nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
50
Pizza, quiche en hartig gebak
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken pizza, quiche en hartig gebak. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Bakken met stoom
Bepaald gebak (bijv. gebak van gistdeeg) krijgt met
stoom een knapperig korstje en een glanzend
oppervlak. Het gebak droogt minder uit.
Bakken met stoom is alleen in één niveau mogelijk.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het bakken
op één niveaus:
■ hoog gebak: hoogte 2
■ vlak gebak: hoogte 3
Wanneer u de verwarmingsmethode CircoTherm
hetelucht gebruikt, kunt u kiezen tussen hoogte 1, 2, 3
en 4.
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik CircoTherm hetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
Bakken op twee niveaus:
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Bakken op vier niveaus:
■ 4 roosters met bakpapier
eerste rooster: hoogte 4
tweede rooster: hoogte 3
derde rooster: hoogte 2
vierde rooster: hoogte 1
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Het rooster met de open kant naar de deur van de
binnenruimte en met de welving naar beneden
inschuiven. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Gebruik de braadslede bij dik belegde pizza's.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig. Wanneer u met deze vormen wilt bakken en
boven- en onderwarmte wilt gebruiken, schuift u de
vorm er op hoogte 1 in.
Voor het bakken met stoom dienen de bakvormen hitte-
en stoombestendig te zijn.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Diepvriesproducten
Gebruik geen sterk met ijs bedekte diepvriesproducten.
Verwijder het ijs van het gerecht.
Diepvriesproducten zijn ten dele ongelijkmatig
voorgebakken. De ongelijkmatige bruine kleur blijft ook
na het bakken bestaan.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse gerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het
deeg. Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Probeer het eerst met de lagere waarden. Bij een lage
temperatuur wordt het gerecht gelijkmatiger bruin. Stel
de oven indien nodig de volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Het gerecht zou alleen
van buiten gaar, maar van binnen niet goed
doorgebakken zijn.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is het nodig om voor te
verwarmen, dit staat in de tabel aangegeven. Plaats uw
gerecht en de accessoires pas na het voorverwarmen
in de binnenruimte.
Wilt u volgens eigen recept bakken, ga dan te werk
volgens de beschrijving van soortgelijk gebak in de
tabel.
Niet gebruikte accessoires verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ ‚ CircoTherm hetelucht
■ ƒ Boven- en onderwarmte
■ „ Pizzastand
■ … Broodbakstand
De standen van de stoomintensiteit zijn met behulp van
cijfers in de tabel aangegeven:
■ 1 = laag
■ 2 = gemiddeld
■ 3 = hoog