3246
4
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/125
Nächste Seite
Nl
De Nikon gids voor digitale fotografie
met de
digitale camera
Handelsmerk-informatie
Apple, het Apple logo, Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer,
Inc. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Het SD-logo is een
handelsmerk van de SD Card Association. PictBridge is een handelsmerk. Alle andere handelsnamen die in deze
gebruikshandleiding worden genoemd of in andere documentatie die bij uw Nikon producten worden geleverd, zijn
gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke houders.
i
Voor uw veiligheid
Lees om schade aan het Nikon product of letsel bij uzelf te voorkomen de nu
volgende veiligheidsvoorschriften goed door alvorens het product te gebruiken.
Bewaar deze veiligheidsvoorschriften op een plaats waar gebruikers van het pro-
duct er kennis van kunnen nemen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de in dit hoofdstuk ver-
melde veiligheidsvoorschriften worden door middel van het volgende symbool
weergegeven:
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat het
Nikon-product wordt gebruikt, om mogelijk letsel te voorkomen.
WAARSCHUWINGEN
Kijk niet via de zoeker naar de zon
Via de zoeker naar de zon of een andere
sterke lichtbron kijken kan tot gezichts-
beschadiging leiden.
Schakel het apparaat bij storing onmid-
dellijk uit
Indien er rook of een ongewone geur
uit het apparaat of de lichtnetadapter
(optioneel verkrijgbaar) komt, koppel de
lichtnetadapter dan los en verwijder de
batterij onmiddellijk. Pas daarbij op voor
eventuele hitte. Voortgaand gebruik
kan tot letsel leiden. Nadat de batterij is
verwijderd, dient het apparaat door een
door Nikon erkende onderhoudsdienst
na te worden gekeken.
Gebruik het apparaat niet in de buurt
van ontvlambaar gas
Gebruik elektronische apparatuur niet
in de buurt van ontvlambaar gas, aan-
gezien dit kan leiden tot ontploffi ngen
of brand.
Wees voorzichtig met de camerariem
Doe de camerariem niet rond de hals
van een kind.
Demonteer het apparaat niet
Aanraken van de interne onderdelen
van het apparaat kan tot letsel leiden.
Bij storing mag het apparaat alleen
door een daartoe bevoegde monteur
te worden gerepareerd. Mocht het
product openbarsten als gevolg van een
val of ander ongeluk, verwijder dan de
batterij en/of lichtnetadapter en laat het
apparaat door een door Nikon erkende
reparatiedienst nakijken.
Neem bij het gebruik van batterijen
onderstaande voorzorgsmaatregelen in
acht
Batterijen kunnen lekken of ontploffen
wanneer ze verkeerd worden gebruikt.
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht wanneer de batterijen voor
dit product worden gebruikt:
Zorg dat het product uitstaat en con-
troleer of het voedingslampje uit is,
voordat de batterij wordt vervangen.
Zorg bij gebruik van een lichtnetadapter
dat deze losgekoppeld is.
Gebruik uitsluitend Nikon EN-EL1 li-
thium-ion-batterijen (meegeleverd) of
2CR5 (DL245) lithiumbatterijen (apart
verkrijgbaar).
Probeer niet een batterij ondersteboven
of achterstevoren in de camera te plaat-
sen.
ii
• Sluit een batterij niet kort en demonteer
hem niet.
Stel een batterij niet bloot aan vuur of
bovenmatige hitte.
• Dompel een batterij niet onder in water
en zorg dat hij niet nat kan worden.
Plaats het dekseltje op de contactpun-
ten van de batterij wanneer u de bat-
terij vervoert. Berg een batterij (tijdens
vervoer) niet op bij metalen voorwerpen
zoals halskettingen en haarspelden.
Volledig ontladen batterijen kunnen
gaan lekken. Om schade aan het pro-
duct te voorkomen dient de batterij te
worden verwijderd als hij leeg is.
Als u de batterij niet gebruikt, plaats
dan het beschermkapje op de batterij
en berg hem op op een koele plaats.
Onmiddellijk na gebruik, of wanneer het
product gedurende langere tijd op bat-
terijvoeding is gebruikt, kan de batterij
heet zijn. Voordat de batterij uit de ca-
mera wordt genomen dient de camera
uit te worden gezet en dient de batterij
af te koelen.
Stop onmiddellijk met het gebruik van
de batterij als er verandering optreedt,
zoals verkleuring of vervorming.
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor de aansluitingen uitslui-
tend de door Nikon voor dit doel mee-
geleverde kabels, zodat aan de techni-
sche voorwaarden wordt voldaan.
Buiten bereik van kinderen houden
Zorg ervoor dat kleine kinderen geen
batterijen of andere kleine onderdelen
in hun mond kunnen stoppen.
Cd-roms
De cd-roms waarop de software en
handleidingen staan dienen niet op
audio-cd-apparatuur te worden afge-
speeld. Het afspelen van cd-roms op een
audio-cd-speler kan leiden tot gehoor-
verlies of schade aan de apparatuur.
Wees voorzichtig met gebruik van de
itser
Het gebruik van de fl itser dichtbij ie-
mands gezicht kan tot tijdelijke schade
aan het gezichtsvermogen leiden. Bij
foto’s van kleine kinderen is extra voor-
zichtigheid geboden; ga niet dichterbij
dan één meter.
Voorkom aanraking met vloeibaar
kristal
Mocht de LCD-monitor breken, pas dan
op voor letsel veroorzaakt door gebro-
ken glas; voorkom dat het vloeibare
kristal uit de monitor in aanraking komt
met huid, ogen of mond.
iii
Voor de gehele of gedeeltelijke repro-
ductie, transmissie, transcriptie, opslag
in een geautomatiseerd gegevensbe-
stand, of vertaling in welke taal dan
ook, in welke vorm dan ook, en met
welke middelen dan ook van de bij het
Nikon-product geleverde handleidingen,
is de voorafgaande schriftelijke toestem-
ming van Nikon vereist.
Nikon behoudt zich het recht voor
zonder voorafgaande aankondiging de
specifi caties van de hardware en soft-
ware die in deze gebruikshandleidingen
worden beschreven op elk gewenst
moment te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor schade
die voortkomt uit het gebruik van dit
product.
Nikon heeft alles in het werk gesteld
om te zorgen dat de informatie in deze
handleidingen juist en volledig is; wij
stellen het zeer op prijs als de Nikon-
importeur op de hoogte wordt gebracht
van eventuele fouten of omissies.
Opmerkingen
iv
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let er op dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gerepro-
duceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk
strafbaar kan zijn.
Voorwerpen die niet mogen worden
gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld,
munten, waardepapieren of obligaties
van de (plaatselijke) overheid, zelfs als
dergelijke kopieën of reproducties voor-
zien zijn van een stempel “Voorbeeld”
of “Specimen”.
Het kopiëren of reproduceren van pa-
piergeld, munten of waardepapieren
die in het buitenland in circulatie zijn
is verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verleend
door de overheid, is het kopiëren of
reproduceren van ongebruikte, door
de overheid uitgegeven postzegels of
briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door
de overheid verstrekte (post) zegels en
gecertifi ceerde wettelijke documenten
is verboden.
Waarschuwingen m.b.t. zekere ko-
pieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen
uitgevaardigd met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van waarde-
papieren uitgegeven door commerciële
instellingen (aandelen, wissels, cheques,
cadeaucertifi caten, etc.), reispassen, of
coupons, behalve wanneer het gaat om
een minimaal benodigd aantal kopieën
voor zakelijk gebruik door een bedrijf.
Eveneens niet toegestaan is het kopiëren
of reproduceren van door de overheid
uitgegeven paspoorten, vergunningen
afgegeven door overheidsinstanties en
andere instellingen, identiteitskaarten,
en kaartjes, zoals pasjes en maaltijd-
bonnen.
• Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van au-
teursrechterlijk beschermde creatieve
werken zoals boeken, muziek, schilderij-
en, houtgravures, kaarten, tekeningen,
lms en foto’s is geregeld in nationale
en internationale auteurswetgeving.
Gebruik dit product niet voor het ma-
ken van illegale kopieën of voor het
schenden van het auteursrecht.
v
Inhoud
Voor uw veiligheid.............................................................................................i
Opmerkingen .................................................................................................. iii
Inleiding 1
Onderdelen van de camera ............................................................................ 2
Monitor / Elektronische zoeker...................................................................... 4
De
knop....................................................................................................... 6
De ontspanknop.............................................................................................. 6
De keuzeknop ................................................................................................. 7
Navigeren door de menu’s ............................................................................. 7
Voorbereiding 8
Batterijen plaatsen.......................................................................................... 8
Geheugenkaarten plaatsen.......................................................................... 10
Inschakelen van de camera........................................................................... 12
Setup - basisinstellingen ............................................................................... 13
Foto’s maken - basistechniek 15
Stap 1 —Gebruiksstand kiezen .............................................................. 15
Stap 2—Beelduitsnede bepalen ................................................................... 16
Stap 3—Scherpstellen en afdrukken............................................................ 18
Stap 4—Resultaten bekijken ........................................................................ 21
Onderwerpsstand 24
Assistentie- en onderwerpsstanden............................................................. 24
Compositie-assistentie .................................................................................. 25
Portret-assistentie.......................................................................................... 26
Landschap-assistentie .................................................................................... 28
Sport-assistentie ............................................................................................ 30
Nachtportret-assistentie................................................................................. 31
Onderwerpsstand.......................................................................................... 32
Foto’s maken voor een panorama.................................................................. 36
Meer weten over foto’s maken 38
Flitser gebruiken: de fl itsstand..................................................................... 38
Zelfportretten maken: Zelfontspannerstand .............................................. 40
Simpelweg dichterbij: Macro Close-upstand ............................................... 41
Sturen van de belichting: Belichtingscorrectie............................................ 42
vi
Filmclips 43
Een fi lmstand kiezen..................................................................................... 43
Films opnemen .............................................................................................. 46
Filmclips afspelen .......................................................................................... 47
Meer weten over afspelen 48
Beelden met de camera bekijken................................................................. 48
Beeldoverzicht: Thumbnail-weergave............................................................. 48
Nader bekijken: Zoomweergave .................................................................... 49
Uitsneden maken .......................................................................................... 50
Spraakmemo’s: Opname en weergave ........................................................... 51
Beelden op TV bekijken................................................................................ 52
Beelden op de computer bekijken............................................................... 53
Foto’s printen ................................................................................................ 57
Printopdracht ................................................................................................ 58
Printen via directe USB-aansluiting................................................................. 60
Menugids 64
Het opnamemenu ......................................................................................... 64
Beeld kwal./form ........................................................................................... 65
Witbalans...................................................................................................... 67
Continu......................................................................................................... 69
Best Shot Selector (BSS)................................................................................. 70
Gevoeligheid ................................................................................................. 71
Beeld aanpassen............................................................................................ 72
Verscherping ................................................................................................. 73
AF-veld stand ................................................................................................ 74
Kleuropties.................................................................................................... 75
Het weergavemenu....................................................................................... 76
Diashow........................................................................................................ 77
Wissen .......................................................................................................... 80
Beveiligen...................................................................................................... 82
Auto-overdracht............................................................................................ 83
Kleine kopie .................................................................................................. 85
Kopiëren ....................................................................................................... 86
Sorteren op datum ........................................................................................ 88
Directe index ................................................................................................. 89
vii
Het Setup-Menu............................................................................................ 91
Welkomstscherm........................................................................................... 92
Datum........................................................................................................... 93
Datum afdrukken .......................................................................................... 95
Monitorinstellingen ....................................................................................... 96
Geluid instellen ............................................................................................. 97
Automatisch uit............................................................................................. 98
Geheugen formatteren / Geh.-krt format. ...................................................... 98
Taal/Language ............................................................................................... 99
Videostand.................................................................................................... 99
Standaardwaarden ........................................................................................ 99
Firmware-versie ........................................................................................... 100
Technische opmerkingen 101
Optionele accessoires.................................................................................. 101
Verzorging van uw camera ........................................................................ 102
Foutmeldingen............................................................................................ 105
Problemen oplossen.................................................................................... 108
Specifi caties ................................................................................................. 111
Index ............................................................................................................ 113
viii
Voordat er belangrijke opnamen worden gemaakt
Voordat er foto’s worden gemaakt van belangrijke gebeurtenissen (zoals een huwelijk
of een reis) is het aan te raden testopnamen te maken om vast te stellen of de camera
goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gemiste opbrengsten als gevolg
van een defect aan de camera.
Permanente educatie
Als onderdeel van Nikons streven naar permanente educatie, waarbij Nikon continue
productondersteuning en -informatie verschaft, is er online op de volgende sites altijd
nieuwe, bijgewerkte informatie beschikbaar:
Voor gebruikers in Europa: http://www.europe-nikon.com/support
Voor gebruikers in de V.S.: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië, het Midden-Oosten en Afrika:
http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites voor de laatste productinformatie, tips en antwoorden op veelgestel-
de vragen (FAQ’s), en voor algemeen advies over digitale beeldweergave en fotografi e.
Raadpleeg voor meer informatie de dichtstbijzijnde Nikon vertegenwoordiger. Zie de
URL hieronder voor de contactgegevens:
http://nikonimaging.com/
Gebruik uitsluitend Nikon elektronische accessoires
Uw Nikon COOLPIX digitale camera is volgens de hoogste technologische standaards
ontwikkeld en bevat complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires
van het merk Nikon (inclusief batterijladers, batterijen, lichtnetadapters en fl itsers),
die door Nikon speciaal zijn gecertifi ceerd voor gebruik met uw digitale camera, zijn
ontwikkeld om binnen de operationele- en veiligheidseisen van deze elektronische
circuits te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd.
HET GEBRUIK VAN NIET-NIKON ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES KAN LEIDEN TOT SCHADE AAN UW CAMERA EN
KAN UW RECHT OP GARANTIE DOEN VERVALLEN. Het gebruik van oplaadbare Li-Ion batterijen
die afkomstig zijn van derden en niet zijn goedgekeurd door Nikon kunnen een nor-
male werking van de camera verstoren of kan leiden tot oververhitting, ontbranding,
openbarsten of lekkage.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met hande-
laar of importeur.
1
Inleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze COOLPIX 4800 digitale camera. Deze
gebruikshandleiding is erop gericht de gebruiker maximaal plezier te geven in
het maken van digitale opnamen met deze Nikon digitale camera. Lees deze
handleiding voor gebruik goed door en bewaar hem waar iedereen die de camera
gebruikt hem kan vinden.
Om het vinden van bepaalde informatie
te vergemakkelijken zijn de volgende
symbolen gebruikt:
Inleiding
Voorbereiding
Foto’s maken -
basistechniek
Onderwerpsstand
Meer weten over
foto’s maken
Filmclips
Meer weten over
afspelen
Menugids
Technische
opmerkingen
Deze icoon staat bij tips: aanvullen-
de informatie die van pas kan ko-
men bij het gebruik van de camera.
Deze icoon staat bij waarschuwingen:
informatie die belangrijk is om schade
aan de camera te voorkomen.
Deze icoon staat bij opmerkingen: in-
formatie die gelezen dient te worden
voordat de camera wordt gebruikt.
Deze icoon geeft aan dat er elders
in deze handleiding of in de Snel-
handleiding meer informatie over
dit onderwerp staat.
