13
De kookplaat moet op de gasleiding worden
aangesloten via een afsluitkraan. Deze kraan moet
te allen tijde gemakkelijk toegankelijk zijn.
Controleer na het aansluiten van het toestel op de
gasleiding altijd de afdichting van de aansluiting met
een oplossing van zeepwater.
Controleer nooit een afdichting met een vlam.
Gebruik van flexibele leidingen:
• zorg er voor dat de leidingen niet worden
afgeklemd of geplet;
• de leidingen mogen niet worden blootgesteld
aan tractie- of draaikrachten;
• laat de leidingen niet in contact komen met
snijranden of scherpe randen, etc....
• laat geen gasleiding en/of elektrische
aansluitkabel in contact komen met de
onderkant van de kookplaat; zorg er voor dat de
hele lengte van de leidingen en/of elektrische
aansluitkabel beschikbaar is voor inspectie.
Er moet met name aandacht worden besteed aan
het waarborgen van een lekdichte aansluiting.
De maximale toegestane lengte van de gas-
aansluitleiding is 2,5 m.
BELANGRIJK!!!
Deze veiligheidsgasleiding moet zo worden gelegd
dat deze niet door hete zones voert en niet in
contact komt met enige hete delen van het toestel,
zoals bijvoorbeeld de onderkant van de kookplaat.
Bij de installatie van de leiding moet er voor worden
gezorgd dat deze niet in contact kan komen met
bewegende delen van de keukenkastjes, bijvoor-
beeld een lade.