49
Reinigen en onderhouden
Na het uitschakelen van de
automatische reiniging:
Aanwijzingen:
❑ Open de ovendeur en veeg het
restwater direct na reiniging op met een
absorberende doek of spons.
1. Open de ovendeur en veeg het
achtergebleven water met een grote
absorberende sponsdoek op.
2. Reinig de oven met de in
schoonmaaksop gedrenkte sponsdoek,
een zachte borstel of een plastic
schoonmaakborstel.
Nog aanwezige hardnekkige resten kunt
u met een glasschaaf (voor
glaskeramiek) verwijderen.
Let op: de glasschaaf voorzichtig
gebruiken en niet te plat neerzetten,
anders kunnen er krassen in het email
komen.
3. Kalkranden kunt u verwijderen met een
in azijn gedrenkte doek.
4. Veeg na met schoon water en wrijf de
oven met een zachte doek droog (ook
onder de ovendeurdichting).
Aanwijzingen:
❑ Indien de oven zeer vuil is, kunt u de
behandeling na het afkoelen van de
oven herhalen.
❑ Wanneer de oven na het braden en
grillen zeer vuil en vet is, adviseren wij
om de vuile plekken voor het
inschakelen van de automatische
reiniging met afwasmiddel in te wrijven.
❑ Laat de ovendeur na de reiniging nog
ca. 1 uur in een schuine stand van ca.
30° open staan, zodat het email-
oppervlak van de oven goed kan
drogen.
Sneldrogen:
1. Zet de ovendeur open in een schuine
stand van ca. 30°.
2. Draai de functiekeuzeknop in stand
v
en
de temperatuurkeuzeknop in stand
50° C.
3. Duur: 5 minuten.
4. Daarna draait u de functiekeuzeknop en
de temperatuurkeuzeknop weer op 0.