Is de camera eenmaal aangesloten op de computer, dan kunt u
beeldbestanden openen door er simpelweg dubbel op te klikken.
Mappen met beeldbestanden vindt u in de map DCIM. De map Misc.
bevat DPOF printbestanden (blz. 82).
Bestanden en mappen op de geheugenkaart kunt u via de computer
wissen. Bestanden en mappen in het interne geheugen kunt u niet
via de computer wissen. Formatteer de geheugenkaart of het interne
geheugen nooit vanuit de computer; formatteer altijd met de came-
ra. U dient alleen bestanden die met de camera werden opgenomen
op de geheugenkaart of in het interne geheugen op te slaan.
Werken met mappen
Drive-icoon
Dcim
PICT0001.JPG PICT0002.MOV
Foto
Filmclip
Misc
100KM027 10150325 102KM_CP 103KM_EM
Van links naar rechts: standaard map,
datummap, kopieënmap, e-mail-kopie-
enmap.
Kopie-beelden (blz. 76) worden geplaatst in een map met
een naam die eindigt met “CP.” E-mail-kopie-beelden
worden geplaatst in een map waarvan de naam eindigt
met “EM.” Wordt er een nieuwe map aangemaakt, dan zal
het getal van de eerste drie tekens 1 hoger zijn dan het
hoogste mapnummer op de kaart of in het interne geheu-
gen. Komt het indexnummer in de bestandsnaam boven
9999, dan wordt er een nieuwe map aangemaakt met een
nummer dan 1 hoger is dan het hoogste mapnummer op
de geheugenkaart of in het interne geheugen: bijv. van
100KM027 naar 101KM027.
Namen van beeldbestanden beginnen
met “PICT” gevolgd door een viercijfe-
rig nummer en een .jpg of .mov exten-
sie. U kunt beelden naar een bepaalde
locatie op de computer toe kopiëren
door ze te slepen.
102
O
VERSPEELSTAND
Het nummer in de naam van het beeldbestand zal soms niet overeenstemmen met het nummer van
het beeldbestand zelf. Worden beelden in de camera gewist, dat zal de opnameteller zich aanpassen
om het aantal opnamen in de map aan te geven en zal de nummering voor nieuwe opnamen zzich
daaraan aanpassen. De serienummers die worden gebruikt voor de beeldbestanden veranderen niet
wanneer een beeldbestand wordt gewist. Wordt er een nieuw beeld opgenomen, dan krijgt het een
nummer dat 1 hoger is dan het hoogste indexnummer in de map. Bestandsserienummers kunt u rege-
len met de instelling voor het geheugen voor de bestandsnummering (file number memory) in sectie
2 van het setup-menu (blz. 91).
Beeldbestanden bevatten Exif tag gegevens, zoals tijdstip en datum van de opname, plus de voor de
opname gebruikte instellingen. U kunt deze informatie via de camera bekijken, maar ook met de
DiMAGE Viewer software.
Wordt een beeld van de camera geopend in een beeldbewerkingsprogramma dat Exif tags niet onder-
steunt en wordt het beeld vervolgens opnieuw opgeslagen door de oorspronkelijke beeldinformatie te
overschrijven, dan wordt de Exif tag informatie gewist. Bepaalde Exif compatible programma’s her-
schrijven de Exif data, waardoor ze niet door de DiMAGE Viewer kunnen worden gelezen. Gebruikt u
andere software dan de DiMAGE Viewer, maak dan eerst backups van de beeldbestanden om de Exif
tag informatie te kunnen behouden.
Om de beelden correct op uw computermonitor te zien dient u mogelijk de kleurruimte-instelling van
de monitor aan te passen. Kijk in de gebruiksaanwijzing van de monitor hoe u de weergave op de vol-
gende eisen moet afstemmen: sRGB, met een kleurtemperatuur van 6500K en een gamma van 2.2.
Veranderingen aan het opgenomen beeld met de contrastinstelling van de camera werken door in elke
gebruikte kleurafstemmingssoftware.
Automatische spaarschakeling (overspeelstand)
Krijgt de camera wanneer hij is aangesloten op een computer of een printer niet binnen tien minuten
een lees- of schrijfopdracht, dan schakelt hij zich uit om stroom te sparen. Schakelt de camera zich-
zelf uit, dan kan een waarschuwing voor een incorrecte afsluiting op de computer-monitor verschij-
nen. Klik op “OK”. Camera en computer ondervinden hier geen schade van. Zet de camera uit met de
hoofdschakelaar. Herstel de USB-verbinding door de camera weer in te schakelen.
103