2.3.4 Meten ionisatiestroom
Meten ionisatiestroom:
1. Maak het toestel spanningsloos.
2. Neem de stekerverbindingen in de ionisatiekabel los en sluit op beide ste-
kers in serie de meetapparatuur aan.
3. Breng het toestel weer onder spanning.
4. Geef warmtevraag zodat het toestel gaat branden.
5 Meet de ionisatiestroom de waarde hiervan moet > 1 µA zijn. Nominaal
ligt deze tussen de 20 µA ( Minimale capaciteit ) en 80 µA
( Maximale capaciteit ). ( fig .2.3.5 )
2.4 Uitschakelen
Het is aan te raden het toestel altijd in bedrijf te laten, met name wanneer er
bevriezingsgevaar is. Voor een goede werking van het toestel is het vereist dat
deze altijd op het lichtnet aangesloten blijft.
Bij toepassing van een ModuLine I, II en III kamerthermostaat verdient het de
voorkeur om het toestel uit te schakelen door de kamerthermostaat op een
lage stand te zetten. De brander en ventilator schakelen dan uit, de pomp zal
na afloop van de nadraaitijd stoppen. Het tapvat zal door de ingebouwde rege-
ling altijd op temperatuur worden gehouden. Door de lage stilstandverliezen
zal echter, wanneer er niet getapt wordt, het toestel slechts sporadisch inscha-
kelen om het tapvat op temperatuur te houden. Uitschakelen van het tapvat
tijdens de nacht is niet nodig. Indien er gebruik wordt gemaakt van de “vakan-
tie” stand op de ModuLine III wordt de temperatuur die bij de ingestelde pot-
meterstand hoort gehandhaafd.
De ModuLine IV kamerthermostaat heeft drie mogelijke standen met betrek-
king tot de warmwatervoorraad, te weten AAN/UIT/AUTO. Bij levering staat
de ModuLine IV ingesteld op de stand AAN. Dit houdt in dat het tapvat conti-
nue warm gehouden wordt. Ook nu geldt uiteraard dat het toestel slechts
sporadisch inschakelt door de lage stilstandverliezen wanneer er niet getapt
wordt. In de stand UIT kan er geen warmwater geleverd worden, het tapvat
zal langzaam afkoelen. In de stand AUTO schakelt de warmwatervoorraad met
de klok mee. Dit betekent dat de warmwatervoorziening uitschakeld wordt
wanneer de gewenste kamertemperatuur onder de Nachttemperatuurswaarde
(NT-waarde die standaard is ingesteld op 16°C) wordt ingesteld. Ook voor de
vakantieperiode geldt dat wanneer de ingestelde kamertemperatuur onder de
NT-waarde ligt de warmwatervoorraad uitschakeld. Wanneer de cv-installatie
wordt UIT-geschakeld d.m.v. de daarvoor opgenomen schakelaar, terwijl de
schakelaar voor de warmtapwater op AUTO staat, dan komt de ketel niet in
bedrijf voor warmtapwater. Zet de warmtapwater schakelaar in dit geval op
stand AAN.
Om het toestel geheel buiten bedrijf te stellen moet u het volgende doen:
1. Draai de gaskraan onder het toestel dicht.
2. Haal de steker uit het wandcontactdoos.
Als bij bevriezingsgevaar de ketel geheel buiten bedrijf wordt
gesteld, moet de installatie afgetapt worden.
2.
Fig. 2.3.5
Meten ionisatiestroom
Fig. 2.5.1
Aftappen ketel
IN BEDRIJF STELLEN
Installatie-instructie Nefit EcomLine VR-toestellen
2-4