31
FLITSSTANDEN
De flitser kan worden gebruikt bij enkelbeeldtransport. Om
de flitsstand te kiezen drukt u op de flitstoets (1) aan de
achterzijde van de camera totdat de gewenste flitsstand op
de monitor wordt getoond. De actieve flitsstand wordt weer-
gegeven in de rechter bovenhoek van de LCD-monitor. De
gekozen flitsstand blijft actief totdat hij wordt gewijzigd. Tij-
dens het opladen van de flitser, kan de sluiter niet worden
ontspannen.
Automatisch flitsen - de flitser ontlaadt automatisch wan-
neer er weinig omgevingslicht is en bij tegenlicht. Wanneer
u de ontspanknop half indrukt, licht het flitssymbool op als
de flitser zal ontladen.
Invulflits - de flitser ontlaadt bij
elke opname, ongeacht de hoe-
veelheid omgevingslicht.
Invulflitsen kunt u
gebruiken om zwa-
re schaduwen bij
direct licht of zon-
neschijn op te hel-
deren.
Automatisch flitsen
met rode-ogen-
reductie
Invulflits
Flitser uit
Automatisch flitsen
Flitser uit - de flitser zal niet ontladen. Gebruik deze flitsstand wanneer flitsen verboden is. U kunt
deze flitsstand ook gebruiken wanneer u een opname bij het aanwezige licht wilt maken of wanneer
het onderwerp zich buiten het flitsbereik bevindt. Het waarschuwingssymbool voor cameratrillingen
kan verschijnen wanneer de flitser is uitgeschakeld (blz. 32).
Automatisch flitsen met rode-ogenreductie - de flitser geeft een aantal voorflitsen van lage inten-
siteit alvorens te ontladen voor de opname om het rode-ogeneffect te verminderen. Dit effect wordt
veroorzaakt door reflecties van het flitslicht in het oog. Te gebruiken in lichtarme omstandigheden bij
het maken van opnamen van mensen of dieren; de voorflitsen doen de pupillen kleiner worden, waar-
door het rode-ogeneffect vermindert.
100
A
1