PLAATSEN EN VERWIJDEREN VAN EEN GEHEUGENKAART
Er moet een SD (Secure Digital)-geheugenkaart of MultiMediaCard worden geplaatst, anders werkt
de camera niet.
Zet altijd de camera uit en vergewis u ervan dat het oranje signaallampje uit
is alvorens een geheugenkaart te verwisselen; anders zou de geheugen-
kaart beschadigd kunnen raken en de beeldinformatie verloren gaan.
Elke geheugenkaart, ook de bij dezeze camera geleverde, moet voor inge-
bruikname worden geformatteerd (blz. 20).
Open het deurtje van de batterijruimte (1).
Plaats een geheugenkaart. Zorg er daarbij voor dat hij helemaal
in de sleuf wordt gedrukt en laat hem dan los (2). De kaart moet
nu in de sleuf vergrendeld zijn.
Plaats de kaart met het etiket naar de voorzijde van de camera
gericht. Schuif de kaart rechtstandig naar binnen, nooit onder
een hoek. Forceer de kaart niet. Als de kaart niet lijkt te passen,
controleer dan of hij op de juiste wijze is geplaatst.
Om een geheugenkaart te verwijderen drukt u de kaart in de sleuf
naar beneden en laat hem los (3). De kaart kan nu worden uitge-
nomen.
Sluit het deurtje van de batterijruimte en schuif het naar het
midden van de camera tot de vergrendeling vastklikt (4).
15
1
2
3
3
4