• Een onjuiste bedrading van de netstekker of
de bedrading naar de netstekker veroorzaakt
schade aan de melder en kan resulteren in een
niet-werkende melder.
• Dit apparaat heeft netstroomvoeding nodig
met 24-uurs, 230 V wisselstroom met zuivere
sinusspanning, 50 Hz. Zorg dat het circuit niet
kan worden uitgeschakeld met een schakelaar,
dimmer of aardlekschakelaar. Als het apparaat
niet wordt aangesloten op een 24-uurs circuit,
biedt het mogelijk geen constante bescherming.
• Het alarm mag niet worden gebruikt op basis
van voeding die is afgeleid van een omvormer
voor blokgolven, gemodificeerde blokgolven
of gemodificeerde sinusgolven. Deze typen
omvormers worden soms gebruikt om voeding te
leveren aan de structuur in autonome installaties,
zoals energiebronnen op basis van zonne- of
windenergie. Deze energiebronnen produceren
piekspanningen die de melder beschadigen.
• Schakel de stroomtoevoer van een door
netspanning gevoede melder nooit uit om een
ongewenst alarm te stoppen. Als je dit doet,
schakel je de melder uit en ben je niet langer
beschermd. In het geval van een werkelijk
ongewenst alarm zet je een raam open of
wapper je de rook bij de melder vandaan. De
melder wordt automatisch gereset wanneer
deze terugkeert naar de normale werking.
• Een onjuiste bedrading van de netstekker of
de bedrading naar de netstekker veroorzaakt
schade aan de melder en kan resulteren in een
niet-werkende melder. Test de melder om een
correcte installatie te controleren.
• Er bestaat een risico op elektrische schokken als er op
een of andere manier met de rookmelder is geknoeid.
WAARSCHUWINGEN
WISSELSTROOMINSTALLATIE
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN
• Schakel de stroomtoevoer uit naar de ruimte
waar je dit apparaat gaat installeren via de
circuitonderbreker of stoppenkast voordat je
aan de installatie begint. Als je de stroom niet
voorafgaand aan de installatie uitschakelt, kan
dit leiden tot een ernstige elektrische schok,
letsel of de dood.
• Herstel de stroomtoevoer pas weer nadat alle
melders volledig zijn geïnstalleerd. Als je de
stroomtoevoer herstelt voordat de installatie
is voltooid, kan dit leiden tot een ernstige
elektrische schok, letsel of de dood.
• Schakel de stroomtoevoer uit naar de ruimte waar
de melder wordt geïnstalleerd voordat je deze uit
de montagesteun haalt. Als je de stroomtoevoer
niet eerst uitschakelt, kan dit leiden tot een
ernstige elektrische schok, letsel of de dood.
• Als een apparaat in de reeks geen alarm afgeeft,
SCHAKEL JE DE STROOMTOEVOER UIT en
controleer je de aansluitingen opnieuw. Als
het apparaat geen alarm afgeeft wanneer
je de stroomtoevoer herstelt, vervang je het
apparaat onmiddellijk.
• Een poging om de stroomstekker los te koppelen
van het apparaat wanneer de stroomtoevoer
is ingeschakeld, kan leiden tot een ernstige
elektrische schok, letsel of de dood.
• Als je niet aan een of meer van de bovengenoemde
vereisten voldoet, kan dit de apparaten
beschadigen en kunnen er storingen in de
apparaten optreden, waardoor je niet langer
wordt beschermd.
26