127
Lees dit hoofdstuk in z’n geheel door, zodat u uw camera optimaal zult kunnen gebruiken. Bij een juist
gebruik zult u lang plezier van uw camera hebben.
Onderhoud
•Stel de camera niet bloot aan slagen of schokken.
•Zet de camera tijdens transport uit.
• Deze camera is niet water- of spatwaterdicht. Met natte handen plaatsen/verwijderen van de batte-
rijen of de geheugenkaart of met natte handen bedienen van de camera kan tot schade leiden.
•Denk er aan het water en op het strand aan dat u de camera niet aan water en zand blootstelt.
Water, zand, stof of zout kan de camera beschadigen.
• Laat de camera niet lang in de zon liggen. Richt het objectief niet rechtstreeks naar de zon; de CCD
kan erdoor beschadigd raken.
Reinigen
• Is de camera vuil, veeg hem dan zachtjes schoon met een zachte, schone en droge doek. Blaas
eerst eerst de losse deeltjes (zand) weg, anders kan vegen of poetsen tot krassen leiden.
•Wilt u het oppervlak van het objectief schoonmaken, blaas dan eerst stof of zand weg; veeg dan het
objectief voorzichtig schoon met een reinigingsdoek of tissue voor lenzen. Gebruik indien nodig
lensreinigingsvloeistof.
•Gebruik nooit organische oplossingen voor het reinigen van de camera.
•Raak het lensoppervlak nooit met uw vingers aan.
Opslag
• Bewaar de camera op een koele, droge, goed geventileerde plaats, uit de buurt van stof en chemi-
caliën. Gaat u de camera lange tijd niet gebruiken, bewaar hem dan in een luchtdichte doos met sili-
cagel droogmiddel.
•Verwijder de batterijen en de geheugenkaart uit de camera wanneer u de camera langere tijd niet
gaat gebruiken.
•Bewaar de camera niet in een ruimte waar naftaleen of mottenballen worden gebruikt.
• Tijdens lange opslag is het goed de camera af en toe eens te laten werken. Gaat u hem na langdu-
rige opslag weer gebruiken, controleer dan eerst of alles goed functioneert.
Onderhoud en opslag