75
FLITSBEREIK EN CAMERAGEVOELIGHEID
Flitsbereik (groothoek)ISO-stand
AUTO
100
200
400
800
0,5 m ~ 3,8 m
Flitsbereik (tele)
0,5 m ~ 3,0 m
0,5 m ~ 2,7 m
0,5 m ~ 3,8 m
0,5 m ~ 5,4 m
0,5 m ~ 7,6 m
0,5 m ~ 2,1 m
0,5 m ~ 3,0 m
0,5 m ~ 4,2 m
0,5 m ~ 6,0 m
Voor goede flitsopnamen is het nodig dat het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt. Het flits-
bereik wordt vergroot door de cameragevoeligheid te verhogen. Staat de cameragevoeligheid op auto,
dan wordt bij flitsen automatisch tussen ISO 100 en 200 gekozen.
Het flitsbereik wordt gemeten vanaf de CCD. Als gevolg van het optische systeem is het bereik in tele-
en groothoekstand verschillend.
Met een extra flitser geeft u deze camera veelzijdiger flitsmogelijkheden. Is de camera niet in gebruik,
verwijder dan altijd de externe flitser. Schuif het beschermkapje op de flitsschoen om de contacten te
beschermen.
MINOLTA FLITSER BEVESTIGEN
Verwijder het beschermkapje van de flitsschoen als afge-
beeld. Schuif de flitser op het flitsschoentje van de came-
ra totdat hij niet verder gaat.
De volgende Minolta flitsers zijn compatible met deze camera:
Program Flash 2500(D)
Program Flash 3600HS(D)
Program Flash 5600HS(D)
Macro Ring Flash 1200 met Macro Flash Controller
Macro Twin Flash 2400 met Macro Flash Controller
Systeemaccessoires