20
• Gebruik geen cel of batterij die niet bedoeld is
voor gebruik met de apparatuur.
• Raadpleeg onmiddellijk een arts als een cel of een
batterij ingeslikt is.
• Houd cellen en batterijen schoon en droog.
• Veeg de cel of de batterijpolen met een schone,
droge doek af als ze vuil zijn.
• Gebruik de batterij of cel alleen op de wijze
waarvoor deze bedoeld is.
• Gebruik van de batterij door kinderen moet onder
toezicht staan.
• Meng geen cellen van verschillende productie,
capaciteit, grootte of type in een product.
• Gooi de lege batterij op de juiste wijze weg.
• Verwijder de batterij indien mogelijk uit het
product wanneer het niet in gebruik is.
• Sommige draadloze apparaten kunnen storing
veroorzaken op implanteerbare medische
apparaten en andere medische apparatuur, zoals
pacemakers, cochleaire implantaten en
hoortoestellen. Voor meer informatie, raadpleeg
de fabrikant van uw medische apparatuur.
• Gebruik het product niet waar het gebruik van
draadloze apparaten verboden is. Dit kan een
storing van andere elektronische apparaten en dus
veiligheidsrisico's veroorzaken.
Plaatsen van de batterijen
1. Open het batterijcompartiment A
3
.
2. Plaats 2 AAA-batterijen.
4
Zorg ervoor dat de (+) en (-)
polariteitsaanduidingen overeenkomen.
3. Sluit A
3
.
Het product aanzetten
1. Stel de functieschakelaar A
2
in op AM or FM.