29
Druk op de toets van de digitale onder-
werpsprogramma’s (1) om de instellingen
te laten passeren. Het actieve onder-
werpsprogramma verschijnt bovenin het
live-beeld. Het onderwerpsprogramma
blijft actief totdat er een ander programma
wordt gekozen of de keuzeknop in een
andere stand wordt gezet. Met uitzonde-
ring van macro kunnen digitale onder-
werpsprogramma’s niet in de multifunctio-
nele opnamestand worden gebruikt.
Voor elke opnamesituatie worden de
instellingen van de camera opnieuw geoptimaliseerd. Sommige camera-instellingen kunnen echter
worden beïnvloed. Zo blijft de flitsstand instelbaar (blz. 32), en ook de belichting kan worden aange-
past, met de belichtingscorrectietoets (blz. 52). Onder extreme verlichtingsomstandigheden is het
mogelijk dat een verandering met de belichtingscorrectie niet het gewenste resultaat heeft in de stan-
den portret en nachtportret. De waarschuwing voor cameratrilling (blz. 33) kan verschijnen in de stan-
den macro, landschap, zonsondergang en nachtportret.
Toets digitale onderwerpsprogramma’s
1
Sport/Actie
Landschap
Zonsondergang
Nachtportret
Programma-automatiek
Portret
Marco
Automatische Selectie Digitale Onderwerpsprogramma’s
Kijk op blz. 30 voor
informatie over de
individuele onder-
werpsprogramma’s.