Geheugenkaarten
Foto’s die u met deze camera maakt kun-
nen worden opgeslagen in het interne
geheugen van de camera of op verwis-
selbare geheugenkaarten. Zit er een ge-
heugenkaart in de camera, dan worden
alle nieuwe foto’s op de geheugenkaart
opgeslagen; wis-, weergave- en format-
teerhandelingen gelden dan alleen voor de
opnamen op de geheugenkaart. De geheu-
genkaart moet worden verwijderd voordat
u het interne geheugen kunt formatteren
of gebruiken voor opslaan, wissen of bekij-
ken van foto’s.
Inleiding
2
Deksel aanslui-
ting interface
( 52, 55, 61)
Onderdelen van de camera
Microfoon
( 43, 46, 51)
Objectief
(
103, 111)
Hoofdschakelaar
( 12)
Oogje voor
draagkoord
Ingebouwde fl itser
(
38)
Ontspanknop
(
6, 18)
Zelfontspannerlampje (
40)/
AF-hulpverlichting
(LED; 19, 102, 111)
Luidspreker
(
47, 51, 97)
Lampje camera-aan
(
12)
Bevestiging van het draagkoord
Bevestig de draagriem als hieronder aangegeven.Herhaal voor het tweede draagoog.
Objectief naar binnen
Objectiefbescherming
Aansluiting USB
(digitaal I/O)( 55, 61)/
Audio/Video(A/V) uit
( 52)
DC IN aansluiting
(
9)
Inleiding
3
Monitor
(
4, 6)
Statiefaansluiting
Zoom knoppen
( 17, 48, 49)
(monitor) knop ( 6)
Elektronische zoeker
( 4, 6)
(wissen) knop
( 19, 21, 48, 51)
Multi-selector
(
7)
(menu) knop
( 24, 32, 44, 64, 76)
Keuzeknop
(
7, 15)
(weergave) knop
( 21, 48, 76)
Knop oogsterkte-
aanpassing (
16)
Deksel kaart-
sleuf (
10)
Deksel batterijruimte
(
8)
Vergrendeling deksel
batterijruimte (
8)
Middelste knop
van multi-selector/
overspeelknop (
7, 53)
Sleuf geheugen-
kaart ( 10)
Oogje voor
draagkoord
Inleiding
4
Monitor / Elektronische zoeker
Opname
De volgende aanduidingen kunnen tijdens weergave op de monitor en in de elek-
tronische zoeker verschijnen:
1.0
1.0
1.0
17
17
3
5
6
8
910
11
12
131416 15
17
18
19
20
21
22
23
1
4
7
2
1 Opnamestand........................ 7, 15
2 Belichtingsvergrendeling ............ 36
3 Zoomaanduiding
1
...................... 17
4 Scherpstelaanduiding
2
............... 18
5 Flitsaanduiding
2
......................... 18
6 Aanduiding batterijconditie
3
...... 15
7 Aanduiding intern geheugen /
geheugenkaart .......................... 15
8 Icoon cameratrilling
4
.... 33, 39, 105
9 Icoon Datum niet ingesteld
5
....... 13
10 Tijdzone-aanduiding .................. 94
11 Zelfontspanneraanduiding ......... 40
12 Aanduiding datum in beeld ....... 95
13 Resterend aantal
opnamen............................. 15, 66
Lengte fi lmclip..................... 43, 46
14 Flitsstand ................................... 38
15 Scherpstelvelden en selectie scherp-
stelvelden ............................ 27, 74
16 Beeld kwal./form ....................... 65
17 Belichtingscorrectie.................... 42
18 Aanduiding
gevoeligheidsverhoging ....... 27, 71
19 Continu-opnamestand............... 69
20 Best Shot Selector (BSS) ............. 70
21 Witbalans .................................. 67
22 Kleuropties ................................ 75
23 Macro close-upstand.................. 41
1
Verschijnt wanneer zoomknoppen worden gebruikt.
2 Verschijnt alleen wanneer ontspanknop half wordt
ingedrukt.
3 Verschijnt wanneer de batterijen bijna leeg zijn.
4
Verschijnt bij lange sluitertijden als waarschuwing dat
de beelden door beweging onscherp kunnen worden.
5
Verschijnt wanneer camera-klok nog niet is ingesteld.
Inleiding
5
1 Huidige map.............................. 23
2 Bestandsnummer en –type......... 23
3 Aanduiding intern geheugen /
geheugenkaart .......................... 15
4 Aanduiding batterijconditie
1
...... 15
5 Volume-aanduiding ............. 47, 51
6 Spraakmemo opname-hulp........ 51
7 Spraakmemo weergave-hulp ..... 51
8 Huidig opnamenummer/
totaal aantal beelden ................. 23
Lengte fi lmclip........................... 47
9 Aanduiding snelle
zoomweergave .......................... 22
10 Filmweergave-aanduiding .......... 47
11 Spraakmemo icoon.................... 51
12 Beeld kwal./form ....................... 65
13 Film-aanduiding......................... 43
14 Beveiligingsicoon ....................... 82
15 Icoon printopdracht ................... 58
16 Overspeelicoon .......................... 83
17 Opnametijdstip .......................... 13
18 Opnamedatum .......................... 13
1 Verschijnt wanneer de batterijen bijna leeg zijn.
Weergave
De volgende aanduidingen kunnen tijdens weergave op de monitor verschijnen:
8/ 14
0008
0008
100
100
N I K
O
N
10
10
2004
2004
00
00
01
01
08
08
0008
100N I K
O
N
10
2004
00
0108
1
2
3
5
4
8
6
10
12 11 9
7
14
15
16
13
17
18
Inleiding
6
Wanneer heldere lichtomstandigheden het beeld op de monitor slecht zichtbaar
maken is het aan te raden de elektronische zoeker te gebruiken. Met de knop
wisselt u tussen monitor en elektronische zoeker; ook kunt er de aanduidingen
mee laten verdwijnen en weer oproepen.
De knop
Monitor aan;
aanduidingen in beeld
Monitor aan;
aanduidingen verborgen
Zoeker aan;
aanduidingen in beeld
Zoeker aan;
aanduidingen verborgen
De ontspanknop
De ontspanknop van de camera heeft twee posities. Drukt u de ontspanknop half
in, dan stelt de camera scherpstelling en belichting in en verschijnt de scherpstel-
aanduiding op de monitor of in de elektronische zoeker ( 18). Scherpstelling
en belichting blijven vergrendeld zolang de ontspanknop half ingedrukt wordt
gehouden. Druk de ontspanknop verder in om de opname te maken.
14
14
14
14
Inleiding
7
Plaats om een stand te kiezen de gewenste instelling te-
genover de markering “ ” naast de keuzeknop.
De keuzeknop
M
et de multi-selector navi
g
eert u door de cameramenu’s.
Navigeren door de menu’s
Opheffen en terug-
keren naar vorige
menu, of verplaats
cursor naar links.
Verplaats cursor omhoog
Oproepen sub-
menu, cursor naar
rechts verplaatsen
of selectie maken.
Druk op midden (
)
om selectie te maken
Verplaats cursor omlaag
Kies een van de drie fi lmstan-
den.
Een eenvoudige stand voor
richten en schieten, waarin
vrijwel alle instellingen door
de camera worden geregeld.
Een opnamemenu geeft u de
mogelijkheid negen opname-
instellingen te regelen.
Setup ( 91)
Kies deze stand om het setup-
menu op te roepen, waarin u
instellingen kunt regelen als
de camera-klok en de helder-
heid van de monitor.
Onderwerpsstand
( 32)
Kies een van de elf onderwerps-
standen, die afgestemd zijn op
bepaalde onderwerpen of op-
name-omstandigheden, en laat
alles verder aan de camera over.
Portret-assistentie
Landschap-assistentie
Sport-assistentie
Nachtportret-assistentie
Gebruik de compositie-assi-
stentie om een compositie te
vormen die bij een bepaald
onderwerp past ( 25–31).
8
Voorbereiding
Voorbereiding
Batterijen plaatsen
Uw camera maakt gebruik van een van de volgende batterijen:
Batterij Omschrijving
Zes volt 2CR5 (DL245)
lithiumbatterij (×1)
In veel winkels te koop
• Niet oplaadbaar
Oplaadbare Nikon
EN-EL1 lithium-ion-
batterij (×1)
Met camera meegeleverd
Kan worden opgeladen met meegeleverde MH-53 bat-
terijlader (denk eraan de batterij te laden als u de camera
voor het eerst gaat gebruiken of de camera langere tijd
niet hebt gebruikt). Het duurt circa twee uur om de bat-
terij te laden als hij geheel leeg is.
1
Open het deksel van de batterijruimte
Druk op de vergrendeling van het deksel van de bat-
terijruimte; schuif het deksel in de stand (
) en open
het deksel (
).
1
2
2
Plaats de batterij
Plaats de batterij als aangegeven op het label bij de
opening van de batterijruimte; let erop dat de posi-
tieve (“+”) en negatieve (“–”) polen correct worden
geplaatst.
Batterijen plaatsen
Proberen de batterij onder-
steboven of achterstevoren te
plaatsen kan schade aan de
camera veroorzaken. Contro-
leer goed of de batterij juist is
geplaatst.
2CR5
EN-EL1
9
Voorbereiding
Batterijen vervangen
Zet de camera uit voordat u batterijen verwijdert of plaatst. Open het deksel van de
batterijruimte niet als het camera-aan-lampje nog brandt. Wilt u de batterij verwijde-
ren, open dan het deksel van de batterijruimte en schuif de batterij naar buiten. Denk
erom dat de batterij door het gebruik heet kan worden; wees dus voorzichtig als u de
batterij verwijdert.
Lees de batterijwaarschuwingen
Lees alle waarschuwingen en instructies aangaande batterijgebruik op blz. i–ii en 104
van deze handleiding, plus de waarschuwingen en instructies die door de batterijfabri-
kant worden meegeleverd, en volg ze op.
Alternatieve stroombronnen
Wilt u de camera voor langere perioden achtereen van stroom
voorzien, gebruik dan de EH-54 lichtnetadapter. Maak in geen
geval gebruik van een ander merk of model lichtnetadapter.
Negeren van deze waarschuwing kan leiden tot oververhitting
van of schade aan de camera.
3
Sluit het deksel van de batterijruimte
Sluit het deksel (
) en schuif het dicht totdat het
wordt vergrendeld (
).
1
2
10
Voorbereiding
Geheugenkaarten plaatsen
1
Controleer of de camera uit staat
Het camera-aan-lampje moet uit zijn.
2
Open het deksel van de kaartsleuf
Foto’s worden opgeslagen in het 13,5 MB interne geheugen of op verwisselbare
Secure Digital (SD) geheugenkaarten. Kijk voor informatie over compatible geheu-
genkaarten bij “Technische opmerkingen: Optionele accessoires” ( 101).
Is er geen geheugenkaart geplaatst, dan worden de foto’s opgeslagen in, en weer-
gegeven en gewist van het interne geheugen van de camera . Formatteren ( 98)
heeft alleen betrekking op het interne geheugen.
Is er een geheugenkaart geplaatst, dan wordt de kaart gebruikt voor opname,
weergave en wissen. Formatteren heeft alleen betrekking op de geheugenkaart,
niet op het interne geheugen. De geheugenkaart moet worden verwijderd
voordat u het interne geheugen kunt formatteren of gebruiken voor opslaan, wis-
sen of bekijken van foto’s.
Zo plaatst u een geheugenkaart
4
Sluit het deksel van de kaartsleuf
3
Plaats de geheugenkaart
Plaats de geheugenkaart zoals aangegeven op het
label bij de opening van de kaartsleuf.
Geheugenkaarten plaatsen
Plaats de kaart met de aan-
sluitpunten eerst. De kaart on-
dersteboven of achterstevoren
plaatsen kan schade aan de ca-
mera of de kaart veroorzaken.
Controleer goed of de kaart
juist is geplaatst.
Contactpunten
Plaatsings-
richting
11
Voorbereiding
Wanneer de kaart beveiligd is kunnen
beelden worden afgespeeld; het is niet
mogelijk ze op te nemen, te wissen of
te bewerken. Het beveiligen van de
kaart voorkomt ook dat beelden wor-
den overgespeeld door het drukken
op het midden van de multi-selector
( knop) wanneer Mass Storage is
geselecteerd bij USB ( 53).
Beveiligingsschuif
Geheugenkaarten formatteren
Geheugenkaarten moeten worden geformatteerd voordat u ze voor het eerst gebruikt.
Gebruik de formatteeroptie in het setup-menu van de camera om geheugen-
kaarten te formatteren; de camera kan mogelijk geen gebruik maken van geheu-
genkaarten die met een computer of ander apparaat zijn geformatteerd. Kijk voor
informatie over het formatteren van geheugenkaarten bij “Het Setup-menu: Geh.-krt
format” (
98).
Beveiligingsschuif
SD kaarten zijn voorzien van een beveiligingsschuif tegen ongewild dataverlies. Staat
deze schuif in de stand “lock” (beveiligd), dan is het niet mogelijk foto’s op te nemen,
te wissen en te bewerken; de kaart kan ook niet worden geformatteerd. Gebruik de
beveiliging niet als u beelden opneemt, wist of bewerkt, of wanneer u beelden naar
een computer overspeelt ( 53).
Verwijderen van geheugenkaarten
De camera moet uit staan als u de geheugenkaart verwijdert; zo kan er geen informatie
verloren gaan. Wilt u de kaart verwijderen, zet dan de camera uit en controleer of het
camera-aan-lampje uit is. Open het deksel van de kaartsleuf niet als het camera-
aan-lampje brandt. Open het deksel van de kaartsleuf en druk op de kaart om hem
een stukje naar buiten te laten komen. U kunt de kaart nu met de hand uitnemen.
12
Voorbereiding
Inschakelen van de camera
Druk op de hoofdschakelaar totdat het camera-aan-lampje
brandt. De eerste maal dat de camera wordt ingeschakeld
verschijnt het taalselectievenster (zie hiernaast); selecteer
een taal en stel de datum en de tijd in zoals wordt beschre-
ven op de volgende bladzijden.
Uitschakelen van de camera
Wilt u de camera uitschakelen, druk dan opnieuw op de hoofdschakelaar. Is het came-
ra-aan-lampje uit, dan is de camera uitgeschakeld. U mag de batterij of de geheugen-
kaart pas verwijderen of de lichtnetadapter pas loskoppelen als het camera-aan-lampje
is gedoofd.
Automatische uitschakeling (Standby-stand)
Worden er een minuut lang geen handelingen uitgevoerd, dan zullen de monitor en de
elektronische zoeker automatisch worden uitgeschakeld en gaat de camera in de stand-
by-stand om stroom te sparen. In de standby-stand fl ikkert het camera-aan-lampje.
De camera wordt weer geactiveerd wanneer u:
de hoofdschakelaar indrukt
op de knop drukt of de ontspanknop half indrukt
• op de knop drukt om foto’s af te spelen
• op de knop drukt om het menu voor de huidige stand op te roepen
aan de keuzeknop draait om een nieuwe stand te kiezen
De tijdsduur voor het ingaan van de standby-stand kan worden gewijzigd via de optie
Automatisch uit in het setup-menu ( 98).
Worden er circa drie minuten na het starten van de standby-stand geen handelingen
met de camera uitgevoerd, dan wordt de camera uitgeschakeld en gaat het camera-
aan-lampje uit.
Camera-aan-lampje
Het camera-aan-lampje geeft de camerastatus als volgt weer:
Uit Uit
Brandt Aan
Flikkert
Automatische uitschakeling (Standby-stand)
Camera-aan-lampje Camera
Knippert Batterij leeg ( 15)
13
Voorbereiding
Setup - basisinstellingen
3
Markeer Ja.
