6
HET PROGRAMMEREN VAN DE WEEKDAGEN
A Het invoeren van een tijd- en
temperatuurprogramma voor
een dag.
Opmerking:
Het invoeren van de periode
OPSTAAN is noodzakelijk. Het
invoeren van de perioden VERTREK-
KEN, THUISKOMEN en SLAPEN kan
desgewenst achterwege blijven.
Als het uitleesvenster de instelling
continu weergeeft terwijl u één van
de twee toetsen TEMPERATUUR
WARMER of KOUDER ingedrukt
houdt, dan heeft u de grenswaarde
van de instelling bereikt. Deze grens-
waarden zijn:
- minimum 7 °C en
- maximum 30 °C
Voorbeeld voor het programmeren van het pro-
grammeren van Maandag. Dit kan echter ook iede-
re andere dag van de week zijn.
Zet de schuifschakelaar in de aangegeven stand.
Het uitleesvenster geeft MA (maandag) en de
periode OPSTAAN aan. Het door de fabriek
ingevoerde tijdstip (07:00 uur) en de bijbeho-
rende temperatuur (19,0 °C) worden knippe-
rend weergegeven.
Indien het uitleesvenster niet de gewenste dag
weergeeft, houd de toets ingedrukt totdat de
juiste dag wordt weergegeven.
Druk één van de twee toetsen in en houd deze
ingedrukt totdat het uitleesvenster de gewenste
aanvangstijd van de periode OPSTAAN weer-
geeft.