nl
29
Warmwateraansluiting
De afwasautomaat kan op koud of warm
water tot max. 60 °C worden aangesloten.
De aansluiting op warm water wordt
aanbevolen als dit uit een energetisch
gunstige warmwaterbereiding en een
geschikte installatie ter beschikking staat,
bijv. een zonneënergie-installatie met
circulatieleiding.
Hiermee bespaart energie en tijd.
Met de instelling Warmwater ‘:‹‚ kunt
u uw apparaat optimaal op het gebruik
met warm water afstemmen.
Wij adviseren hierbij een watertemperatuur
(temperatuur van het instromende water)
van minimaal 40 °C en maximaal 60 °C.
De aansluiting op warm water wordt niet
aanbevolen als het water uit een
elektrische boiler ter beschikking wordt
gesteld.
Instelling Warmwater:
– Deur openen.
– AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
–Programmatoets# ingedrukt
houden en de START-toets )" net
zolang indrukken tot
de cijferindicatie •:‹... brandt.
– Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie 8 brandt
de door de fabriek ingestelde
waarde •:‹….
–Programmatoets# net zo vaak
indrukken tot op de cijferindicatie 8
de in de fabriek ingestelde
waarde ‘:‹‹ verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
– Door indrukken van de toets 3 kunt
u de instelling Warmwater uit- ‘:‹‹ of
inschakelen ‘:‹‚.
–START-toets)" indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
–Deur sluiten.
Elektrische aansluiting
– Het apparaat uitsluitend via
een volgens de voorschriften
aangebracht, randgeaard stopcontact
op 220 V tot 240 V en 50 Hz of 60 Hz
aansluiten. Zie het typeplaatje 92 voor
de vereiste zekering.
– Het stopcontact moet zich in de buurt
van het apparaat bevinden en ook na
het inbouwen gemakkelijk bereikbaar
zijn.
– Veranderingen in de aansluiting mogen
alleen door een vakkundig monteur
worden uitgevoerd.
– Een verlenging van de elektrische
aansluitkabel mag alleen door
de Servicedienst geleverd worden.
– Bij gebruik van een aardlekschakelaar
mag alleen een type met het teken ‚
geïnstalleerd worden. Alleen deze
voldoet aan de nu geldende
voorwaarden.
– Het apparaat is voorzien
van een waterbeveiligingssysteem.
Let op: het functioneert alleen als het
apparaat op de stroom is aangesloten.
Demontage
Neem ook hier de volgorde
van de handelingen in acht.
– Apparaat van het elektriciteitsnet
loskoppelen.
– Kraan dichtdraaien.
– Aansluiting op de waterafvoer en -
toevoer loskoppelen.
– Bevestigingsschroeven onder het
werkblad eruit draaien.
– De plint – indien aanwezig –
demonteren.
– Apparaat eruit halen
en daarbij de slang voorzichtig naar
voren trekken.