*
DATUM
DATUM
Tijd/datum instellen?
Tijd/datum instellen?
Nee
Ja
2
DATUM
DATUM
Tijd/datum instellen?
Tijd/datum instellen?
Nee
Ja
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
* Selecteer Nee om terug te keren naar de stand die met de keuzeschakelaar werd ge-
kozen. Zijn datum en tijd niet ingesteld, dan knippert de icoon (“datum niet inge-
steld”) tijdens het fotograferen op de monitor; alle opnamen krijgen de tijdregistratie
“0000.00.00 00:00”. Films krijgen de datum “2004.01.01 00:00”.
5
EIGEN TIJDZONE
London
,
Casablanc
a
Teru
g
Ingestld
Kaart met tijdzones verschijnt.
4
TIJDZONE
TIJDZONE
01.
01
.
2004 00
:
00
Zomertijd
London, Casablanca
Het menu TIJDZONE verschijnt.
Wilt u zomertijd in- of uitschakelen, druk dan de multi-selector omlaag om Zomertijd
te markeren en druk midden op de multi-selector. Is Zomertijd geactiveerd, dan
wordt de tijd automatisch een uur vooruit gezet ( 94). Wilt u terugkeren naar stap
4, druk dan de multi-selector omhoog om de huidige tijdzone te markeren.
De cameraklok
De camera werkt mogelijk minder nauwkeurig dan een horloge of een klok in uw huis.
Controleer af en toe de tijdaanduiding van uw camera, stel zonodig de tijd bij.
De eerste keer dat de camera wordt aangezet verschijnt het taalselectievenster.
Kies een taal en stel tijd en datum als volgt in:
1
日本語
Deutsch
English
Es
p
añol
Français
Italiano
Nederlands
Svenska
Annuleren In
g
estld
Markeer Deutsch (Duits), English
(Engels), Español (Spaans), Français
(Frans), Italiano (Italiaans), Nederlands,
Svenska (Zweeds),
(Japans),
(Vereenvoudigd chinees),
(Traditioneel chinees) of
(Koreaans).
*
* Wilt u stoppen zonder een taal te kiezen, druk dan op de knop.
14
Voorbereiding
De klokbatterij
Wanneer de hoofdbatterij in de camera zit of de camera op een lichtnetadapter is
aangesloten laadt de klokbatterij zich in ongeveer 10 uur op. Wanneer hij volledig is
geladen kan de klokbatterij een aantal dagen voor backup-voeding zorgen. Het DATUM
menu verschijnt automatisch als de batterij leeg is.
DATUM
DATUM
D MDM
200401
00 00
01
JJ
7
Het menu DATUM verschijnt.
DATUM
DATUM
D MDM
200401
00 00
01
JJ
8
Stel Dag in (volgorde van Dag,
Maand en Jaar kan in sommige
regio’s afwijken).
DATUM
DATUM
D MDM
200408
00 00
01
JJ
9
Selecteer Maand. Herhaal stappen
8–9 om Maand, Jaar, uur en minuut
in te stellen.
DATUM
DATUM
D MDM
200408
10 00
01
JJ
10
Markeer D M J.
DATUM
DATUM
M DMD
200401
10 00
08
JJ
11
Kies de volgorde waarin Dag, Maand
en Jaar moeten verschijnen.
12
Ga terug naar de stand die met de
keuzeknop werd gekozen. Denk er aan
dat tijd en datum van opname niet op
de foto’s wordt geprint tenzij Datum
of Datum en tijd is geselecteerd voor
Datum afdrukken ( 95).
14
14
Madrid, Paris, Berlin
EIGEN TIJDZONE
EIGEN TIJDZONE
Terug Ingestld
6
Selecteer uw tijdzone.
15
Foto’s maken-basistechniek
Foto’s maken-basistechniek
Batterij-aanduiding: Verschijnt wanneer
de batterij bijna leeg is.
Aanduiding intern geheu-
gen / geheugenkaart: geeft
aan of intern geheugen
( ) of geheugenkaart ( )
wordt gebruikt ( 10).
Opnamestand: geeft
automatische stand aan.
Hier leest u hoe u foto’s maakt in de (auto) stand, een automatische stand voor
richten en schieten die zeer geschikt is voor gebruikers die voor het eerst met een
digitale camera werken.
14
14
Resterend aantal opnamen:
is afhankelijk van de capaci-
teit van het interne geheu-
gen of geheugenkaart en de
optie die werd gekozen bij
Beeld kwal./form ( 65).
Beeld kwal./form: Kies
beeld-
kwaliteit en beeldgrootte
afhankelijk van het doel
waarvoor u het beeld wilt
gebruiken ( 65). De stan-
daardinstelling is .
Flitsstand: Kies uit vijf standen, afhankelijk van de
lichtomstandigheden en uw creatieve bedoelingen (
38). De standaardinstelling is AUTO (auto).
Batterij-aanduiding
Melding Betekenis
Batterij bijna leeg; houd
reserve batterij gereed. Bij
gebruik van de fl itser gaat
de monitor uit tijdens het
opladen van de fl itser.
GEEN ICOON
Batterijen volledig geladen.
Melding Betekenis
LET OP!
BATTERIJ
BIJNA LEEG
Batterijen leeg.
*
Vervan-
gen door volle batterijen.
* Camera-aan-lampje knippert wanneer de
batterij bijna leeg is.
D
raai
d
e
k
euze
k
nop naar en zet
d
e camera aa
n
Het camera-aan-lampje gaat branden en er verschijnt een
welkomstscherm in de monitor of de elektronische zoeker.
De camera is klaar voor opname wanneer het door het
objectief gevormde beeld verschijnt.
Stap 1 —Gebruiksstand kiezen
Het opnamemenu
(auto) stand geeft een opnamemenu met negen opties, waarmee u volledige con-
trole heeft over instellingen als witbalans en beeldverscherping ( 64).
16
Foto’s maken-basistechniek
1
Maak de camera gereed
Houd de camera rustig en stevig met twee handen
vast. U kunt de beelduitsnede bepalen via de monitor
A
of de elektronische zoeker
B
.
Dek het beeld niet af
Zorg ervoor dat er niets voor microfoon, objectief of
het fl itsvenster zit, anders krijgt u een dof geluid of
donkere of gedeeltelijk afgedekte opnamen.
A
B
Stap 2—Beelduitsnede bepalen
2
Neem het onderwerp in beeld
Gebruik de zoomknoppen om het onderwerp centraal
in de monitor of elektronische zoeker uit te kaderen.
Wanneer er weinig licht is
Wanneer er weinig licht is wordt de gevoeligheid verhoogd; het beeld op de monitor
kan enigszins korrelig worden. Dat is normaal en wijst niet op een fout.
Scherp zoekerbeeld
Is het beeld van de elektronische zoeker onscherp, draai dan
aan het wieltje van de oogsterkte-aanpassing totdat het beeld
scherp is. Draait u aan de instelling terwijl u het oog aan de
zoeker hebt, pas dan op dat u niet met uw vinger in uw oog
komt.
14
14
17
Foto’s maken-basistechniek
Zoom
De camera biedt twee zoomsystemen: optische zoom,
waarbij het objectief van de camera wordt gebruikt om
het onderwerp maximaal 8,3 × uit te vergroten, en digitale
zoom, waarin een deel van het beeld via digitale bewerking
wordt vergroot tot 4 ×, voor een totale zoomfactor van
maximaal 33 ×. Gebruik de zoomknoppen om in en uit te
zoomen.
Druk op de knop om uit te zoomen, waardoor u
meer overzicht krijgt. Druk op de knop om in te zoo-
men, waardoor het onderwerp het beeld meer vult. De
camera is uitgerust met een zoom met twee-snelheden:
druk de knoppen geheel in voor maximale zoomsnelheid;
druk ze half in voor normale zoomsnelheid.
Zoom
uit
Zoom
in
Aanduiding van de
zoomfactor
14
Is de camera ingezoomd tot de maximale vergroting,
dan start u de digitale zoom door de toets circa een
seconde in te drukken. De zoomaanduiding wordt geel.
Gebruik de en toetsen om de zoom in het digi-
tale bereik te regelen. Wilt u de digitale zoom opheffen,
druk dan op totdat de zoomaanduiding wit wordt.
Digitale zoom
Bij digitale zoom wordt beeldinformatie van de beeldsensor van de camera digitaal
bewerkt, waardoor het centrale deel van het beeld wordt vergroot tot het het hele
beeld vult. In tegenstelling tot optische zoom, worden bij digitale zoom de details
in de foto niet duidelijker. In plaats daarvan worden details die bij maximale opti-
sche zoom zichtbaar zijn simpelweg vergroot, waardoor een ietwat korrelig beeld
ontstaat.
Digitale zoom
14
Normale zoom Snelle zoom
18
Foto’s maken-basistechniek
Stap 3—Scherpstellen en afdrukken
1
Scherpstellen
Druk de ontspanknop half in om scherpstelling en
belichting in te stellen. Bij de standaardinstellingen
stelt de camera automatisch scherp op het onder-
werp in het midden van de lens als dat op meer dan
0,4 meter of meer van de lens verwijderd is (breedste
hoek; bij maximale zoom kan de camera scherpstellen
op afstanden van 1,8 meter of meer). De scherpte en
de belichting worden vergrendeld als de ontspanknop
half wordt ingedrukt (
6).
Controleer terwijl de ontspanknop half ingedrukt
wordt gehouden de scherpstel- en fl itsaanduidingen
in de monitor of de elektronische zoeker.
Flitsaanduiding
Scherpstelaanduiding
Brandt (groen)
Scherpstelling in orde.
Brandt (rood)
Knippert
rood
Uit Flitser uit of niet nodig.
Flitser laadt zich op.
Bij de opname wordt gefl itst.
Knippert
rood
Camera kan niet scherpstellen
op onderwerp midden in beeld.
Stel met scherpstelvergrendeling
scherp op een ander onderwerp
op dezelfde afstand, kies opnieuw
de compositie en maak de foto.
2
Maak de foto
Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken.
Druk rustig op de ontspanknop om bewegingson-
scherpte te vermijden.
“Geen geheugen meer”
Verschijnt de melding “GEEN GEHEUGEN MEER”
( 106)
, dan kunt u verder geen op-
namen meer maken. U kunt mogelijk weer opnamen maken als u:
de instelling voor Beeld kwal./form ver-
andert ( 65)
een aantal opnamen wist (
19, 48, 80)
een nieuwe geheugenkaart plaatst ( 10)
de geheugenkaart verwijdert en het
interne geheugen gebruikt ( 10)
Scherpstelaan-
duiding
Flitsaanduiding
14
14
19
Foto’s maken-basistechniek
Tijdens de opname
Terwijl de beelden worden opgeslagen knippert de aanduiding voor intern geheugen
/ geheugenkaart ( of ). De camera kan doorgaan opnamen te maken totdat de
(wachten) icoon verschijnt. Zet de camera niet uit, verwijder de geheugenkaart
niet en verwijder of ontkoppel de stroombron niet als de aanduiding voor in-
terne geheugen / geheugenkaart knippert of de icoon verschijnt. Onder die
omstandigheden kan een stroomonderbreking of verwijdering van de geheugenkaart
leiden tot informatieverlies of beschadiging van de camera of de kaart.
De AF-hulpverlichting
Is er weinig licht, dan zal de ingebouwde AF-hulpverlichting
worden geactiveerd als de ontspanknop half wordt ingedrukt,
waardoor de camera ook goed kan scherpstellen als het on-
derwerp slecht wordt verlicht. De AF-hulpverlichting heeft een
maximaal bereik van circa 2,0 m (grootste beeldhoek) tot 1,5
m (geheel ingezoomd). De AF-hulpverlichting treedt niet in werking indien:
• de stand (Portret-assistentie), (Landschap-assistentie), (Sport-assistentie) of
(Nachtportet-assistentie) werd gekozen of indien (Schemering), (Nachtland-
schap), (Close up), (Museum) of (Vuurwerk) werd geselecteerd als onder-
werpsstand ( 24–37)
Handmatig werd geselecteerd voor AF-veld stand ( 74) en het centrale scherp-
stelveld niet werd geselecteerd
Goede resultaten met autofocus
Autofocus werkt het beste wanneer er een contrast is in het onderwerp en wanneer
het onderwerp gelijkmatig wordt verlicht. De autofocus kan mogelijk niet optimaal
presteren wanneer het onderwerp erg donker is of snel beweegt, als er objecten van
sterk verschillende helderheid in beeld zijn (bijvoorbeeld wanneer iemand de zon achter
zich heeft waardoor zijn gezicht in de schaduw wegvalt), of wanneer er verschillende
onderwerpen op verschillende afstanden van de camera zijn (bijvoorbeeld een dier in
een kooi, door de tralies heen gefotografeerd).
Beelden wissen in de opnamestand
In de opnamestand kunt u individuele beelden wissen door op de knop te drukken.
Er verschijnt een bevestigingsscherm; druk de multi-selector omhoog of omlaag om een
optie te markeren en druk midden op de multi-selector.
Ja: wis de foto die op de monitor te zien is en keer terug naar de opnamestand.
Nee: keer terug naar de opnamestand zonder de foto te wissen.
Wis 1 beeld(en)?
Wis 1 beeld(en)?
Ja
Nee
Gereed
20
Foto’s maken-basistechniek
Scherpstel-/Belichtingsvergrendeling (AF/AE Lock)
Scherpstelling en belichting blijven vergrendeld als de ontspanknop half wordt inge-
drukt, en blijven vergrendeld zolang de ontspanknop in deze stand wordt gehou-
den (scherpstelvergrendeling). Gebruik scherpstelvergrendeling voor onderwerpen
buiten het beeldmidden of wanneer de autofocus niet goed op het onderwerp kan
scherpstellen.
4
Druk de ontspanknop geheel in om de
foto te maken.
Maak de foto
3
Scherpstelling en belichting blijven ver-
grendeld zolang de ontspanknop half
ingedrukt wordt gehouden.
*
Bepaal de beeldcompositie
2
Controleer of de scherpstelaanduiding
brandt, wat aangeeft dat er op het on-
derwerp is scherpgesteld.
Controleer de scherpstelaan-
duiding
1
Plaats het onderwerp midden in beeld
en druk de ontspanknop half in.
Scherpstellen
* Verander zolang de scherpstelling vergrendeld wordt gehouden de afstand tussen
camera en onderwerp niet. Verplaatst het onderwerp zich, laat dan de ontspanknop
los en stel opnieuw in op de nieuwe afstand.
14
14
14
14
14
14
21
Foto’s maken-basistechniek
Stap 4—Resultaten bekijken
1
Druk op de knop
Er verschijnt een beeld op de monitor.
2
Extra beelden bekijken
Duw de multi-selector omlaag of naar rechts om de
foto’s in de opgenomen volgorde te zien, omhoog of
naar links voor de omgekeerde volgorde. Foto's wor-
den eerst kort op lage resolutie weergegeven terwijl
ze nog van de geheugenkaart worden gelezen. Hier-
door is het mogelijk snel door de foto's te bladeren
zonder te wachten tot elk beeld op volledige resolutie
is opgebouwd. Houd de multi-selector ingedrukt om
snel naar het gewenste beeld te bladeren. Om terug
te keren naar de opnamestand drukt u opnieuw op
de
knop.
