83
De opnamen
zijn niet
scherp.
Let goed op dat het onderwerp
zich binnen het scherpstelberik
bevindt (blz. 26).
Een van de bijzondere
scherpstelsituaties deed
zich voor, waardoor de
camera niet goed kon
scherpstellen (blz. 29).
Gebruik de scherpstelvergrende-
ling om scherp te stellen op een
ander onderwerp op gelijke af-
stand (blz. 28).
De opnamen
werden binnen
gemaakt of on-
der lichtarme
omstandighe-
den zonder flits.
Lange sluitertijden geven
bewogen opnamen wan-
neer de camera uit de hand
wordt gebruikt.
Gebruik een statief of zet de flit-
ser aan (blz. 31).
Het onderwerp bevond zich buiten het opge-
geven flitsbereik (blz. 32).
Ga dichter naar het onderwerp
toe.
Probleem Symptoom Oorzaak Remedie
Het signaal
scherpstelling
voltooid en/of
het scherpstel-
kader versche-
nen niet toen
de ontspanknop
half werd inge-
drukt.
Flitsopnamen
zijn te donker.
De sluiter ont-
spant niet.
Waarschuwing
‘Card-locked’
verschijnt op de
monitor.
Geheugenkaart is beveiligd.
Hef de beveiliging op m.b.v. het
beveiligingsschuifje (blz. 16).
Het onderwerp was te
dichtbij.
Het onderwerp
staat te veel
naar rechts in
beeld.
De zoeker werd gebruikt om het beeld uit te
kaderen. Parallax is zichtbaar wanneer het
onderwerp dichterbij is dan 1 m in de groot-
hoekstand van het objectief en dichterbij dan
3 m in de telestand.
Gebruik uitsluitend de LCD-moni-
tor wanneer u onderwerpen van
dichtbij fotografeert.