10
8. Typ in het veld Password (network key) (Wachtwoord (netwerksleutel))
het huidige WiFi-netwerkwachtwoord (ook wel passphrase of
beveiligingssleutel genoemd) en klik op de knop NEXT (Volgende).
9. Stel de netwerknaam (SSID) en het wachtwoord voor uw extender in en klik
op de knop NEXT (Volgende).
10. Gebruik een WiFi-netwerkbeheerprogramma op de computer of het WiFi-
apparaat om verbinding te maken met het nieuwe WiFi-uitbreidingsnetwerk.
Herhaal deze stap voor al uw computers en WiFi-apparaten.
11. Klik op de knop Continue (Doorgaan).
Er wordt een bericht weergegeven waarin wordt bevestigd dat de extender is
verbonden met het nieuwe uitgebreide WiFi-netwerk.
12. Klik op de knop Next (Volgende).
Het scherm Status wordt weergegeven.
13. Trek de stekker van de extender uit het stopcontact en verplaats het apparaat
naar een nieuwe locatie, dichter bij het gebied met het slechte WiFi-signaal.
De locatie die u kiest moet zich binnen het bereik van het bestaande WiFi-
routernetwerk bevinden.
14. Sluit de extender aan op een stopcontact.
Wacht tot het netvoedingslampje oranje oplicht en daarna groen wordt. Als
het netvoedingslampje niet gaat branden, drukt u op de Aan-uitknop op de
extender.
Gebruik het routerverbindingslampje om u te helpen een locatie te kiezen
waar de verbinding tussen de extender en de router optimaal is.