1/ 1
0001
0001
100
100
N I K
O
N
10
10
08
08
00
00
2004
2 004
01
0 1
0001
100N I K
O
N
10
08
00
200401
Ongewenste foto’s wissen
Doe het volgende om een beeld te wissen dat op de monitor te zien is:
Wis 1 beeld(en)?
Wis 1 beeld(en)?
Ja
Nee
1
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
Wis 1 beeld(en)?
Wis 1 beeld(en)?
Ja
Nee
2
Markeer Ja.
*
3
Het beeld wordt gewist. Terugkeer
naar weergave.
Gereed
* Wilt u het scherm verlaten zonder de foto te wissen, markeer dan Nee en druk op
het midden van de multi-selector.
De knop
Druk ongeveer een seconde op de knop om de camera in te schakelen. Met op-
nieuw indrukken gaat u terug naar de stand die met de keuzeknop werd gekozen.
22
Foto’s maken-basistechniek
Meer over weergave
Meer informatie over weergave bij “Meer weten over afspelen” ( 48).
Snelle zoomweergave
Zo krijgt u een vergrote weergave (3 ×) van het huidige beeld op de monitor:
3.0
Schuiven Zoomen
1
Zoom beeld in × 3. Centrale deel van
het beeld vult de monitor.
3.0
Schuiven Zoomen
2
Bekijk andere delen van het beeld.
Welk deel wordt getoond wordt
aangegeven in de rechter beneden-
hoek van de monitor.
3
Stop de zoomweergave en keer terug
naar weergave.
1/ 1
0001
000 1
100
100
N I K
O
N
10
10
08
08
00
00
2004
2 004
01
0 1
0001
100N I K
O
N
10
08
00
200401
Met de zoomknoppen kunt u het beeld in- en uitzoomen indien snelle zoomweer-
gave actief is ( 49).
23
Foto’s maken-basistechniek
Beeldbestands— en mapnamen
Op de geheugenkaart worden de opnamen opgeslagen met namen die uit drie delen
bestaan: een vierletterige identifi cator, een viercijferig bestandsnummer dat automa-
tisch door de camera wordt toegekend (oplopend volgnummer), en een drieletterige
extensie (bijv. “DSCN0001.JPG”).
Wanneer een opname in de monitor wordt weergegeven verschijnen bestandsnummer
en extensie in de rechter bovenhoek van het scherm. De identifi cator wordt niet weer-
gegeven, maar is wel zichtbaar als het beeld wordt overgespeeld naar een computer.
Foto’s worden opgeslagen in mappen die automatisch door de camera worden aan-
gemaakt en voorzien van een driecijferig mapnummer gevolgd door een identifi cator:
“INDEX” voor foto’s die met de optie Directe index werden gemaakt (
89), “P_” plus
een driecijferig nummer voor opnamen die werden gemaakt met panorama assist (bijv.
“101P_001”, 36), en “NIKON” voor alle andere foto’s (bijv. “100NIKON”). Een map
kan maximaal 200 foto’s bevatten; wordt er een opname gemaakt terwijl de huidige
map 200 beelden bevat, dan wordt er een nieuwe map aangemaakt met een nummer
dat één hoger is dan de huidige. Een nieuwe map wordt gemaakt voor elke serie die
werd gemaakt met panorama-assist. Maakt u een foto terwijl de huidige map een foto
met het nummer 9999 bevat, dan wordt er een nieuwe map aangemaakt en begint de
bestandsnummering weer op 0001. Heeft de huidige map het nummer 999 en bevat
hij 200 foto’s of een foto met nummer 9999, dan kunnen er geen foto’s meer worden
gemaakt totdat het interne geheugen of de geheugenkaart is geformatteerd ( 98) of
er een nieuwe geheugenkaart is geplaatst.
De foto die verschijnt wanneer de knop wordt ingedrukt is de foto met het hoogste
bestandsnummer in de map met het hoogste nummer.
Type
Beeld
Identifi cator Extensie
21
46
.JPG
.MOV
DSCN
DSCN
Origineel
Film
Uitsnedekopie 50
85
.JPG
.JPG
RSCN
SSCN
Kopie
Kleine kopie
DSCN .WAV 51
Spraakmemo gekoppeld aan origi-
nele foto
Audiobe-
stand
RSCN .WAV 51
Spraakmemo gekoppeld aan uitsne-
dekopie
SSCN .WAV 51Spraakmemo (gekoppeld aan kopie)
24
Onderwerpsstand
Onderwerpsstand
Assistentie- en onderwerpsstanden
De COOLPIX 4800 biedt keuze uit elf onderwerpsstanden en vier assistentiestan-
den. In deze standen worden de camera-instellingen automatisch geoptimaliseerd
voor het geselecteerde onderwerp; de fotograaf hoeft niet alle nodige instellingen
een voor een uit te voeren.
Assistentiestanden ( 25–31)
U kiest de assistentiestanden door de keuzeknop in de gewenste stand te draaien.
De compositie-assistentie is beschikbaar voor een optimale beeldcompositie.
Onderwerpsstanden ( 32–37)
U kiest de onderwerpsstanden door de keuzeknop op te zetten en het ge-
wenste onderwerp uit het menu te kiezen.
Stand
Portret -assistentie 26–27
Landschap-assistentie 28–29
Sport-assistentie 30
Nachtportret-assistentie 31
Stand
Party / Binnen 33
Strand / Sneeuw
33
Zonsondergang 33
Schemering 34
Stand
Nachtlandschap 34
Close-up 34
Museum 34
Vuurwerk 35
Stand
Kopie 35
Tegenlicht 35
Panorama
assist
36–
37
Assistentie- en onderwerpsstanden
In hoeverre een onderwerpsstand het gewenste resultaat geeft is mede afhankelijk van
de omstandigheden. Voldoet het resultaat niet, kies dan de stand (auto) en probeer
het opnieuw.
Sluit Ingestld
Party/binnen
Party/binnen
25
Onderwerpsstand
Compositie-assistentie
De vier assistentiestanden geven u een aantal mogelijkhe-
den tot compositie-ondersteuning, waarbij hulpsjablonen
in de monitor u helpen een goede compositie te vormen.
Gebruik van de hulpsjablonen
Uw onderwerp hoeft niet precies binnen de hulpsjablonen te passen. Let bij de com-
positiebepaling goed op uw omgeving; pas op dat u nergens over struikelt.
Afhankelijk van het geselecteerde onderwerp kunnen er beperkingen gelden ten
aanzien van de fl itsstand ( ; 38), de zelfontspanner ( ; 40) of de macro
close-up-stand ( ; 41). Deze beperkingen worden op de nu volgende bladzij-
den behandeld. De AF-hulpverlichting ( 19) is bij gebruik van de compositie-as-
sistentie niet beschikbaar.
6
Plaats onderwerp binnen hulpsja-
bloon en maak de foto.
14
14
5
Keer terug naar opnamestand met
hulpsjablonen in beeld.
14
14
3
Sluit Ingestld
Portret
Portret
Portret
links
Markeer compositietype.
4
Maak selectie.
Sluit Ingestld
Portret
Portret
Portret
links
1
14
14
Selecteer stand.
2
Roep menu compositie-assistentie op.
Sluit Ingestld
Portret
Portret
26
Onderwerpsstand
Portret-assistentie
De stand (portret-assistentie) wordt gebruikt voor
portretcomposities waarin het onderwerp scherp afsteekt
tegen een achtergrond waarvan de details zijn verzacht,
waardoor het beeld een diepte-effect krijgt (hoe onscherp
de achtergrond wordt is mede afhankelijk van de hoeveel-
heid licht). Een compositie-assistentie-menu helpt bij de
compositie van onderwerpen buiten het beeldmidden,
staande en liggende foto’s, en portretfoto’s met twee personen.
Uit
**
*
Andere standen kunnen worden gekozen.
Uit
PORTRET
Er verschijnen geen hulp-
sjablonen op de monitor.
Kies met de multi-selec-
tor het scherpstelveld,
overeenstemmend met
de plaats van het onderwerp.
Sluit Ingestld
Portret
Portret
Portret links
Voor foto’s waarbij het
onderwerp zich in de
linker helft van het beeld
bevindt. Camera stelt
scherp op onderwerp in
hulpsjabloon.
Sluit Ingestld
Portret
Portret
Portret
links
Portret rechts
Voor foto’s waarbij het
onderwerp zich in de
rechter helft van het
beeld bevindt. Camera
stelt scherp op onder-
werp in hulpsjabloon.
Sluit Ingestld
Portret
Portret
Portret
rechts
Portret close-up
Voor foto’s waarbij het
onderwerp zich in de
bovenste helft van het
beeld bevindt. Camera
stelt scherp op gezicht-
gedeelte van hulpsjabloon.
Sluit Ingestld
Portret
Portret
Portret
close-up
Dubbelportret
Voor een portretcompo-
sitie met twee personen
naast elkaar. Camera
stelt scherp op dichtstbij-
zijnde onderwerp.
Sluit Ingestld
Portret
Portret
Dubbel
portret
Staand portret
Voor een portretcom-
positie waarbij de ca-
mera wordt gehouden
als rechtsonder wordt
getoond, met gezicht
van de persoon in de
bovenste helft van het
beeld. Camera stelt
scherp op gezicht-ge-
deelte van hulpsjabloon.
Sluit Ingestld
Portret
Portret
Staand
portret
27
Onderwerpsstand
In aanvulling op de mogelijkheden van de vorige bladzijde bevat het menu van
de compositie-assistent in de portretstand de opties Gevoeligheid en Beeld
kwal./form.
Gevoeligheid
Het Gevoeligheid menu bevat de volgende opties:
Beeld kwal./form
Kies uit Hoog (2288
), Normaal (2288),
Normaal (1600), PC-scherm (1024) en TV-
scherm (640).
GEVOELIGHEID
GEVOELIGHEID
Auto
Vaste waarde
Handmatige scherpstelveldselectie
Zo selecteert u het scherpstelveld wanneer PORTRET werd geselecteerd in de stand
voor portret-assistentie:
14
14
Geselecteerd scherp-
stelveld in grijs.
3
14
14
Markeer nieuw
AF-veld.
2
14
14
Actief AF-veld gemar-
keerd in rood.
1
14
14
Actief AF-veld in
grijs.
Flitsstand, ontspanmethode, macrostand en belichtingscorrectie kunnen niet worden
veranderd als het AF-veld in rood is gemarkeerd. Druk midden op de multi-selector om
het scherpstelveld te selecteren voordat u deze instellingen verandert.
Optie Omschrijving
Vaste
waarde
Gevoeligheid (ISO equivalent) vast ingesteld
op waarde equivalent aan circa 50 ISO.
Auto
(standaard)
Als er weinig licht is verhoogt de camera ter
compensatie automatisch de gevoeligheid
(ISO equivalent). ISO icoon verschijnt wan-
neer gevoeligheid wordt verhoogd. Wan-
neer ISO icoon verschijnt kan “ruis” (korrel-
effect) in foto’s voorkomen.
Normaal (1600)
Normaal (2288)
BEELD KWAL/FORM
BEELD KWAL/FORM
1/2
1/2
Hoog (2288
)
28
Onderwerpsstand
Landschap-assistentie
(landschap-assistentie) wordt gebruikt voor levensechte
landschapsopnamen waarin contouren, kleuren en con-
trasten worden benadrukt. Het menu van de compositie-
assistentie helpt u niet alleen met compositie-asistentie
voor natuurlijke landschappen, maar ook voor stadsover-
zichten en portretten met een interessante achtergrond.
LANDSCHAP
Er verschijnen geen hulpsjablonen. Te gebruiken om door voorgrond-
objecten heen (denk aan een venster, takken) scherp te stellen op
veraf gelegen objecten. Camera stelt scherp op oneindig; scherpstel-
aanduiding licht op wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Landschap
Landschap
Sluit Ingestld
Landschapsweergave
Voor foto’s met de lucht
in de bovenste helft van
het beeld. Plaats lucht/
landgrens op gele golf-
jeslijn. Camera stelt scherp op oneindig;
scherpstelaanduiding licht op wanneer
de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Architectuur
Voor het fotograferen
van gebouwen. Compo-
sitieraster helpt lijnen in
het onderwerp zuiver ho-
rizontaal of verticaal te houden. Camera
stelt scherp op oneindig; scherpstelaan-
duiding licht op wanneer de ontspan-
knop half wordt ingedrukt.
Landschap
Landschap
Sluit Ingestld
Architectuur
Landschap
Landschap
Sluit Ingestld
Landschap
sweergave
Groep rechts
Voor portretcomposities
met mensen rechts in
beeld en een interessant
achtergrondobject links
in beeld. Camera stelt
scherp op portretonderwerp.
Groep links
Voor portretcomposi-
ties met mensen links in
beeld en een interessant
achtergrondobject rechts
in beeld. Camera stelt
scherp op portretonderwerp.
Landschap
Landschap
Sluit Ingestld
Groep
links
Landschap
Landschap
Sluit Ingestld
Groep
rechts
Uit
/ AUTO
*
Uit
* Flitser wordt (
) automatisch uitgeschakeld in de standen LANDSCHAP, Land-
schapsweergave en Architectuur. In de standen Groep rechts en Groep links
wordt de fl itsstand automatisch ingesteld op AUTO; andere standen kunnen worden
geselecteerd.
Andere standen kunnen worden gekozen.
29
Onderwerpsstand
In aanvulling op de mogelijkheden van de vorige bladzijde bevat het menu van de
compositie-assistentie in de landschap-stand de opties Belichting-BSS en Beeld
kwal./form.
Belichting-BSS
Het Belichting-BSS menu bevat de volgende opties:
BELICHTING BSS
BELICHTING BSS
Aan
Uit
Optie Omschrijving
Aan
Elke keer dat de ontspanknop wordt inge-
drukt maakt de camera vijf opnamen (om
bewegingsonscherpte te voorkomen dient
u de camera goed stil te houden totdat alle
opnamen zijn gemaakt). Uit de opnamen
met de minste onder- en overbelichting
kiest de camera de opname met de beste
toonwaardenverdeling. Deze opname wordt
opgeslagen, de overige vier niet. Wanneer
Belichting-BSS aan staat schakelt de fl itser
automatisch uit.
Uit
(standaard)
Belichting-BSS uit.
Beeld kwal./form
De stand Hoog (2288
), Normaal (2288),
Normaal (1600), PC-scherm (1024) en TV-
scherm (640).
Normaal (1600)
Normaal (2288)
BEELD KWAL/FORM
BEELD KWAL/FORM
1/2
1/2
Hoog (2288
)
30
Onderwerpsstand
SPORT
Terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, worden er opna-
men gemaakt met een snelheid van circa 1,5 beelden per seconden,
totdat de icoon verschijnt. De camera stelt continu scherp totdat
de ontspanknop half wordt ingedrukt om de scherpstelling te ver-
grendelen.
Sluit Ingestld
Sport
Sport
Sporttoeschouwer
Ontspanknop kan in een enkele beweging worden ingedrukt, dus
zonder eerst half indrukken om de scherpstelling te controleren. De
camera stelt scherp op circa 5 m tot oneindig in de groothoekstand,
op 6 m tot oneindig in de uiterste telestand. Zolang de ontspanknop
ingedrukt wordt gehouden maakt de camera opnamen tot ongeveer
1,5 bps.
