23
FR NL
1.6 Aansluiting op een bakstenen schoorsteen
Metsel een mof voor het rookkanaal in de muur en steek daar het rookkanaal in. De buis
mag niet tot in de schoorsteenopening zelf lopen, maar slechts tot aan de binnenkant van het
schoorsteengat. De verbindingen tussen kachel/rookkanaal en rookkanaal/mof moeten wor-
den afgedicht met behulp van de meegeleverde glastape. Normaal gesproken hoeft u eventu-
ele verbindingsstukken niet af te dichten.
Wij er een overgang van verticaal naar horizontaal aanwezig is, doet u er goed aan die met een
flauwe bocht te monteren om verlies van trek tegen te gaan.
De afmeting van het rookkanaal moet in overeenstemming zijn met de landelijke en
plaatselijke voorschriften. Morsø raadt u echter aan het rookkanaal in 2 mm staalplaat uit te
voeren, aangezien dit de levensduur ervan zal verlengen.
1.7 Aansluiting op een stalen schoorsteen
Indien de installatie met zich meebrengt dat de schoorsteen recht omhoog door het plafond
loopt, moet u de landelijke en plaatselijke voorschriften met betrekking tot de afstand tussen
de schoorsteen en eventuele brandbare plafondmaterialen in acht nemen. De overgang tussen
schoorsteen en rookafvoerkanaal moet worden afgedicht met de meegeleverde glastape. Het
is belangrijk dat de schoorsteen met een daksteun gemonteerd wordt, zodat de kachel niet het
gewicht van de schoorsteen hoeft te dragen. (Raadpleeg de instructies van de schoorsteen-
fabrikant.) Er kunnen scheuren in de bovenplaat van de kachel ontstaan wanneer er een zwaar
gewicht op rust. De bovenplaat valt niet onder de garantie van Morsø indien de schoorsteen
zonder daksteun is geïnstalleerd.
Bij een schoorsteenbrand als gevolg van een onjuiste bediening van de kachel of langdurig ge-
bruik van vochtige brandstof, moet u de luchttoevoer volledig afsluiten en contact opnemen
met de brandweer.
De schoorsteen en het rookkanaal moeten zijn voorzien van reinigingsluiken. Deze luiken
moeten minimaal dezelfde omvang hebben als de opening van de schoorsteen.
De schoorsteen moet toegankelijk zijn voor externe inspectie en het moet mogelijk zijn om de
reinigingsluiken en de schoorsteen te bereiken als de reiniging via de bovenkant plaatsvindt
(bijv. bij stalen schoorstenen).