20
HET BEDIENEN VAN UW THERMOSTAAT
Stel de gewenste besparingstemperatuur in met
de WARMER- of KOUDER-toets.
Het instellen van de vorstbevei-
liging
Als uw huis voor een lange tijd niet wordt
bewoond, kan worden gekozen voor
instelling op vorstbeveiliging. Deze bevei-
liging zet de verwarmingsinstallatie in
werking wanneer de ruimtetemperatuur
beneden de ingestelde waarde daalt. De
vorstbeveiliging kan worden ingesteld van
7 tot 10 °C en is voor onbepaalde tijd
actief totdat de schuifschakelaar in een
andere stand wordt gezet.
Zet de schuifschakelaar in de stand
VORSTBEVEIL. In het uitleesvenster wordt het
vorstsymbool zichtbaar.
Kies de gewenste vorstbeveiligingstemperatuur
met de WARMER- of KOUDER-toets.
Vervolg van voorgaande bladzijde