Sluit Ingestld
Sport
Sport
Sporttoe
schouwer
Sportcompositie
Elke keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt maakt de camera 16
achtereenvolgende opnamen in circa 2 sec en rangschikt hij ze in vier
rijen binnen één enkel totaalbeeld van 1600 × 1200 pixels. Scherpstel-
ling, belichting en witbalans worden afgestemd op de eerste opname
van elke serie. De camera stelt continu scherp totdat de ontspanknop
half wordt ingedrukt om de scherpstelling te vergrendelen.
Sluit Ingestld
Sport
Sport
Sport Multi-
shot 16
Sport-assistentie
(sport-assistentie) wordt gebruikt voor dynamische
actiefoto’s waarmee bewegende onderwerpen scherp
worden vastgelegd. De opties van het assistentiemenu
kunnen worden gebruikt om een actie in een enkel beeld
te bevriezen, of om een beweging in een serie foto’s weer
te geven.
Uit
Scherpstelling, belichting en witbalans
In de stand voor sport-assistentie worden scherpstelling, belichting en witbalans voor
alle beelden bepaald op basis van de eerste foto in de reeks.
Uit
In aanvulling op de bovenvermelde mogelijkheden bevat het menu van de compo-
sitie-assistent van de sport-stand de opties Gevoeligheid en Beeld kwal./form.
( 27).
31
Onderwerpsstand
Nachtportret-assistentie
De stand (nachtportret-assistentie) wordt gebruikt voor
het maken van portretopnamen bij avond, waarbij wordt
gezorgd voor een natuurlijke balans tussen het onderwerp
en de achtergrond. Foto’s die met een lange sluitertijd zijn
gemaakt, worden gecorrigeerd om ruis te verminderen;
dat levert een iets langere verwerkingstijd op. Om tril-
lings-onscherpte te voorkomen, kunt u de camera het
beste op een statief plaatsen, of op een vlakke, stabiele
ondergrond.
Uit
*
Uit
NACHTPORTRET
Er verschijnen geen hulp-
sjablonen op de monitor.
Kies met de multi-selec-
tor het scherpstelveld,
overeenstemmend met
de plaats van het onderwerp.
Nachtportret
Nachtportret
Sluit Ingestld
Portret links
Voor foto’s waarbij het
onderwerp zich in de
linker helft van het beeld
bevindt. Camera stelt
scherp op onderwerp in
hulpsjabloon.
Sluit Ingestld
Nachtportret
Nachtportret
Portret
links
Portret rechts
Voor foto’s waarbij het
onderwerp zich in de
rechter helft van het
beeld bevindt. Camera
stelt scherp op onder-
werp in hulpsjabloon.
Sluit Ingestld
Nachtportret
Nachtportret
Portret
rechts
Portret close-up
Voor foto’s waarbij het
onderwerp zich in de
bovenste helft van het
beeld bevindt. Camera
stelt scherp op gezicht-
gedeelte van hulpsjabloon.
Sluit Ingestld
Nachtportret
Nachtportret
Portret
close-up
Dubbelportret
Voor een portretcompo-
sitie met twee personen
naast elkaar. Camera
stelt scherp op dichtstbij-
zijnde onderwerp.
Sluit Ingestld
Nachtportret
Nachtportret
Dubbel
portret
Staand portret
Voor een portretcom-
positie waarbij de ca-
mera wordt gehouden
als rechtsonder wordt
getoond, met gezicht
van de persoon in de
bovenste helft van het
beeld. Camera stelt
scherp op gezicht-ge-
deelte van hulpsjabloon.
Sluit Ingestld
Nachtportret
Nachtportret
Staand
portret
* Andere standen kunnen worden gekozen.
32
Onderwerpsstand
Onderwerpsstand
De (onderwerpsstand) biedt een menu met elf onderwerpen, die elk corres-
ponderen met een veel voorkomende situatie, zoals een onderwerp in tegenlicht,
een zonsondergang of een interieuropname. De camera-instellingen worden au-
tomatisch aan de geselecteerde situatie aangepast, waardoor u niet elke instelling
separaat hoeft uit te voeren.
Selecteren van een onderwerpsstand gaat als volgt:
1
14
14
Selecteer .
3
Markeer onderwerp. Gemarkeerd on-
derwerp wordt aangeduid met grote
icoon en tekst. Om te stoppen zonder
de huidige selectie te veranderen drukt
u op .
Sluit Ingestld
Strand/sneeuw
Strand/sneeuw
5
Ga terug naar de opnamestand. De
icoon voor het geselecteerde onder-
werp verschijnt.
14
14
4
Selecteer gemarkeerd onderwerp.
Sluit Ingestld
Strand/sneeuw
Strand/sneeuw
Afhankelijk van de gekozen onderwerpsstand kunnen er beperkingen gelden aan-
gaande de fl itsstand ( ; 38), zelfontspanner ( ; 40), macro close-up ( ;
41), of AF-veld selectie ( ). Deze beperkingen worden op de nu volgende
pagina’s gemeld.
2
Het onderwerpsmenu verschijnt.
Sluit Ingestld
Party/binnen
Party/binnen
33
Onderwerpsstand
Cameratrilling ( )
Bij lange sluitertijden verschijnt icoon als waarschuwing dat de beelden door bewe-
ging onscherp kunnen worden. In dit hoofdstuk worden de maatregelen die u kunt
nemen om beweging/trilling te vermijden aangegeven met sterren:
houd de camera met twee handen vast en druk de ellebogen tegen het lichaam.
gebruik een statief of plaats de camera op een vlak, zuiver horizontaal oppervlak.
Beeld kwal./form
Beeld kwal./form ( 65) kunnen worden geselecteerd in het
onderwerpmenu. De huidige instelling verschijnt wanneer de
icoon voor beeldkwaliteit en –afmetingen wordt gemarkeerd.
De volgende onderwerpsstanden zijn beschikbaar:
Sluit Ingestld
EELD KWAL/FORM
BEELD KWAL/FORM
Strand / Sneeuw
Voor zeer heldere onderwerpen, zoals sneeuwlandschappen,
stranden en zonbeschenen wateroppervlakken.
Bij weinig licht wordt de AF-hulpverlichting ( 19) geactiveerd.
Zonsondergang
Voor het vasthouden van de diepe kleuren van zonsonder- en
opgang.
Bij weinig licht wordt de AF-hulpverlichting ( 19) geacti-
veerd.
* Andere standen kunnen worden gekozen.
Het centrale scherpstelveld wordt automatisch geselecteerd.
Party / Binnen
Om achtergronddetails of het effect van kaarslicht of andere
soorten binnenverlichting te behouden.
Bij weinig licht wordt de AF-hulpverlichting ( 19) geactiveerd
.
Uit
Uit
*
Uit
UitAutomatisch
*
Uit
Uit
*
34
Onderwerpsstand
* Andere standen kunnen worden gekozen.
Het centrale scherpstelveld wordt automatisch geselecteerd.
Uit
Uit
*
Uit
Close-up
Voor het fotograferen van bloemen, insecten en andere kleine
objecten tot op een kortste afstand van maar liefst 1 cm, waarbij
de achtergrond fraai onscherp wordt gehouden.
De camera zoomt automatisch naar de macro close-up stand;
de macro close-up-icoon ( ) wordt groen. De camera kan niet
geheel ingezoomd worden. Houd er rekening mee dat de fl itser mogelijk niet
het gehele onderwerp kan uitlichten bij afstanden van 40 cm (groothoek) of 1 m
(tele) en kleiner. Maak een testopname en controleer resultaat op de monitor.
Camera stelt continu scherp totdat ontspanknop half wordt ingedrukt.
Schemering
Behoudt de kleuren van het zwakke natuurlijke licht voor zons-
opgang en na zonsondergang.
Ruisonderdrukking ( 35) wordt bij lange sluitertijden ingeschakeld.
Camera stelt scherp op oneindig. AF-aanduiding licht op wan-
neer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Uit
Nachtlandschap
Er wordt een lange sluitertijd toegepast, voor verrassende nach-
telijke overzichtsfoto’s.
Ruisonderdrukking ( 35) wordt bij lange sluitertijden ingeschakeld
.
Camera stelt scherp op oneindig. AF-aanduiding licht op wan-
neer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Handmatig ( 27)
AanAutomatisch
*
Museum
Binnenshuis te gebruiken, wanneer fl itsen is verboden (bij-
voorbeeld in musea en galeries), of in andere omstandigheden
waarin u geen fl itslicht wilt gebruiken.
De Best Shot Selector (BSS; 70) wordt automatisch ingeschakeld,
waardoor de gevolgen van cameratrilling worden verminderd.
Op bepaalde locaties kan fotograferen geheel verboden zijn. Vraag eerst toe-
stemming.
35
Onderwerpsstand
Uit
Uit
Uit
Uit
* *
Ruisonderdrukking
In opnamen die met lange sluitertijden worden opgenomen kan zich “ruis” voordoen,
in de vorm van willekeurige geplaatste felgekleurde spikkeltjes. Dat effect is vooral
goed zichtbaar in de donkere beeldpartijen. Bij de instellingen Schemering en Nacht-
landschap worden opnamen die met lange sluitertijden worden gemaakt bewerkt om
de ruis te onderdrukken (hiermee wordt de tijd voor verwerking en opslag van een foto
meer dan verdubbeld).
Gevoeligheid (ISO-equivalent)
Wanneer er weinig licht is en de fl itser uit staat, zal de camera
automatisch de gevoeligheid verhogen, wat leidt tot kortere
belichtingstijden en zo de kans op bewogen foto’s als gevolg
van trilling vermindert. Er verschijnt een ISO icoon om te waar-
schuwen dat de opname iets korreliger kan worden.
14
14
Uit
* Andere standen kunnen worden gekozen.
Het centrale scherpstelveld wordt automatisch geselecteerd.
Vuurwerk
Lange sluitertijden worden toegepast om de lichtsporen van het
vuurwerk vast te leggen.
•De scherpstelling wordt ingesteld op oneindig. AF-aanduiding
licht op wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Zelfontspanner en belichtingscorrectie kunnen niet worden gebruikt.
Kopie
Geeft heldere opnamen van tekst of lijntekeningen op een
whiteboard of bij drukwerk zoals een visitekaartje.
Gebruik de stand macro close-up om op korte afstanden
scherp te stellen ( 41).
Bij weinig licht wordt de AF-hulpverlichting ( 19) geactiveerd.
Gekleurde teksten en tekeningen worden mogelijk niet goed weergegeven.
Tegenlicht
Te gebruiken wanneer het licht van achter een portretonderwerp
komt en het gezicht in de schaduw zou komen te liggen.
Bij weinig licht wordt de AF-hulpverlichting ( 19) geacti-
veerd.
36
Onderwerpsstand
Uit
Uit
*
*
3
Selecteer hoe de beelden moeten wor-
den samengevoegd in een compleet
totaalbeeld. Dit is de richting waarin
u de camera na elke opname voor een
volgende deelopname richt.
Boven
naar onder
Rechts
naar links
Links naar
rechts
Onder
naar boven
4
13
13
Maak een selectie (wilt u de opname-
richting veranderen, druk dan midden
op de multi-selector en herhaal stappen
3–4). opnamerichting verschijnt in wit.
Gele AE-L icoon op de monitor geeft
aan dat de witbalans- en belichting met
de eerste opname worden vergrendeld.
* Andere standen kunnen worden geselecteerd totdat de eerste opname van de serie is
genomen.
Het centrale scherpstelveld wordt automatisch geselecteerd.
Foto’s maken voor een panorama
1
Selecteer (panorama assist)
in onderwerpmenu als om-
schreven in de stappen 1–4 van
“Onderwerpsstand” ( 32).
2
Standaard opnamerichting wordt
weergegeven.
14
14
Panorama assist
Te gebruiken wanneer u een serie foto’s
maakt die later worden samengevoegd tot
één beeld (bijvoorbeeld een panorama of
een 360 graden virtual reality beeld).
De witbalans en de belichting worden vast ingesteld op basis van de eerste op-
name in de serie. Flitsstand, macrostand, belichtingscorrectie, en zoom kunnen
na de eerste opname niet meer worden veranderd.
Bij weinig licht wordt de AF-hulpverlichting (
19) geactiveerd.
37
Onderwerpsstand
5
Maak de eerste foto. Ongeveer een-
derde van de foto wordt over het door
het objectief gevormde beeld geplaatst
(is de opnamerichting links naar rechts,
dan verschijnt dat beeld links in beeld).
De AE-L icoon wordt wit om aan te
geven dat de witbalans- en belichtings-
instellingen van deze opname voor alle
beelden in de serie gelden.
Panorama-assist
De fl itsstand ( 38), de macro close-up-stand ( 41), de zelfontspannerstand ( 40)
en de belichtingscorrectie ( 42) kunnen worden ingesteld nadat de bewegingsrich-
ting is geselecteerd. Is de eerste foto in de serie eenmaal genomen, dan kunnen bewer-
kingsrichting, fl itsstand, macro close-up-stand, belichtingscorrectie en de instelling voor
Beeld kwal./form. ( 65) niet worden aangepast en kunnen er geen opnamen worden
gewist voordat de serie is voltooid.
Opslaglocatie voor panorama’s
Elke serie foto’s die met panorama assist werd opgenomen, wordt opgeslagen
in een separate map met een naam die bestaat uit “P_”, voorafgegaan door een
driecijferig mapnummer en gevolgd door een driecijferig volgnummer (bijvoorbeeld
“101P_002”).
Gebruik een statief
Door een statief te gebruiken is het makkelijker de beelden goed te laten overlappen.
7
Maak de volgende opname. Herhaal
stappen 6–7 totdat alle opnamen in
de serie zijn gemaakt.
6
Bepaal de compositie voor het
volgende beeld dat met het vorige
beeld moet overlappen.
8
Beëindig de serie. Het opnemen stopt
ook als er een nieuwe opnamestand
wordt gekozen of wanneer de camera
op standby overgaat.
38
Meer weten over foto’s maken
De volgende fl itsstanden zijn beschikbaar:
Flitser gebruiken: de fl itsstand
Stand Hoe het werkt
Altijd fl itsen
(invulfl its)
Flitser wordt bij elke op-
name ontstoken.
Voor het oplichten van schaduwen en
voor tegenlicht-onderwerpen.
AUTO
Automatisch
Flitser wordt ontstoken
wanneer er weinig licht is.
Beste keuze in meeste situaties.
Automatisch
met rode-
ogen-reductie
Flitser geeft aantal zwakke
voorfl itsen voorafgaand
aan hoofdfl its, ter voorko-
ming van rode-ogen-effect.
Voor portretten. Werkt het beste wan-
neer onderwerp recht naar fl itser kijkt.
Niet aan te bevelen wanneer snelle slui-
terreactie is gewenst.
Wanneer te gebruiken
Flitser uit
(uit)
Flitser wordt niet ontsto-
ken, ook niet bij weinig
licht.
Te gebruiken om natuurlijke lichtsituatie
te behouden of wanneer fl itsen verboden
is. Wanneer (cameratrilling) icoon ver-
schijnt is er kans op een bewogen beeld.
Flitsen met
lange sluiter-
tijd
Automatische fl its ge-
combineerd met lange
sluitertijden.
Te gebruiken om bij nacht of bij weinig licht
zowel onderwerp als achtergrond goed
weer te geven. Wanneer (cameratrilling)
icoon verschijnt is er gevaar voor trilling.
2
Markeer de gewenste stand.
1
14
14
Roep het fl itsstand-menu op.
