81
Bestanden en mappen op de geheugenkaart kunnen via de computer worden gewist. Verander de
naam van een bestand op de kaart niet via de computer; voeg ook geen datum aan een bestand op
de kaart toe via de computer. Formatteer de kaart nooit vanuit de computer, doe dat altijd met de
camera (blz. 58, 70).
Het nummer in een beeldbestandsnaam correspondeert soms niet met het opnamenummer van het
beeld op de camera. Wanneer beelden met de camera worden gewist, dan past de opnameteller zich
automatisch aan om het aantal beelden op de geheugenkaart weer te geven en de opnamenummers
dienovereenkomstig aan te passen. De bestandsnummers veranderen niet wanneer een beeld wordt
gewist. Wordt er een nieuw beeld opgenomen, dan krijgt het een nummer dat 1 hoger is dan het
hoogste nummer in de map.
Zou het bestandsnummer hoger uitkomen dan 9999, dan wordt er een nieuwe map gecreëerd, met
een nummer dat 1 hoger is dan het hoogste mapnummer op de geheugenkaart, bijvoorbeeld van
100MLT15 naar 101MLT15. Wordt er voor een printopdracht een DPOF- bestand aangemaakt (blz.
64), dan wordt er voor dat bestand automatisch een misc. map aangemaakt.
Beeldbestanden bevatten exif tag data. Daarin zijn onder meer de datum en de tijd van de
opname vervat, alsook de camera-instellingen die werden gebruikt. Deze informatie kan met de
camera worden bekeken, maar ook met de DiMAGE Viewer software.
Wordt een beeld geopend in een beeldbewerkingsprogramma dat geen exif tag data onder-
steunt, en wordt het beeld vervolgens opnieuw over het originele bestand heen opgeslagen,
dan gaat de exif tag informatie verloren. Gebruikt u andere software dan de DiMAGE Viewer,
sla het beeld dan altijd onder een andere naam op om de exif tag data te behouden.
CAMERA-INFO