EIGENSCHAPPEN
Een goed werkend toestel zal de volgende eigenschappen vertonen:
• Het toestel is veel in bedrijf en zal langere tijd achter elkaar blijven branden.
• Het cv-water heeft over het algemeen een lage temperatuur.
• Er wordt veel water afgevoerd naar de riolering (condensatie).
• Wanneer het toestel schakelt zal de ventilator eerst op toeren komen. Bij het uitschakelen
duurt het even voor de ventilator weer stilstaat.
• De circulatiepomp zal circa 4 minuten langer blijven draaien dan dat het toestel in bedrijf is
(indien de pompschakelaar op stand 1 staat).
• In combinatie met een ModuLine kamerthermostaat zal de ketel het hoogste rendement
halen.
• Het toestel zal pas gaan verwarmen indien de ingestelde ruimtetemperatuur op de kamer-
thermostaat hoger is dan de werkelijke ruimtetemperatuur.
• Het toestel zal voorrang geven aan het verwarmen van tapwater boven de cv-installatie.
De woning wordt op dat moment dus niet verwarmd.
• De ModuLine kamerthermostaat schakelt niet hoorbaar.
7-2
KAMERTHERMOSTAAT
Het toestel werkt met alle gangbare (klok)
kamerthermostaten. Bij gebruik van een nor-
male zogenaamde aan/uit-thermostaat wor-
den de specifieke voordelen van het toestel
niet optimaal benut. Met een ModuLine
kamerthermostaat van Nefit wordt de meest
effectieve regeling geplaatst.
Een ModuLine thermostaat is als het ware
het ‘gaspedaal’ van de cv-installatie. Het toe-
stel levert dan juist zoveel warmte als nodig
is. Is er veel warmte nodig, dan brandt de
brander hoog. Is er weinig warmte nodig, dan
brandt de brander laag.
259044