1.4.5 Externe boiler met driewegklep
Er zijn 3 typen driewegklep die kunnen worden aangesloten op het toestel.
Dit zijn:
Driewegklep type Honeywell VC 8010 (met 3 draden) kan op twee manieren
aangesloten worden, te weten:
- Rechtstreeks op de contrastekker. Deze bevindt zich rechtsonder in de
ketel en heeft een schakelende nul (figuur 1.4.5.1).
- Rechtstreeks op de kroonsteenaansluitingen. Zie
tabel 1.4.5.1
.
Driewegklep type Taconova TN 256.3095.590 (met 3 draden) kan op twee
manieren aangesloten worden, te weten:
- Rechtstreeks op de contrastekker. Deze bevindt zich rechtsonder in het
toestel en heeft een schakelende nul.
- Rechtstreeks op de kroonsteenaansluiting. Zie
tabel 1.4.5.2.
Een driewegklep met 2 draden (24 Volt wisselspanning) kan aangesloten
worden op de kroonsteen aansluiting 9 en 11. De aardedraad van de drieweg-
klep wordt niet gebruikt. Deze aansluiting is poolongevoelig.
1.4.6 Service Connector
Achter het deurtje in de bemanteling is een Service Connector aanwezig
(zie figuur 1.4.6.1, positie 1). Wanneer u over een Service Tool beschikt, kan
de Service Tool via de Service Connector met de ketel verbonden worden.
Met de Service Tool kan eenvoudig de status en historie van de ketel worden
uitgelezen, daarnaast kunnen componenten worden getest en kan de oorzaak
van een storing snel worden gevonden.
Boilersensor
Verwijder eventueel aanwezige boilerthermostaat in de boiler en vervang deze
door een boilersensor (Ø 7,2 mm). Steek de boilersensor in de dompelhuls.
Gebruik hiervoor de inbrengveer.
De boilersensor moet aangesloten worden op de daarvoor reeds aanwezige
connector (draadkleuren: paars en zwart/wit) in de ketel. Verwijder de door-
verbindingsstekker en bewaar deze.
Indien een Nefit 80 of 120 liter boiler wordt toegepast dient de installatie-
instructie van de boiler geraadpleegd te worden.
1.
1-15
INSTALLEREN
Installatie-instructie Nefit EcomLine Classic HR-toestellen