wanneer de timer-functie is ingesteld
• Econ: Deze licht op wanneer de Economic Run of Sleep functie actief is.
• Pre-Def: Deze licht op wanneer de unit automatisch ontdooid en wanneer de
binnenunit opwarmt tijdens verwarmingsmodus
B. Display (wandunit):
• Auto-indicator: Deze licht op, wanneer de unit functioneert in de automatische
modus.
• Timer-indicator: Deze licht op wanneer de timer is ingeschakeld.
• Pre.Def. Indicator: Deze licht op wanneer de unit automatisch ontdooid, en
wanneer u de airco in verwarmingsstand zet.
• Temperatuur Indicator:
• Geeft de ingestelde temperatuur weer. Bij verandering van instelling zal deze
gedurende 20 seconden knipperen.
• Wanneer de airco in ventilatormodus (FAN Mode) draait, zal deze de
ruimtetemperatuur weergeven.
• Wanneer de unit met een bewerking is gestopt, hersteld deze zich naar
fabrieksinstellingen.
• Bij een storing of beveilingsfunctie, zal hier de storings- of beveiligingscode
worden weergegeven.
• In Bedrijfs-indicator: Deze knippert wanneer de unit ingeschakeld wordt en zal
branden wanneer de unit in werking is.
• Toerenindicator: Deze is alleen zichtbaar wanneer de compressor in werking
is, en geeft een relatieve weergave van het toerental weer.
3. Functies Airconditioning
• Koel-funtie: De unit schakelt uit bij de ingestelde temperatuur en schakelt
weer in wanneer de ruimtetemperatuur met ongeveer 1,5°C is gestegen.
• Verwarmingsfunctie: De unit schakelt uit bij de ingestelde temperatuur en
schakelt weer in wanneer de ruimtetemperatuur met ongeveer 1,5°C is
gedaald.
• Automatische stand: De unit kiest automatisch de stand verwarmen of koelen
of ventileren, afhankelijk van de ruimtetemperatuur en de ingestelde
temperatuur.
• Ontvochtigingsmodus: De unit schakelt kort aan en uit, zonder al te ver af te
wijken van de ingestelde temperatuur. De ventilator draait op lage toeren,
zodat wanneer de unit koelt er maximaal ontvochtigd zal worden. Alleen
tijdens koelen zal er ontvochtigd worden. De unit zal dus ook proberen zoveel
mogelijk te koelen, zonder dat dit ten koste gaat van de ruimtetemperatuur.