3
Verlaat menu (wilt u het menu verlaten
zonder stand te veranderen, wacht dan
twee seconden). Selectie wordt aange-
geven door icoon onderin monitor.
14
14
14
14
Meer weten over foto’s maken
39
Meer weten over foto’s maken
14
14
Blokkeer het fl itsvenster niet
Bij gebruik van de fl itser dient u erop te letten dat uw vingers of andere objecten het
itsvenster niet blokkeren.
Flitser gebruiken
Het licht van de fl itser dat gerefl ecteerd wordt door stofdeeltjes of andere deeltjes in de
lucht, kan in de foto's zichtbaar worden als heldere stippen. Als dit gebeurt, zet dan de
itser uit en probeer het opnieuw.
Automatisch fl itsen uitgeschakeld
De fl itser wordt automatisch uitgeschakeld ( ) wanneer BSS is geactiveerd ( 70) of
een andere optie dan Enkelvoudig werd geselecteerd voor Continu ( 69).
Batterij bijna leeg
Wordt de ingebouwde fl itser gebruikt terwijl de aanduiding voor een bijna lege batterij
verschijnt, dan wordt de monitor tijdens het opladen van de fl itser uitgeschakeld.
Gevoeligheid (ISO-equivalent)
Wanneer er weinig licht is en de fl itser uit staat ( ), dan zal de
camera automatisch de gevoeligheid verhogen, wat leidt tot
kortere belichtingstijden en zo de kans op bewogen foto’s als
gevolg van trilling vermindert. Er verschijnt een ISO icoon, wat
betekent dat de opname iets korreliger kan worden.
De icoon (cameratrilling)
Is er weinig licht en staat de fl itser uit ( ), dan kunnen de
opnamen door lange sluitertijden onscherp worden. Is de
vereiste sluitertijd erg lang, dan verschijnt de waarschuwing
(cameratrilling). Gebruik van een statief of een andere
ondersteuning wordt aanbevolen.
Flitsbereik
Het fl itsbereik is afhankelijk van de zoomstand. Wanneer de camera geheel is uitge-
zoomd is het fl itsbereik 0,4 4,3 m. In de uiterste telestand is het bereik 1,0 2,6 m. Mo-
gelijk kan de fl itser het totale onderwerp niet goed verlichten bij afstanden van minder
dan 0,4 m (groothoek) of 1,0 m (tele). Speel, wanneer u close-up opnamen maakt, elke
gemaakte opname meteen af om het resultaat te controleren.
Standaard fl itsstand
Wordt de camera ingeschakeld in de stand (auto), dan wordt de laatst gebruikte
itsstand geactiveerd; in andere standen wordt de fl itsinstelling teruggezet op de stan-
daardinstelling voor de gekozen stand. Standaardwaarden ( 99) zet de fl itser in de
stand AUTO ( stand) of in de standaardinstelling voor de gekozen stand (assistentie-
en onderwerpsstanden).
14
40
Meer weten over foto’s maken
Zelfportretten maken: Zelfontspannerstand
2
Markeer ON.
14
14
De camera is voorzien van een zelfontspanner met 10 seconden vertraging. De
zelfontspanner kan worden gebruikt voor zelfportretten of om trilling te voorko-
men die wordt veroorzaakt door het indrukken van de ontspanknop.
5
Start de zelfontspanner. Camera telt
seconden af totdat de opname wordt
gemaakt. Wilt u de zelfontspanner
voortijdig stoppen, druk dan de ont-
spanknop opnieuw in of druk multi-
selector naar links.
14
14
1
14
14
Het zelfontspannermenu verschijnt.
De zelfontspanner
Zet bij gebruik van de zelfontspanner de camera op statief (aanbevolen) of op een vlak-
ke, zuiver horizontale ondergrond. Aan selecteren in het zelfontspannermenu zet BSS
automatisch uit en stelt de optie Continu van het opnamemenu in op Enkelvoudig.
3
14
14
Verlaat menu (wilt u het menu verla-
ten zonder de stand te veranderen,
wacht dan twee seconden). Selectie
wordt aangegeven door icoon on-
derin monitor.
4
14
14
Stel scherpstelling en belichting in.
Het zelfontspannerlampje op de voorzijde van de camera
zal knipperen tot één seconde voor de opname en blijft
branden tijdens de laatste seconde om aan te geven dat
de opname zal worden gemaakt.
41
Meer weten over foto’s maken
Simpelweg dichterbij: Macro Close-upstand
1
14
14
Roep het menu van de macro close-
upstand op.
2
Markeert ON.
14
14
3
Verlaat menu (wilt u het menu zonder
veranderingen verlaten, wacht dan
twee seconden). Selectie wordt aange-
geven door icoon.
14
14
4
14
14
De macro close-upstand wordt gebruikt voor dichtbij-opnamen van kleine onder-
werpen, op zeer korte afstanden (tot 1 cm).
Macro Close-up stand
Mogelijk kan de fl itser het totale onderwerp niet goed verlichten bij afstanden van
minder dan 0,4 m (grootste beeldhoek) of 1,0 m (uiterste telestand). Speel wanneer
u close-up opnamen maakt elke gemaakte opname meteen af om het resultaat te
controleren.
In de macro close-up stand stelt de camera continu scherp, ook als de ontspanknop niet
half wordt ingedrukt.
Er kan enige vermindering van het oplossend vermogen optreden aan de rand van
beelden die zijn opgenomen in de macro close-up stand of in de onderwerpsstand
(Close-up; 34).
Foto framen. De minimale afstand
voor scherpstellen is afhankelijk van
de zoompositie; als de zoom wordt bij-
gesteld totdat het pictogram
groen
wordt, dan kan de camera scherpstel-
len op afstanden van 1 cm. Als het pic-
togram rood is, dan kan de camera
niet scherpstellen op afstanden van
1 meter of minder.
42
Meer weten over foto’s maken
Sturen van de belichting: Belichtingscorrectie
Belichtingscorrectie opheffen
Wilt u de belichtingscorrectie opheffen, kies dan de waarde 0.
Een belichtingscorrectiewaarde instellen
In het algemeen geldt dat positieve waarden moeten worden gekozen wanneer grote
delen van het beeld zeer sterk verlicht zijn (bijvoorbeeld bij een grote, door de zon
beschenen water-, zand- of sneeuwvlakte) of wanneer de achtergrond veel helderder
is dan het onderwerp. Kies een negatieve waarde wanneer grote delen van het beeld
zeer donker zijn (bijvoorbeeld het donkergroen gebladerte van een bos) of wanneer
de achtergrond veel donkerder is dan het onderwerp. Deze correcties kunnen nodig
zijn omdat de camera extreme over- of onderbelichting wil voorkomen en daarom
de belichting vermindert wanneer het overgrote deel van het beeld erg licht is, en
de belichting vermeerdert wanneer het overgrote deel van het beeld erg donker is.
Met een correctie wordt voorkomen dat van nature lichte onderwerpen dan te grauw
overkomen, net zoals kan worden voorkomen dat van nature donkere onderwerpen te
licht worden.
1
0
0
0
0.3
0
0.3
14
14
Het belichtingscorrectiemenu verschijnt.
2
Markeer de gewenste waarde.
0
0
0
0.7
0
0.3
14
14
3
Verlaat menu (wilt u het menu verlaten
zonder de stand te veranderen, wacht
dan twee seconden). icoon verschijnt
bij andere instellingen anders dan 0.
0.3
0.3
0.3
14
14
De belichtingscorrectie wordt gebruikt om de belichting aan te passen ten op-
zichte van de waarde die de camera voorstelt. De belichtingscorrectie kan worden
ingesteld op waarden tussen –2,0 LW (onderbelichting) en +2,0 LW (overbelich-
ting), in stappen van
1
3 LW (lichtwaarden).
43
Filmclips
Filmclips
Een fi lmstand kiezen
De camera kan de volgende soorten fi lms opnemen. Alle fi lms worden opgeno-
men in kleur, met een snelheid van 15 beelden per seconde, waarbij het geluid
wordt opgenomen via de ingebouwde microfoon.
* Globale maximum lengte. Er kan worden gefi lmd zolang de geheugenruimte het toe-
laat; de werkelijke duur van individuele fi lms kan bij geheugenkaarten per fabrikaat
verschillen.
Max. lengte
*
Optie Omschrijving
TV fi lm 640
Verticale interlacing wordt gebruikt om
een grootte te bereiken van 640
×
480
pixels, geschikt voor televisieweergave.
24 s 440 s
Film 320
(standaard)
Films worden opgenomen in een
grootte van 320 × 240.
49 s 880 s
Film 160
Films worden opgenomen in een
grootte van 160 × 120. Door het klei-
nere formaat kunnen langere fi lms
worden opgenomen.
197 s 3520 s
Intern
geheugen
(13,5 MB)
256 MB
geheugen-
kaart
44
Filmclips
7
Ga terug naar de opnamestand. De
geselecteerde fi lmstand wordt aange-
geven met een icoon.
24s
6
Film 160
Film 320
TV Film 640
FILMOPTIES
FILMOPTIES
Maak de selectie.
Druk multi-selector naar links om terug
te keren naar FILM menu.
5
Film 160
Film 320
TV Film 640
FILMOPTIES
FILMOPTIES
Markeer de gewenste stand.
*
* Wilt u stoppen zonder de instelling te
veranderen, druk dan op de knop.
Film 160
Film 320
TV Film 640
FILMOPTIES
FILMOPTIES
4
Roep het FILMOPTIES menu op.
3
FILM
FILM
Filmopties
Scherpstel-stand
Markeer Filmopties.
2
FILM
FILM
Filmopties
Scherpstel-stand
Roep het FILM menu op.
1
49s
Selecteer stand.
Zo kiest u een fi lmstand:
45
Filmclips
5
Ga terug naar de opnamestand.
49s
FILM
FILM
Filmopties
Scherpstel-stand
1
Markeer Scherpstel-stand.
SCHERPSTEL-STAND
SCHERPSTEL-STAND
Enkelvoudig AF
Continu AF
2
Roep opties op.
SCHERPSTEL-STAND
SCHERPSTEL-STAND
Enkelvoudig AF
Continu AF
3
Markeer gewenste scherpstelstand.
4
SCHERPSTEL-STAND
SCHERPSTEL-STAND
Enkelvoudig AF
Continu AF
Maak een selectie.
Optie Omschrijving
Enkelvoudig AF
(standaard)
Continu AF
Camera past scherpstelling continu aan totdat ontspanknop
half wordt ingedrukt.
De camera stelt scherp wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt. Scherpstelling wordt vergrendeld na het scherp-
stellen.
Het fi lmmenu biedt ook de volgende scherpstel-opties:
Zo kiest u een scherpsteloptie in het FILM menu:
46
Filmclips
Films opnemen
1
Zet de keuzeknop op en zet de camera aan.
De opnameteller geeft de maximale totale duur van de
lm aan die kan worden opgenomen.
3
Stop de opname
Druk de ontspanknop voor de tweede maal geheel in
om de opname te stoppen. De opname stopt automa-
tisch wanneer het interne geheugen of de geheugen-
kaart vol is.
Zoom
De optische zoom kan tijdens de opname niet worden aangepast. De digitale zoom
(maximaal 2 ×) kan zowel voor, als tijdens de opname worden bijgesteld.
Films
Raak tijdens het opnemen de ingebouwde microfoon niet aan. Om te voorkomen dat
het geluid van de scherpstelling de opname stoort kunt u het beste Enkelvoudig AF
selecteren.
De fl itser wordt automatisch uit gezet ( ) wanneer de fi lmstand wordt geselecteerd (
38). De zelfontspanner ( 40) en de belichtingscorrectie ( 42) kunnen niet worden
gebruikt.
De voortgangsaanduiding stopt op 999 s. De opname kan voorbij dit punt worden
voortgezet wanneer er voldoende geheugenruimte beschikbaar is.
Films worden opgenomen als QuickTime fi lmbestanden met de extensie “.MOV” en
een naam die bestaat uit “DSCN” plus een viercijferig bestandsnummer dat 1 hoger is
dan het hoogste nummer in de huidige map (bijv. “DSCN0015.MOV”). Films kunnen
na overspelen op een computer worden afgespeeld.
2
Start de opname
Druk de ontspanknop geheel in om de opname te star-
ten. Tijdens het opnemen knippert de icoon en
wordt de voortgang aangegeven door de aanduiding
onderin de zoeker/monitor.
28s
47
Filmclips
Bij schermvullende weergave ( 48) worden fi lms aan-
geduid met een icoon; druk midden op de multi-
selector om ze te bekijken. De weergavefuncties worden
bovenin het scherm getoond; druk de multi-selector naar
links of rechts om een functie te markeren en druk vervol-
gens op het midden van de multi-selector om de hande-
ling uit te voeren.
Filmclips afspelen
12s
Commando Omschrijving
Pauze
Afspelen pauzeren.
Terug
Markeer en houd multi-selector ingedrukt om fi lm terug te spoe-
len. Afspelen wordt hervat na loslaten van de multi-selector.
Vooruit
Markeer en houd de multi-selector ingedrukt om vooruit te spoe-
len. Afspelen wordt hervat na loslaten van de multi-selector.
Stap vooruit
Eén beeld vooruit in de pauzestand.
Stap terug
Eén beeld terug in de pauzestand.
Stop
Stop fi lm en keer terug naar schermvullende weergave.
Hervatten
Afspelen hervatten.
Direct Print
Films kunnen niet worden geprint via de directe USB-verbinding ( 60).
Weergavevolume
Met de zoomknoppen regelt u tijdens weergave het volume. Druk op om het vo-
lume te verlagen, op om het te verhogen.
Films wissen
Wilt u de fi lm wissen, druk dan op de knop. Er verschijnt een bevestigingsscherm;
druk de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren en druk dan mid-
den op de multi-selector om de gemarkeerde optie te selecteren.
Ja: wis fi lm en keer terug naar schermvullende weergave
Nee: keer terug naar schermvullende weergave zonder fi lm te wissen
P
au
z
e
Weergavescherm
48
Meer weten over afspelen
Meer weten over afspelen
Wilt u foto’s bekijken, druk dan op de knop (wanneer
de camera uit staat dient u ongeveer een seconde op de
knop te drukken om de camera in te schakelen en de
weergave te starten). De opnamen verschijnen schermvul-
lend op de monitor (schermvullende weergave). U kunt
de foto’s 3 × vergroot bekijken door midden op de multi-
selector te drukken (
22).
Beelden met de camera bekijken
1/ 1
0001
00 01
100
100
N I K
O
N
10
10
08
08
00
00
2004
2 004
01
0 1
0001
100N I K
O
N
10
08
00
200401
11
33
22
44
Actie OmschrijvingIndrukken
Gemarkeerd
beeld wissen
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk multi-se-
lector omhoog of omlaag om optie te markeren, druk
op midden om te selecteren.
• Selecteer Ja om de foto te wis-
sen
• Selecteer Nee om terug te ke-
ren zonder de foto te wissen
Beelden
markeren
Druk de multi-selector omhoog, omlaag, naar links
of naar rechts om beelden te markeren.
Wijzigen
aantal
weergegeven
beelden
Druk wanneer er vier thumbnails te zien zijn eenmaal
op (W) om negen thumbnails te laten verschijnen.
Druk op (T) om in te zoomen van negen naar vier
thumbnails of, wanneer er vier thumbnails te zien
zijn, het gemarkeerde beeld schermvullend te zien.
(W)/
(T)
Gemarkeerd
schermvullend
weergeven
Bekijk het beeld dat in vier- of negenvoudig thumb-
nail-scherm verschijnt schermvullend.
