81
Dooiwatergootje en afvoergaatje 3
regelmatig schoonmaken, zodat het
dooiwater ongehinderd kan weglopen.
Dooiwatergootje met een staafje of iets
dergelijks schoonmaken.
Zorg dat het sop niet door het
afvoergaatje in de dooiwaterĆ
opvangschaal terechtkomt.
De legplateaus en voorraadvakken mogen
niet in de afwasautomaat gereinigd
worden. Ze kunnen vervormen!
S Het apparaat in een droge, goed te
ventileren ruimte plaatsen! Niet direct
inĂde zon of in de buurt van een
warmtebron ( bijv. verwarmingsradiator,
fornuis). Gebruik eventueel een
isolatieplaat.
S Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen, daarna in het apparaat
plaatsen!
S De diepvrieswaren om te ontdooien in
de koelruimte leggen. Hierdoor benut
uĂde koude van de diepvrieswaren voor
het koelen van de levensmiddelen in de
koelruimte.
S De deur van het apparaat zo kort
mogelijk openen!
S Een laag rijp of ijs in het vriesvak
vermindert de afgifte van koude aan
deĂdiepvrieswaren en verhoogt het
energieverbruik. Bij vorming van rijp
ofĂijs het apparaat ontdooien!
S Let erop dat de deur van het vriesvak
goed gesloten is.
S De achterkant van het apparaat af en
toe met met een stofzuiger of borstel
reinigen om toename van het
energieverbruik te voorkomen.
- de koelmachine loopt.
of - het
koelmiddel stroomt door de leidingen.
- de motor schakelt in of uit.
Het apparaat met behulp van een
waterpas stellen. Gebruik hiervoor de
schroefvoetjes of leg er iets onder.
Het apparaat van het meubel of het
apparaat ernaast wegschuiven.
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
De flessen of het serviesgoed los van
elkaar zetten.