Het is ook mogelijk een lager zendvermogen te selecteren.
Als u geen contact kunt maken met een station dat u wel probleemloos kunt ontvangen, dan gebruikt dit station
mogelijk CTCSS tonen of DCS codes.
Noodalarm
Houd de OPROEP toets 1 seconde ingedrukt en druk op MON: de radio zal op het noodalarm schakelen.
Druk op de PTT toets om deze functie te deactiveren.
PRC - Prioriteitskanaal
U kunt een prioriteitskanaal instellen voor de Prioriteit SCAN (zie volgende paragraaf).
Tijdens de SCA modus wordt naar het prioriteitskanaal gezocht. U kunt het prioriteitskanaal instellen op één van
de 99 beschikbare kanalen (als u bijvoorbeeld kanaal 9 als prioriteit instelt, verloopt de Scan als volgt: 1 9 2 9 3 9
4 9 5 9 6 9 7 …).
Een prioriteitskanaal selecteren:
Druk op de 1. MENU toets;
Draai de 2. Codeerder knop totdat “PRC” op de display verschijnt;
Druk op 3. ENTER;
Draai de 4. Codeerder knop en selecteer het gewenste prioriteitskanaal;
Bevestig uw selectie met 5. ENTER en druk tweemaal op de SCAN toets om af te sluiten.
SCAN en PRI – Prioriteitscan
De SCAN functie is zeer handig om kanalen te controleren voordat u uitzendt.
Wanneer de radio op ontvangstmodus is ingesteld, zal de Scanfunctie stoppen en het scannen hervatten 5 se-
conden nadat het signaal niet langer aanwezig is. Deze functie is nuttig om te controleren welke kanalen vrij zijn.
Alle kanalen SCAN
Druk op de SCAN toets: de radio zal alle kanalen scannen vanaf het kanaal momenteel in gebruik. Telkens wan-
neer een bepaald signaal wordt waargenomen, zal de radio de Scan voor 5 seconden pauzeren; hierna vervolgt
de Scan tenzij u op PTT of ENTER drukt.
PRI – Prioriteitscan
Druk op de MENU toets. Selecteer “PRI” met de Codeerder Knop. Met de Prioriteitscan kunt u naar het eerder
ingestelde prioriteitskanaal zoeken. Telkens wanneer een bepaald signaal wordt waargenomen, zal de radio de
Scan voor 5 seconden pauzeren; hierna vervolgt de Scan tenzij u op PTT of ENTER drukt.
Scanmodus instellingen
Druk op MENU en draai de Codeerder knop. Op de display zal “SCANS” verschijnen. Druk op ENTER en draai
vervolgens de Codeerder knop om het Scantype te selecteren (TO/CO/SE). Bevestig uw selectie met ENTER en
druk tweemaal op de SCAN toets om af te sluiten.
TO – Tijd-geregelde Scan
Telkens dat een signaal wordt waargenomen, zal de radio de scan 5 seconden pauzeren en daarna de scan
vervolgen, ongeacht of het signaal nog steeds aanwezig is.
CO: Draaggolf-geregelde Scan
Telkens dat een signaal wordt waargenomen, zal de radio de scan stoppen. De scan wordt hervat zodra het
signaal niet langer aanwezig is.
SE: Zoek Scan
Zodra een signaal wordt waargenomen, zal de radio de scan stoppen en de Scanmodus verlaten.
VOX- Het VOX gevoeligheidsniveau instellen
U kunt de G14 voor hands-free gesprekken gebruiken d.m.v. de VOX functie: u hoeft slechts in de richting van de
microfoon te spreken en de communicatie zal automatisch worden geactiveerd.
De VOX gevoeligheid kan op 3 verschillende niveaus worden ingesteld. De VOX functie is standaard gedeactive-
erd.
Ga als volgt te werk om het te activeren:
1. druk op de MENU toets;
2. draai de Codeerder knop totdat ‘VOX’ op de display verschijnt;
3. druk op de ENTER toets;
4. draai de Codeerder knop nogmaals en selecteer het gewenste VOX niveau (1: hoge gevoeligheid 2:
gemiddelde gevoeligheid 3: lage gevoeligheid);
5: bevestig uw selectie met ENTER en druk tweemaal op de SCAN toets om af te sluiten.
Volg de hierboven beschreven stappen of selecteer “Off” om de VOX functie te deactiveren.
POW – Het zendvermogen instellen
G14 heeft 2 selecteerbare zendvermogens:
Het gewenste vermogenniveau selecteren:
1. druk op de MENU toets;
2. draai de Codeerder knop totdat ‘POW’ op de display verschijnt;
3. druk op de ENTER toets;
4. draai de Codeerder knop en selecteer het gewenste vermogenniveau (er zijn 2 beschikbare vermogenniveaus:
‘H’=~500mWERP en ‘L’= ~10mWERP;
5. bevestig uw selectie met ENTER. De display toont “HI” of “LO”, afhankelijk van het door u geselecteerde
vermogen;
6. druk tweemaal op de SCAN toets om af te sluiten.
Als u uw radio gebruikt binnen een kort bereik, dan kunt u het lage vermogen selecteren, waardoor de levensdu-
ur van de batterij wordt verlengd.
Ruisonderdrukking (SQUELCH)
Met de functie Ruisonderdrukking kunt u lawaai onderdrukken op de vrije kanalen.
Het niveau voor de Ruisonderdrukking selecteren:
1. Druk op de MENU toets;
2. Draai de Codeerder knop totdat ‘SQL’ op de display verschijnt;
3. Druk op de ENTER toets;
4. Draai de Codeerder knop en selecteer het gewenste niveau voor de Ruisonderdrukking (er zijn 9 beschikbare
niveaus);
5. Bevestig uw selectie met ENTER en druk tweemaal op de SCAN toets om af te sluiten.
Zorg ervoor niet een extreem hoog onderdrukkingsniveau in te stellen, omdat u in dit geval mogelijk geen
zwakkere signalen zult ontvangen. Echter een extreem laag onderdrukkingsniveau kan de Ruisonderdrukking
activeren zelfs wanneer er geen signalen aanwezig zijn.
De Ruisonderdrukking dient altijd te worden aangepast wanneer er geen signaal aanwezig zijn.