Wis 1 beeld(en)?
Wis 1 beeld(en)?
Ja
Nee
Keer terug naar
huidige stand
Keer terug naar de stand die is geselecteerd met de
keuzeknop.
Beeldoverzicht: Thumbnail-weergave
Drukt u bij enkelvoudige weergave op de (W) knop,
dan verschijnen de beelden die op de geheugenkaart
staan in “contactvellen” van vier thumbnails (miniatuur-
beelden). Bij weergave van de thumbnails zijn de volgende
handelingen mogelijk:
49
Meer weten over afspelen
Nader bekijken: Zoomweergave
Gebruik de (T) knop om in te zoomen op schermvullend
weergegeven beelden ( 48).
4.0
Schuiven Zoomen
Actie OmschrijvingIndrukken
Inzoomen
Elke keer dat er op de (T) knop wordt gedrukt wordt
er verder ingezoomd, tot maximaal 10 ×. Als er inge-
zoomd is verschijnen, icoon en zoomverhouding in de
linker bovenhoek van de monitor.
(T)
Delen van
het beeld be-
kijken
Gebruik multi-selector om te scrollen naar gedeelten die niet
in de monitor zichtbaar zijn. Wilt u de multi-selector gebrui-
ken om naar andere beelden te gaan, hef dan de zoom op.
Uitzoomen
Elke keer dat er op de knop wordt gedrukt wordt er
verder uitgezoomd. Om de zoom op te heffen zoomt u
uit totdat het gehele beeld weer te zien is.
(W)
Uitsnede ma-
ken
( 50)
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk multi-selec-
tor omhoog of omlaag om optie te markeren, druk op
midden om te selecteren.
Selecteer Ja om een nieuw beeld
aan te maken dat alleen het op de
monitor zichtbare gedeelte omvat
.
• Selecteer Nee om terug te keren
zonder een uitsnedekopie te ma-
ken.
Ontspan-
knop
Ja
Nee
Dit beeld opslaan als
Dit beeld opslaan als
getoond?
getoond?
Zoom
opheffen
Hef de zoom op en keer terug naar schermvullende
weergave.
Zoomweergave
Zoomweergave is niet beschikbaar voor fi lms ( 47) of kopieën die werden gemaakt
met de optie voor kleine kopieën ( 85).
50
Meer weten over afspelen
* Wilt u het scherm verlaten zonder een kopie te maken, markeer dan Nee en druk
midden op de multi-selector.
Uitsneden maken
Is er op een foto ingezoomd, dan kan het gedeelte van het beeld dat in de zoeker
te zien is als een apart bestand worden opgeslagen, door een uitsnedekopie te
maken. Druk om een uitsnedekopie te maken op de ontspanknop, na gebruik van
de (T) en de (W) knoppen en de multi-selector, om het gewenste deel van
beeld op de monitor te laten verschijnen ( 49).
Dit beeld opslaan als
Dit beeld opslaan als
getoond?
getoond?
Ja
Nee
2
Markeer Ja.
*
Ja
Nee
Dit beeld opslaan als
Dit beeld opslaan als
getoond?
getoond?
1
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
3
Gereed
Maak uitsnedekopie en keer terug naar
schermvullende weergave.
Uitsnedekopieën worden weggeschreven als JPEG-bstanden (compressieverhouding 1:8)
met namen als “RSCNnnnn.JPG”, waarin “nnnn” een viercijferig nummer is dat automa-
tisch door de camera wordt toegekend, en wordt aangemaakt met dezelfde overspeelmar-
kering en opnametijd en -datum als het origineel (print- en beveiligingsmarkering worden
niet ingesteld ( 58, 82). Afhankelijk van de grootte van het origineel en de zoomver-
houding op het moment dat de kopie werd gemaakt worden de kopieën 2.288 × 1.712
( ), 1.600 × 1.200 ( ), 1.024 × 768 ( ), 640 × 480 ( ), 320 × 240 ( ) of 160 × 120
( ) pixels groot. Kopieën zijn onafhankelijk van de originelen: wissen van de kopie
heeft geen gevolgen voor het origineel, wissen van het origineel heeft geen gevolgen
voor de kopie.
Uitsneden maken
Kopieën kunnen alleen worden gemaakt als er voldoende geheugenruimte beschikbaar
is. Wanneer ze met andere Nikon cameramodellen worden bekeken kan het voorko-
men dat uitsnedekopieën niet goed weergegeven of overgespeeld kunnen worden. Uit-
sneden maken is mogelijk bij fi lms ( 47), kleine kopieën ( 85) of uitsnedekopieën.
51
Meer weten over afspelen
Spraakmemo’s
De bestandsnamen van spraakmemo’s hebben dezelfde identifi cator en hetzelfde viercijferige num-
mer als de foto waar ze bij horen, gevolgd door de extensie “.WAV” (bijv. “DSCN0015.WAV”).
Spraakmemo’s: Opname en weergave
Bij elk beeld dat wordt gemarkeerd met een (spraak-
memo opname-hulp) icoon kan bij schermvullende weergave
een spraakmemo worden opgenomen en toegevoegd ( 21,
48); is het huidige beeld al van een spraakmemo voorzien, dan
moet die eerst worden gewist voordat een nieuwe spraakme-
mo kan worden opgenomen. Spraakmemo’s kunnen niet wor-
den opgenomen voor fi lms of bij thumbnail- (
48) en zoomweergave ( 22, 49).
1/ 1
0001
00 01
100
100
N I K
O
N
10
10
08
08
00
00
2004
2 004
01
0 1
0001
100N I K
O
N
10
08
00
200401
Actie Omschrijving
Indrukken
Spraak-
memo
opnemen
Verschijnt er een icoon op de
huidige foto, dan wordt de spraakme-
mo opgenomen zolang de ontspan-
knop ingedrukt wordt gehouden. Tij-
dens het afspelen knippert de
icoon. De opname stopt na ongeveer
20 s of na loslaten van de ontspanknop. Raak de microfoon
tijdens de opname niet aan.
Ontspan-
knop
Spraak-
memo
afspelen
Beelden waarvoor er een spraakmemo is
worden aangeduid door (spraak-
memo weergave-hulp) en iconen.
Druk de ontspanknop in om de spraak-
memo af te spelen. Het afspelen stopt
na het eind van de spraakmemo of na
het opnieuw indrukken van de ontspanknop.
Ontspan-
knop
Volume
wijzigen
Met de zoomknoppen regelt u tijdens weergave het volume. Druk
op om het volume te verlagen, op om het te verhogen.
20s
20s
Foto of
spraak-
memo
wissen
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk multi-selector om-
hoog of omlaag om optie te markeren, druk op midden om
te selecteren.
• Selecteer Ja om zowel foto als spraak-
memo te wissen
• Selecteer om alleen spraakmemo
te wissen
Selecteer Nee om terug te keren zon-
der foto of spraakmemo te wissen
Ja
Nee
Wis 1 beeld(en)?
Wis 1 beeld(en)?
1/ 4
0001
0001
100
100
N I K
O
N
10
10
2004
2004
00
00
01
01
08
08
0001
100N I K
O
N
10
2004
00
0108
52
Meer weten over afspelen
Beelden op TV bekijken
Met de EG-CP14 audio/videokabel, die bij uw camera wordt geleverd, kunt u de
camera aansluiten op een TV-toestel of een videorecorder.
Videostand kiezen
Het onderdeel Videostand in het setup-menu biedt de keuze tussen NTSC en de
PAL ( 99). Let op dat de gekozen stand past bij het gebruikte apparaat.
1
Zet de camera uit
Zet de camera uit voordat u de A/V-kabel aansluit of afkoppelt.
2
Sluit de A/V-kabel aan
Open het aansluitdeksel als rechts weergegeven en
steek de zwarte stekker in de aansluiting van de ca-
mera. Steek de gele stekker in de video-in aansluiting
van de TV of videorecorder. Sluit de witte stekker aan
op de audio-in aansluiting.
3
Stem de televisie af op het videokanaal
Kijk bij twijfel in de handleiding van TV of Videorecorder.
4
Zet de camera aan
Druk ongeveer een seconde op de knop om de camera aan te zetten. De
monitor van de camera blijft uit en de televisie geeft het beeld weer dat anders
op de monitor te zien zou zijn geweest.
PAL
Wordt de camera gebruikt om fi lms op te nemen terwij PAL is geselecteerd voor
Videostand en de is camera aangesloten op een video-apparaat, dan wordt de video-
uitvoer onderbroken en wordt de camera-monitor of elektronische zoeker ingeschakeld.
53
Meer weten over afspelen
Met de UC-E6 USB-kabel en de PictureProject software die bij uw camera werd
geleverd kunt u uw foto’s en fi lmclips op een computer bekijken. Voordat u beel-
den overspeelt naar uw computer dient u PictureProject te hebben geïnstalleerd.
Kijk voor meer informatie over de installatie van PictureProject en het overspelen
van uw foto’s naar uw computer in de Snelstartgids en de PictureProject Naslag-
handleiding.
Voordat u de camera aansluit
U kunt beelden van de camera naar de computer over-
spelen door:
midden op de multi-selector te drukken
in PictureProject op de Transfer knop te drukken
Welke methode u gebruikt is afhankelijk van het bestu-
ringssysteem van uw computer en de USB-optie die werd
gekozen in het setup-menu van de camera. Kies na het
raadplegen van onderstaande tabel de juiste optie voor
het onderdeel USB in het setup-menu van de camera. De
standaard optie is Mass Storage.
Beelden op de computer bekijken
PictureProject
Transfer knop
Windows XP Home Edition
Windows XP Professional
Kies Mass Storage of PTP.
Camera multi-selector
( knop)
Mac OS X 10.1.5 of later Kies PTP.
Kies Mass Storage
of PTP.
Windows 2000 Professional
Windows Millennium Edition (Me)
Windows 98 Second Edition (SE)
Kies Mass Storage.
Beelden overspelen met:
Besturingssysteem
Middelste knop
multi-selector (
knop)
“Mass Storage”
Wanneer Mass Storage is geselecteerd bij USB, kan het midden van de multi-selector
( knop) niet gebruikt worden om foto’s over te spelen van het interne geheugen of
van “beveiligde” geheugenkaarten ( 11). Gebruik de PictureProject Transfer knop.
54
Meer weten over afspelen
USB-optie kiezen
USB
USB
PTP
Mass Storage
3
Het USB-menu verschijnt.
USB
USB
PTP
Mass Storage
4
Markeer PTP of Mass Storage.
SET-UP
SET-UP
1/4
1/4
Welkomstscherm
Datum
Datum afdrukken
1
Selecteer SETUP-stand.
SET-UP
SET-UP
3/4
3/4
geheugen formatteren
Taal/Language
USB
2
Markeer USB.
USB
USB
PTP
Mass Storage
5
Maak de selectie.
55
Meer weten over afspelen
UC-E6 USB kabel
USB-kabel aansluiten
Zet de computer aan en wacht tot hij is opgestart. Sluit nadat u hebt gecontro-
leerd dat de camera uit staat de UC-E6 USB-kabel aan als hieronder aangegeven.
Sluit de camera rechtstreeks op de computer aan; sluit de camera niet aan via een
USB-hub of een toetsenbord.
Windows 2000 Professional, Windows Millennium Edition (Me),
Windows 98 Second Edition (SE)
Selecteer PTP NIET wanneer u de camera aansluit op een computer die draait met een
van bovenstaande besturingssystemen. Hebt u de camera aangesloten op een compu-
ter die draait met een van bovengenoemde besturingssystemen terwijl PTP is geselec-
teerd in het USB-menu, ontkoppel dan de camera als hieronder beschreven. Selecteer
Mass Storage voordat u de camera weer aansluit.
Windows 2000 Professional
Er verschijnt een venster van de wizard voor nieuw gevonden hardware. Klik op Cancel
om het venster te sluiten en ontkoppel de camera.
Windows Millennium Edition (Me)
Na het weergeven van een venster dat aangeeft dat de database voor nieuwe hardware
wordt bijgewerkt, start de computer de wizard voor het toevoegen van nieuwe hard-
ware. Klik op Cancel om de wizard te verlaten en ontkoppel de camera.
Windows 98 Second Edition (SE)
De wizard voor nieuw gevonden hardware verschijnt. Klik op Cancel om de wizard te
verlaten en ontkoppel de camera.
Het objectief schuift naar buiten wanneer de camera wordt ingeschakeld.
56
Meer weten over afspelen
Macintosh
Sleep het naamloze cameravolume (“NO NAME” of
“NO_NAME”) naar de Prullenbak.
Ontkoppelen van de camera
Is PTP geselecteerd in het USB-menu, dan kunt u de camera uitzetten en de USB-
kabel loskoppelen als het overspelen is voltooid. Hebt u de optie USB-optie in het
setup-menu van de camera niet anders ingesteld dan de standaardinstelling Mass
Storage, dan moet u de camera uit het systeem verwijderen, zoals hieronder
wordt aangegeven, voordat u de camera uit zet of de kabel loskoppelt.
Windows XP Home Edition/Windows XP Professional
Klik op het pictogram “Safely Remove Hardware” ( ) n de
taakbalk en selecteer Safely remove USB Mass Storage
Device in het menu dat verschijnt.
Windows 2000 Professional
Klik op het pictogram “Unplug or Eject Hardware” icon
( ) in de taakbalk en selecteer Stop USB Mass Storage
Device in het menu dat verschijnt.
Windows Millennium Edition (Me)
Klik op het pictogram “Unplug or Eject Hardware” ( ) in
de taakbalk en selecteer Stop USB Disk in het menu dat
verschijnt.
Windows 98 Second Edition (SE)
Klik in Deze computer met de rechtermuisknop op het
pictogram dat het camerageheugen voorstelt en selecteer
Eject in het menu dat verschijnt.
57
Meer weten over afspelen
Foto’s printen
Zo print u foto’s:
selecteer foto’s voor printen met Printopdracht ( 58) en neem de geheugen-
kaart mee naar een fotoverwerkingsbedrijf met digitale mogelijkheden of steek
de kaart in een fotoprinter met een kaartsleuf. Wilt u de foto’s printen die in
het interne geheugen zijn opgeslagen, kopieer ze dan naar de geheugenkaart
voordat u foto’s met Printopdracht selecteert. Bij sommige printbedrijven kunt
u mogelijk rechtstreeks vanuit de camera printen.
gebruik de USB-kabel om uw camera op een printer aan te sluiten die PictBridge
ondersteunt, om zo rechtstreeks vanuit de camera te printen (
61)
speel de foto’s over met PictureProject en print ze vanuit een computer (kijk in de
PictureProject Naslaggids, op cd).
Zo worden tijd en datum van opname op het beeld geprint:
maak de opnamen met de optie Datum afdrukken in het setup-menu, waar-
door datum en tijd van opname in het beeld worden opgenomen als het beeld
wordt opgeslagen ( 95)
gebruik de Datum optie in het menu Printopdracht > Print selectie ( 58) als de
fotoprinter of de printservice het Digital Print Order Format (DPOF) ondersteunt
speel de foto’s over met PictureProject en print ze met de optie “Print Metadata”
(kijk in de PictureProject Naslaggids, op cd).
