nl Apparaat bedienen
10
Automatische modus
Inschakelen
1. Tip op het symbool #.
De ventilator start in de stand ƒ.
2. Tip op het symbool ‘.
De optimale ventilatiestand wordt ingesteld via een
automatische luchtsensor.
Uitschakelen
Tip op het symbool ‘ of het symbool # om de
automatische stand uit te schakelen.
Wanneer de automatische luchtsensor geen
verandering van de luchtkwaliteit in de ruimte meer
vaststelt, schakelt de ventilator automatisch uit.
De looptijd in de automatische stand bedraagt
maximaal 4 uur.
Sensorbesturing
In de automatische stand herkent een automatische
luchtsensor in de afzuigkap de intensiteit van de kook-
en bakluchtjes. Afhankelijk van de instelling van de
automatische luchtsensor schakelt de ventilator in een
andere stand.
Mogelijke instellingen van de sensor:
Standaard instelling van de gevoeligheid: †
Laagste instelling van de gevoeligheid: ‹
Hoogste instelling van de gevoeligheid: Š
Als de sensorregeling te zwak of te sterk reageert, kunt
u de instelling wijzigen:
1. Bij een ingeschakelde ventilator het symbool ‘
1 seconde ingedrukt houden. De instelling wordt
weergegeven.
2. Door de symbolen @ of A aan te tippen wordt de
instelling van de sensorregeling veranderd.
3. Symbool ‘ loslaten.
AmbientLight
Het AmbientLight kunt u onafhankelijk van de ventilator
in- en uitschakelen.
Tip op het symbool k.
Helderheid instellen
Houd het symbool k ingedrukt tot de gewenste
helderheid verkregen is.
Kleur instellen
1. Ventilator uitschakelen.
2. Tip op het symbool k.
De symbolen @ en A zijn ca. 10 seconden verlicht.
3. Tip binnen deze 10 seconden op het symbool A of
@ tot de gewenste kleur is ingesteld.
Aanwijzing: Instellingen voor kleurtemperatuur zijn in
de Home Connect app beschikbaar, voor zover het
apparaat over deze functie beschikt.
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilator in-
en uitschakelen.
Tip op het symbool 6.
Helderheid instellen
Houd het symbool 6 ingedrukt tot de gewenste
helderheid verkregen is.
Verzadigingsindicatie
Als de metalen vetfilter of actieve koolfilter verzadigd is,
knipperen na uitschakeling van het apparaat de
betreffende symbolen
■ Metalen vetfilter: ”ªª
■ Actieve koolfilter: ’ªª
■ Metalen vetfilter en actieve koolfilter: ”ªª en ’ªª
Uiterlijk op dit moment dienen de metalen vetfilters
schoongemaakt of de actieve koolfilter vervangen te
worden. ~ "Reinigen en onderhouden" op pagina 14
Als de verzadigingsindicaties knipperen, kunnen ze
worden gereset. Hiervoor het symbool A aantippen.
Display omschakelen voor luchtcirculatie
Voor luchtcirculatie moet de elektronische regeling
worden omgeschakeld:
■ De afzuigkap dient aangesloten en ingeschakeld te
zijn.
■ Het symbool Q aantippen en vasthouden,
symbool @ of A aantippen tot indicatie 2 voor
luchtcirculatie (niet regenereerbare filter) is verlicht.
Symbool Q loslaten. De elektronische regeling is
weer ingesteld op luchtcirculatie (niet
regenereerbare filter).
■ Het symbool Q aantippen en vasthouden,
symbool @ of A aantippen tot indicatie 3 voor
luchtcirculatie (regenereerbare filter) verlicht is.
Symbool Q loslaten. De elektronische regeling is
weer ingesteld op luchtcirculatie (regenereerbare
filter).
■ Door herhaaldelijk op het symbool Q te tippen en
dit ingedrukt te houden en de symbolen @ of A aan
te tippen tot indicatie 1 verlicht is, wordt de
elektronische regeling weer op luchtafvoer ingesteld.
Geluidssignaal
Inschakelen
Bij een ingeschakelde ventilator gelijktijdig de symbolen
# en Q aantippen en ca. drie seconden vasthouden.
Ter bevestiging klinkt een signaal.
Als het geluidssignaal ingeschakeld is, is ‚ verlicht.
Uitschakelen
Bij een ingeschakelde ventilator gelijktijdig de symbolen
# en Q aantippen en ca. drie seconden vasthouden.
Ter bevestiging klinkt een signaal.
Als het geluidssignaal is uitgeschakeld, is ‹ verlicht.