Het toestel aan- en uitzetten
- druk op –powerknop- om uw camera in te schakelen
- druk terug op deze knop om
het uit te schakelen.
De batterij plaatsen:
- schakel de camera uit. - Open het batterijvak
De polariteit (+) en (-) van de batterijen niet verwisselen. De batterijen
plaatsen met depolariteiten zoals aangegeven Sluit de batterijvak de
volgende symbolen die op het LCD display verschijnen duiden de situatie
van de batterij aan: -batterij is vol - batterij is bijna leeg -batterij is bijna
leeg, u moet het opladen
Wanneer de digitale camera voor lange tijd niet zal gebruikt
worden:
De batterijen wegnemen. Wanneer de digitale camera voor een lange
periode zonder batterij blijft, is het mogelijk dat deze niet correct meer kan
starten. Plaats de batterij dus van tijd tot tijd terug in het toestel en zie na
of de digitale camera in orde is.
Wanneer de batterij in het toestel blijft zal er steeds een klein verbruik zijn,
zelfs als de digitale camera afstaat. Wanneer de batterij voor lange tijd in
de digitale camera blijft kan de batterij volledig ontladen raken en aldus de
mogelijkheid op terug op te laden verliezen. De batterij zal op temperatuur
lager dan 0°C en hoger dan 40°C werken. Het is heel normaal dat de
camera opwarmt na lang gebruik. 7 Na lang gebruik is het normaal dat het
toestel en de batterij een beetje opwarmt.