Zet de keuzeknop in de stand voor data-overdracht.
• Het menu voor data-overdracht verschijnt.
CAMERA OP COMPUTER AANSLUITEN
124
DATA-OVERDRACHT
Start de computer.
• De computer moet aan staan voordat u de camera aansluit.
Plaats de CompactFlash kaart in de camera.
• Controleer of de juiste kaart in de camera zit. Wilt u de
CompactFlash kaart verwisselen terwijl de camera op de computer
is aangesloten, kijk dan op blz. 134.
Steek het andere eind van de USB-kabel in de USB-aansluiting van de
computer.
• Let er op dat de stekker stevig vast zit.
• De camera moet rechtstreeks op de USB-aansluiting van de camera zijn
aangesloten. Gebruik van een USB-hub (een meerweg-koppelstuk) kan
ertoe leiden dat er storing optreedt.
Gebruik wanneer u de camera op de computer aansluit volle batterijen.
Het gebruik van een netstroomadapter (apart verkrijgbaar) is overigens te prefereren boven batterij-
voeding.
Gebruikers van Windows 98 en Mac OS 8.6 dienen eerst de tekst te lezen over de computeraanslui-
ting bij hun besturingssystemen (Windows 98 - blz. 126; OS 8.6 - blz. 129).
COMPUTER
1
2
3
4
5
3
4
5
Open het deurtje van de kaartsleuf. Bevestig de kleine stekker van de
USB-kabel op de USB-aansluiting van de camera.
• Let er op dat de stekker stevig vast zit.