Nederlands Gebruiksaanwijzing
64
Tankdop (P)
Afbeelding 1
Rijhendel (Q)
0IXST&IWGLE H MK M R K ZE R H I
QEGLMRI
)VQEKEPPI I RZERWRIPLIMHWFIVIMO
[SVHIRZIVER H IV H EPWHIQEGLMRI
WXMPWXEEX
Afbeelding 7
De hendel dient voor het kiezen van
het hoge (H) of lage (L)
snelheidsbereik.
Snel (H):
Vooruit ca. 0–12,9 km/h
Achteruit ca. 0–6,4 km/h
Langzaam (L):
Vooruit ca. 0–6,4 km/h
Achteruit ca. 0–3,2 km/h
Neutrale stand (N):
Transmissie losgekoppeld. Voor het
duwen van de machine terwijl de
motor uitgeschakeld is.
PTO-schakelaar voor
achteruit rijden (R)
Afbeelding 1
Maakt achteruitrijden met
geactiveerde PTO-aandrijving
mogelijk. In de schakelaar brandt
een controlelampje zolang de
functie geactiveerd is.
Inschakelen /
Controlelamp
Aanwijzing
Als de functie geactiveerd is, blijft
deze actief tot de contactsleutel
minstens 20 seconden in stand
/0 staat.
Vastzetrem (S)
Afbeelding 8
Vastzetrem (a) bedienen:
Duw het rempedaal (b) helemaal in
en druk op de schakelaar (a).
Vastzetrem losmaken:
Duw het rempedaa (b)l helemaal in.
De schakelaar komt los.
Pedaal voor
differentieelblokkering (T)
Afbeelding 9
Druk het pedaal in om de
differentieelblokkering in te
schakelen. Er wordt nu kracht op
beide achterwielen overgedragen
(zie het gedeelte Differentieel-
blokkering bedienen).
Extra vastzetrem (U)
Afbeelding 10
Als extra beveiliging naast de
vastzetrem bij het wegzetten van het
voertuig.
a) Rem bedienen:
Hendel naar achteren trekken.
b) Rem losmaken:
Druk de knop in de hendel in en
zet de hendel naar voren.
Schakelaar knipperlicht (V)
Afbeelding 1
Hiermee schakelt u de
richtingaanwijzer aan en uit.
Naar links rijden
Naar rechts rijden
Schakelaar waarschuwings-
knipperlicht (W)
Afbeelding 1
Hiermee schakelt u de
waarschuwingsknipper-
lichtinstallatie aan en uit.
Claxon (X)
Afbeelding 1
Veroorzaakt een
akoestisch
waarschuwings-
signaal.
Dashboard (Y)
Afbeelding 11
Tankindicatie (1)
Geeft bij ingeschakelde ontsteking
het brandstofpeil in de tank aan.
wijzer rechts = tank vol
Controlelamp gloeibougie (2)
Brandt als de ontsteking
ingeschakeld is en gaat uit als de
gloeibougie de voor de motorstart
benodigde temperatuur heeft
bereikt (zie "Motor starten").
Combinatie-indicatie (3–7)
De combinatie-indicatie kan
afhankelijk van de uitvoering uit de
volgende elementen bestaan:
Oplaadindicatie accu (3):
Als de indicatielamp brandt terwijl de
motor loopt, worde de accu niet
voldoende opgeladen. Laat de
machine indien nodig nazien.
Oliedruk (4):
Als de indicatielamp brandt terwijl de
motor loopt, dient u de motor
onmiddellijk uit te schakelen en het
oliepeil te controleren. Laat de
machine indien nodig nazien.
PTO (5):
De indicatielamp brandt als bij het
starten van de motor het PTO niet is
uitgeschakeld.
Rem (6):
De indicatielamp gaat branden als
de ontsteking ingeschakeld en de
vastzetrem niet vergrendeld is.
Bedrijfsurenteller/
Accuspanning (7):
Geeft het aantal bedrijfsuren in hele
uren en
1
/
10
van uren in het display
aan.
Aanwijzing
Als de ontsteking wordt
ingeschakeld, wordt kort de
accuspanning weergegeven.
Vervolgens wordt het aantal
bedrijfsuren weergegeven.
Bedrijfsuren worden altijd geteld,
behalve wanneer de contactsleutel
op /0 staat of uit het contact is
getrokken.