55
Grillen
Oppervlakte-grillen Z en 0
Voor platte en kleine gerechten
Z
= klein grill-oppervlak voor kleine
hoeveelheden.
0
=groot grill-oppervlak voor grote
hoeveelheden.
❑ Gebruik altijd het rooster en de
braadslede.
❑ Keer het te grillen gerecht na ca.
tweederde van de tijd.
❑ Bestrijk het rooster en het te grillen
gerecht naar wens licht met olie.
❑ Leg het te grillen gerecht altijd op het
midden van het rooster.
❑ Indien het grill-verwarmingselement
automatisch wordt uitgeschakeld, is de
oververhittingsbeveiliging geactiveerd.
Het verwarmingselement wordt auto-
matisch na korte tijd weer ingeschakeld.
❑ Leg het rooster in de braadslede en
schuif ze samen op de dezelfde
inschuifhoogte in de oven.
❑ Keer hele stukken gevogelte om na ca.
tweederde van de grilltijd. Steek bij eend
en gans de huid onder de vleugels door
om het vet goed te laten uitlopen.
❑ Laat het gerecht wanneer het klaar is
nog ca. 10 minuten in de uitge-
schakelde en gesloten oven rusten.
Aanwijzingen:
❑ Met gesloten ovendeur grillen.
❑ De grilltemperaturen kunnen worden
ingesteld.
❑ Schuif het rooster en de braadslede
altijd samen in de oven.
Thermo-grill I
Voor zeer knapperig gevogelte of vlees
(varkensvlees met zwoerd)
❑ Gebruik het rooster en de braadslede.
Gebruik voor vlees bij voorkeur een
hittebestendige braadschaal. Keer grote
stukken vlees na ca. de helft van de
grilltijd om.
❑ Plaats een braadslede na het grillen niet
op een koude of natte ondergrond,
maar op een droge doek om het glas
niet te laten springen.
❑ Bij het thermo-grillen op het rooster kan
afhankelijk van het te grillen gerecht de
oven vrij vuil worden. Maak daarom de
oven na elk gebruik schoon om
inbranden van het vuil te voorkomen.
Bij het grillen is voorzichtigheid geboden.
! Kinderen altijd uit de buurt houden.