5.
4.
EasyClean
®
-reinigingssysteem x
Om de reiniging van de oven voor u
gemakkelijker te maken, is uw oven
voorzien van een automatische reiniging.
Dankzij een automatisch geregelde
verdamping van reinigingsoplossing worden
de vuilresten op het email door waterdamp
zacht en kunnen deze vervolgens
gemakkelijk worden verwijderd.
Let op:
❑ De automatische reiniging uitsluitend
gebruiken wanneer de oven volledig is
afgekoeld (kamertemperatuur).
❑ Gebruik uitsluitend normaal leidingwater,
geen gedestilleerd water.
Inschakelen:
1. Verwijder het bakblik en de braadslede
uit de oven. Het grillrooster kan in de
oven blijven.
2. Giet ca. 0,4 liter water met een beetje
afwasmiddel in de bodemkuip van de
oven.
Bij veel vuil kunt u het sopje enige tijd
voor het inschakelen laten inwerken.
3. Sluit de ovendeur.
4. Druk op de hoofdschakelaar .
De temperatuurindicatie geeft
{{{
weer.
5. Druk op de functietoets
x
.
❑ Het bovenste lampje van de
verwarmingscontrole brandt.
❑ De display geeft
*
weer.
❑ Als
*
knippert, is de oven niet
volledig afgekoeld.
❑ Na afloop van de opwarmtijd
(4 minuten) verandert het bovenste
lampje van de verwarmingscontrole
van rood in groen. Na nog 17
minuten is het programma beëindigd.
Er klinkt een signaal.
ṇ Als na het inschakelen
*
afwisselend met ä of â knippert, is de
oven nog te heet.
❑ Schakel de oven uit.
❑ Wacht tot de oven is afgekoeld tot
kamertemperatuur.
❑ Start
*
opnieuw.
Verwarmingscontrole
* (EasyClean
®
-reinigingssysteem)
Uitschakelen van de ovenfunctie:
❑ Druk op de functietoets
x
tot de
temperatuurindicatie
{{{
weergeeft.
ṇ De oven blijft klaar voor gebruik.
❑ Om opnieuw in te schakelen, hoeft u
alleen op een functietoets te drukken.
Uitschakelen van de oven:
❑ Druk op de hoofdschakelaar tot de
temperatuurindicatie
*
uitgaat.
ṇ Na het uitschakelen zijn alle functies
van het apparaat geblokkeerd.
Uitzondering: de actuele tijd, de
kookwekker en de ovenverlichting.
Hoofdschakelaar