Na het onderbreken van de netspanning door de netstekker even uit de wand-
contactdoos te nemen, zal exact na 24 uur de bovengenoemde testprocedure
plaatsvinden. Tijdens deze testprocedure geeft het display van de UBA de
code P. De pompspecificaties zijn in paragraaf 5.1 en 5.3 opgenomen.
1.3.6 Technische aandachtspunten
Keerklep tapvat
Naast de isolatie van het tapvat is een keerklep opgenomen om te voorkomen
dat er een thermosifonwerking optreedt.
Drukdemper
Om tijdens de wisseling van de draairichting van de BD-pomp de drukverschil-
len te vereffenen is er een demper ontwikkeld. Deze is naast de BD-pomp
geplaatst (zie figuur 1.3.6.1).
1.4 Elektrische aansluitingen
1.4.1 Aansluiting netspanning
Het toestel is uitgevoerd met een randaarde netstekker. Het toestel moet dan
ook op een wandcontactdoos met randaarde worden aangesloten. De elektri-
sche installatie dient te voldoen aan de geldende voorschriften (paragraaf 1.1.1).
1.4.2 Ruimteregeling
Het toestel werkt met alle gangbare (klok)ruimteregelingen. Bij gebruik van
een aan-uit thermostaat worden de specifieke voordelen van de modulerende
regeling op basis van kamertemperatuur niet optimaal door het toestel benut.
De beste temperatuurregeling wordt bereikt met de door Nefit ontwikkelde
modulerende regeling. Deze ruimteregeling is speciaal ontwikkeld om gege-
vens uit te wisselen met de Universele Brander Automaat (UBA, paragraaf
2.3.1). De modulerende thermostaat berekent wat de optimale cv-watertem-
peratuur en een optimaal toestelvermogen is, afhankelijk van de gevraagde
ruimtetemperatuur in de kamer. Het toestel zorgt ervoor dat deze tempera-
tuur bereikt wordt. Zolang de kamerthermostaat dit vraagt wordt deze
temperatuur in stand gehouden.
Op de kroonsteen in het toestel zijn twee verschillende kamerthermostaat
aansluitingen te vinden (figuur 1.4.2.1).
Aan-uit kamerthermostaat
Op kroonsteenaansluiting 1-2 kan een ‘normale’ aan-uit thermostaat worden
aangesloten. Hiervoor dient de “nep”lus te worden verwijderd. Het maximaal
stroomverbruik dient ingesteld te worden op 0,12 A. De maximale weerstand
van het kamerthermostaatcircuit bedraagt 100 Ω.
Digitale modulerende ModuLine kamerthermostaat
Sluit de digitaal modulerende ModuLine kamerthermostaat aan op kroonsteen-
aansluiting 3-4. Deze aansluiting is niet polariteitgevoelig.
1.4.3 Service Connector
Achter het deurtje in de bemanteling, is achter een tweede klepje een Service
Connector aanwezig (zie figuur 1.4.3.1, positie 1). Wanneer u over een Service
Tool beschikt, kan de Service Tool via de Service Connector met de ketel ver-
bonden worden. Met de Service Tool kan eenvoudig de status en historie van
de ketel worden uitgelezen, daarnaast kunnen componenten worden getest en
kan de oorzaak van een storing snel worden verholpen.
1.
Figuur 1.3.6.1
Drukdemper en BD-pomp
Figuur 1.4.2.1
Elektrische aansluitingen kroonsteen
1-12
INSTALLEREN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
211151
217022