119
Werkt de camera niet naar behoren, schakel hem dan uit, verwijder en herplaats de batterijen of ver-
breek en herstel de netstroomverbinding. Schakel de camera altijd uit met het instelwiel (hoofdscha-
kelaar), anders kan de geheugenkaart beschadigd raken en worden de camera-instellingen op
de standaard instellingen teruggezet.
Bij langdurig gebruik stijgt de temperatuur van de camera. Houd daar rekening mee wanneer u de
camera, de batterijen of de geheugenkaart vastpakt.
Sluitertijd/diafragma-com-
binatie geeft extreme
onder- of overbelichting
van het live-beeld.
Verander de sluitertijd- en/of
diafragma-instelling totdat er
een beeld op de monitor ver-
schijnt (blz. 53).
Opname-
informatie
verschijnt,
maar het live-
beeld is
geheel wit of
zwart.
Camera is
ingesteld op
handinstelling
van de belich-
ting (M).
Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing
Gebruikt u Ni-MH batterijen, maak dan beide batterijcontacten schoon met een droge doek om vuil of
aanslag weg te vegen. Vanwege z’n geavanceerde computersysteem houdt de camera het batterij-
niveau scherp in de gaten. Zijn de batterijcontacten vuil, dan is het mogelijk dat de camera een onte-
rechte batterijwaarschuwing geeft. Zijn de batterijprestaties ongebruikelijk slecht, poets dan de batte-
rijcontacten schoon met een schone, droge doek.
De prestaties van Ni-MH batterijen nemen af wanneer ze regelmatig worden opgeladen als ze nog
niet volledig ontladen zijn. Maak Ni-MH batterijen bij voorkeur helemaal leeg voordat u ze oplaadt.
Over Ni-MH batterijen