38
A
UTOMATISCHE OPNAMESTAND - GEAVANCEERD
De transportstand bepaalt hoe uw foto’s worden gemaakt en opgeslagen. De transportstand stelt u in
door te drukken op de toets voor de transportstand (1) op de achterzijde van de camera totdat de
gewenste stand te zien is.
Enkelbeeldtransport - elke keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt
wordt er een opname gemaakt (blz. 26).
Continutransport - er worden opnamen gemaakt zolang de ontspanknop
ingedrukt wordt gehouden.
Zelfontspanner - ontspant de sluiter met vertraging. Te gebruiken om zelf
op de foto te komen.
Bracketing - voor het maken van drie opnamen achtereen, elk met een ver-
schillende belichtingsinstelling.
Voor de duidelijkheid zijn hier alle symbolen afgebeeld.
Enkelbeeld- en continu transport bezetten dezelfde positie
op het datascherm. Alle transportstand-symbolen verschij-
nen in de rechter benedenhoek van de lcd-monitor.
Transportstanden
In de automatisch opnamestand wordt elke keer dat de keuzeknop in een andere stand wordt gezet
de transportstand teruggezet op enkelbeeld. In de multifunctionele opnamestand zal de transport-
stand gelijk blijven totdat hij in het menu wordt veranderd of de camera in de standaardinstelling
wordt teruggezet.
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND - GEAVANCEERD
1
Data-
scherm
Afstandsbediening - om de sluiter te ontspannen met de als extra lever-
bare IR afstandsbeddiening RC-3. Te gebruiken voor zelfportretten.