“Printopdracht” en Digital Print Order Format (DPOF)
De optie Printopdracht in het weergavemenu wordt gebruikt om een digitale
“printopdracht” te maken die opsomt welke foto’s er moeten worden geprint, het
aantal prints per beeld, en de informatie die in het beeld wordt geprint. Deze printop-
dracht wordt opgeslagen op de geheugenkaart in de camera in Digital Print Order
Format (DPOF). Is een printopdracht eenmaal aangemaakt, dan kan de geheugenkaart
in een DPOF compatible apparaat worden gestoken, waarna de beelden direct vanaf de
geheugenkaart kunnen worden geprint. Controleer voordat u deze optie gebruikt of de
printer of printservice DPOF ondersteunt. Werd de optie Printopdracht niet gebruikt
om een printopdracht samen te stellen, dan wordt van alle beelden op de geheugen-
kaart één print gemaakt.
“Datum afdrukken” versus de “Datum” optie van Printen
Datum afdrukken Date optie van Print selectie
Instellen voordat foto wordt gemaakt
In te stellen na de opname
Datum vast in beeld opgenomen Datum apart opgeslagen
Datum verschijnt in elke print
Datum verschijnt alleen wanneer beeld
wordt geprint met DPOF-compatible printer
58
Meer weten over afspelen
Printopdracht
De optie Printopdracht in het weergavemenu is bestemd voor het aanmaken van
digitale printopdrachten voor apparatuur die DPOF ( 57) ondersteunt. Voor het
aanmaken of wijzigen van printopdrachten moet de camera in de weergavestand
staan ( 76).
08
.
01.
2004
12
:
20
44/
PRINT SELECTIE
Terug Ingestld
4
Selectievenster verschijnt.
PRINTOPDRACHT
PRINTOPDRACHT
Print selectie
Printopdr.wissen
3
1
1
08
.
01.
2004
12
:
10
43/
PRINT SELECTIE
PRINT SELECTIE
Terug Ingestld
6
Selecteer huidige foto en stel aantal
prints in op 1. Geselecteerde foto’s
krijgen een icoon.
08
.
01.
2004
12
:
10
43/
PRINT SELECTIE
Terug Ingestld
5
Door foto’s bladeren. Huidige foto
verschijnt onderin display.
3
3
08
.
01.
2004
12
:
10
43/
PRINT SELECTIE
PRINT SELECTIE
Terug Ingestld
7
Gebruik multi-selector om aantal prints
op te geven (maximaal 9). Wilt u de
selectie van het beeld opheffen, druk
dan multi-selector omlaag wanneer
het aantal prints op 1 staat. Herhaal
stappen 5–7 om extra beelden te se-
lecteren.
Markeer Print selectie.
WEERGAVEMENU
WEERGAVEMENU
1/3
1/3
Printopdracht
Diashow
Wissen
1
Het weergavemenu verschijnt.
PRINTOPDRACHT
PRINTOPDRACHT
Print selectie
Printopdr.wissen
2
Het menu PRINTOPDRACHT verschijnt.
59
Meer weten over afspelen
Printopdracht
Verschijnt het menu van Stap 8 na het aanmaken van een printopdracht, dan worden
de opties Datum en Info gereset.
“Datum”
Is Datum geselecteerd in het menu Printen, dan verschijnt de opnamedatum op alle fo-
to's die worden geprint met apparatuur die de DPOF-datumfunctie ondersteunt. Houd
er rekening mee dat de geprinte informatie niet juist zal zijn wanneer de cameraklok
niet goed stond toen de foto werd gemaakt ( 13).
De datum in beeld die wordt opgenomen wanneer Datum of Datum en tijd wordt ge-
selecteerd voor Datum afdrukken ( 95), vormt een permanent deel van het beeld en
zal dus altijd zichtbaar zijn, ook als de printer de DPOF-datumfunctie niet ondersteunt.
Printopdracht kan niet worden gebruikt om de tijd en datum van opname op foto's te
printen die werden opgenomen terwijl Datum of Datum en tijd is geselecteerd voor
Datum afdrukken.
De icoon Printopdracht
Tijdens weergave verschijnt de icoon Printopdracht in alle
foto’s uit de huidige printopdracht.
1/ 1
0001
100NIK
O
N
10
2004
00
0108
8
Druk midden op multi-selector om de printopdracht te voltooien en een
menu van printopties op te roepen.
Wilt u de opnamedatum op alle foto's in de printopdracht, markeer dan
Datum en druk midden op de multi-selector. verschijnt in vakje naast on-
derdeel.
Wilt u sluitertijd en diafragma op alle foto's in de printopdracht, markeer
dan Info en druk midden op de multi-selector. verschijnt in vakje naast
onderdeel.
Wilt u het geselecteerde onderdeel uitschakelen, markeer het dan en druk
midden op de multi-selector.
Om de printopdracht te voltooien en terug te keren naar weergave markeert
u Gereed en drukt u midden op de multi-selector. Om te stoppen zonder de
printopdracht te veranderen drukt u op de knop.
Gereed
Datum
Info
PRINTOPDRACHT
PRINTOPDRACHT
Gereed
60
Meer weten over afspelen
Printen via directe USB-aansluiting
Wordt de camera aangesloten op een PictBridge compatible printer via de UC-E6 USB-
kabel, dan kunt u geselecteerde opnamen rechtstreeks vanuit de camera printen.
Stap 1 Stel de USB optie in op PTP
Voordat foto’s kunnen worden geprint via een directe USB-verbinding moet de optie
USB in het setup-menu worden ingesteld op PTP ( 54; de standaard optie is Mass
storage). Denk eraan de USB-optie te veranderen voordat u de printer aansluit.
Stap 3
Print
Print de geselecteerde foto’s ( 61)
Print DPOF printopdracht ( 63)
Stap 1
Stel de USB optie in op PTP ( 60)
Stap 2
Sluit de USB-kabel aan ( 61)
Voordat u gaat printen
De selecties van het type papier, papierlade, en grootte worden op de printer gemaakt,
raadpleeg de handleiding bij de printer voor meer details. Controleer of de printer Pict-
Bridge ondersteunt, vóór u gaat printen.
Gebruik een betrouwbare stroombron
Gaat u door middel van een rechtstreekse USB-aansluiting printen, zorg dan voor een
volledig geladen batterij. Laad bij twijfel de batterij op voordat u gaat printen, of ge-
bruik de optionele EH-54 lichtnetadapter.
Foutmeldingen
Verschijnt het rechts weergegeven venster, dan heeft er zich
een fout voorgedaan. Na controle van de printer en het op-
lossen van problemen aan de hand van de printer-gebruiks-
aanwijzing kunt u Hervatten markeren en vervolgens op
het midden van de multi-selector drukken om het printen te
hervatten. Selecteer Annuleren om terug te keren zonder de
resterende foto’s af te drukken.
PictBridge
PictBridge is een industriestandaard voor direct printen, die bij gebruik van uiteenlo-
pende apparatuur compatibiliteit garandeert.
PRINTERFOUT
CONTROLEER STATUS
Hervatten
Annuleren
61
Meer weten over afspelen
Stap 2 Sluit de USB-kabel aan
Sluit, nadat u hebt gecontroleerd dat de camera uit staat, de UC-E6 USB-kabel aan
als hieronder aangegeven.
UC-E6 USB-kabel
Annuleren
DPOF printen
Printen
PictBridge
PictBridge
Zet de camera en de printer aan. Het rechts getoonde
menu verschijnt op de cameramonitor.
Stap 3 Foto’s printen
Zo print u geselecteerde foto’s :
Annuleren
DPOF printen
Printen
PictBridge
PictBridge
1
Markeer Printen.
Annuleren
Print alle beelden
Print selectie
PRINTEN
PRINTEN
2
De opties verschijnen.
08
.
01.
2004
12
:
20
44/
Terug Ingestld
PRINT SELECTIE
4
Selectievenster verschijnt.
Annuleren
Print alle beelden
Print selectie
PRINTEN
PRINTEN
3
Markeer Print Selectie.
*
* Wilt u één afdruk van alle foto’s, markeer dan Print alle beelden en druk de multi-
selector naar rechts.
62
Meer weten over afspelen
1
1
PRINT SELECTIE
08
.
01.
2004
12
:
10
43/
Terug Ingestld
6
Selecteer huidige foto en stel aantal
prints in op 1. Geselecteerde foto’s
krijgen een icoon.
PRINT SELECTIE
08
.
01.
2004
12
:
10
43/
Terug Ingestld
5
Door foto’s bladeren. Huidige foto
verschijnt onderin display.
3
3
PRINT SELECTIE
08
.
01.
2004
12
:
10
43/
Terug Ingestld
7
Gebruik multi-selector om aantal prints
op te geven (maximaal 9). Wilt u de
selectie van het beeld opheffen, druk
dan multi-selector omlaag wanneer het
aantal prints op 1 staat. Herhaal stappen
5–7 om extra beelden te selecteren.
1
4
2
5
3
6
BEVESTIGEN
Sluiten
8
Geselecteerde foto’s bekijken. Druk de
multi-selector omhoog, naar rechts,
naar links of omlaag om foto’s te bekij-
ken die niet op de monitor te zien zijn.
9
Bevestigingsscherm verschijnt. Druk multi-selector omhoog of omlaag om
optie te markeren, druk op midden om te selecteren.
• Selecteer Start print om het afdrukken te starten. Druk om het afdrukken
te onderbreken midden op de multi-selector, zet daarna de camera uit en
ontkoppel de USB-kabel.
• Selecteer Terug om terug te keren naar het printselectievenster van Stap 4.
• Selecteer Annuleren om terug te keren zonder foto’s af te drukken.
Rechts boven getoonde melding verschijnt als afdrukken is voltooid. Zet de
camera uit en ontkoppel de USB-kabel.
Printer gereed?
Printer gereed?
prints
prints
Annuleren
Start print
Terug
006
Print selectie
Print selectie
Printen
001/006
Annuleren
Gereed
U KUNT DE CAMERA
UITZETTEN
Hervatten
63
Meer weten over afspelen
Zo drukt u de huidige printopdracht af:
Printer gereed?
Printer gereed?
prints
prints
Annuleren
Start print
Bevestigen
006
DPOF printen
DPOF printen
3
Markeer Bevestigen (markeer Annu-
leren en druk midden op de multi-
selector om terug te gaan zonder
foto’s af te drukken).
5
Bevestigingsscherm verschijnt. Druk multi-selector omhoog of omlaag om
optie te markeren, druk op midden om te selecteren.
• Selecteer Start print om het afdrukken te starten. Druk om het afdrukken te
onderbreken midden op de multi-selector, zet de camera uit en ontkoppel
de USB-kabel.
• Selecteer Annuleren om terug te keren zonder foto’s af te drukken.
Rechts boven getoond melding verschijnt als afdrukken is voltooid. Zet de
camera uit en ontkoppel de USB-kabel.
Printer gereed?
Printer gereed?
prints
prints
Annuleren
Start print
Bevestigen
006
DPOF printen
DPOF printen
1
4
2
5
3
6
BEVESTIGEN
Sluiten
4
De printopdracht verschijnt. Druk de
multi-selector omhoog, naar rechts,
naar links of omlaag om foto’s te bekij-
ken die niet op de monitor te zien zijn.
Printen
001/006
Annuleren
Gereed
U KUNT DE CAMERA
UITZETTEN
Hervatten
Printer gereed?
Printer gereed?
prints
prints
Annuleren
Start print
Bevestigen
006
DPOF printen
DPOF printen
2
De opties verschijnen.
Annuleren
DPOF printen
Printen
PictBridge
PictBridge
1
Markeer DPOF printen.
DPOF printen
De optie DPOF printing is alleen beschikbaar als er een printopdracht werd aange-
maakt middels Print set ( 58–59). Datum en opname-informatie ( 59) worden niet
afgedrukt als de foto's worden geprint via een USB aansluiting.
64
Het opnamemenuMenugids
Menugids
Het opnamemenu
2
De opties verschijnen.
OPNAMEMENU
OPNAMEMENU
1/3
1/3
Beeld kwal/form
Witbalans
Continu
1
Markeer het menu-onderdeel.
OPNAMEMENU
OPNAMEMENU
1/3
1/3
Beeld kwal/form
Witbalans
Continu
4
Maak de selectie.
Multi-shot 16
Continu
Enkelvoudig
CONTINU
CONTINU
1/2
1/2
3
Markeer de optie.
Multi-shot 16
Continu
Enkelvoudig
CONTINU
CONTINU
1/2
1/2
Om het menu te verlaten en terug te keren naar de opnamestand drukt u opnieuw
op de
knop. Alle Standaardwaarden kunnen worden hersteld met de optie
Alles terugzetten in het setup-menu (
99).
Optie Omschrijving
Beeld kwal./form Kies beeldgrootte en -kwaliteit. 65–66
Witbalans Kies witbalans die bij de heersende lichtbron past. 67–68
Continu Maak foto’s per stuk of in serie. 69
BSS Schakel de Best Shot Selector (BSS) in of uit. 70
Gevoeligheid Regelt de lichtgevoeligheid van de camera. 71
Beeld aanpassen Contrast regelen. 72
Verscherping
Regel hiermee in welke mate contouren in uw fo-
to’s worden verscherpt.
73
AF-veld stand Bepaalt hoe het scherpstelveld wordt geselecteerd. 74
Kleuropties Voor het regelen van de kleurinstellingen. 75
In de (auto) stand kunnen de volgende instellingen van het opnamemenu
worden ingesteld:
Wilt u het opnamemenu laten verschijnen, zet dan de keuzeknop op
en druk
op de knop. Zo maakt u een selectie in het opnamemenu:
65
Het opnamemenuMenugids
Assistentie- en onderwerpsstanden
Het menu voor beeldkwaliteit en -grootte is ook beschikbaar in de assistentie- en on-
derwerpsstanden ( 27, 29, 33).
Printgrootte
(cm)
Grootte
(pixels)
TV-
scherm
(640)
Normaal
(1600)
Normaal
(2288)
19 × 14
Beste keuze in meeste si-
tuaties.
1 : 8
2.288 ×
1.712
Door kleinere afmetingen
kunnen meer opnamen op
geheugenkaart worden op-
geslagen.
Hoog
(2288
)
19 × 14
Hoge kwaliteit, geschikt
voor vergrotingen en kwa-
liteitsprints.
1 : 4
2.288 ×
1.712
14 × 101 : 8
1.600 ×
1.200
Voor schermvullende verto-
ning op een TV of 13 inch
monitor. Geschikt voor we-
bpagina’s of verspreiding
via e-mail.
5 × 41 : 8
PC-
scherm
(1024)
Geschikt voor de kleinere
lmformaten (bijvoorbeeld in
een brief of rapport), of voor
vertoning op computermoni-
tors van 17 inch of groter.
9 × 71 : 8
1.024 ×
768
640 ×
480
Optie Omschrijving
Compressie-
verhouding
*
Beeld kwal./form
Foto’s die worden opgenomen met een digitale camera
worden opgeslagen als een beeldbestand. De omvang
van die bestanden, en daarmee het aantal foto’s dat op
de geheugenkaart kan worden opgeslagen, is afhankelijk
van de grootte- en de kwaliteit van de foto’s (Beeld kwal./
form). Kies voordat u gaat fotograferen de beeldgrootte
en -kwaliteit die passen bij doel en gebruik van de foto’s.
* Om de ruimte te beperken die een beeldbestand inneemt worden foto’s bij opslag
gecomprimeerd. Compressie geeft kwaliteitsverlies, al is dat niet altijd zichtbaar. Hoe
sterker de compressie, des te zichtbaarder zijn de gevolgen voor de kwaliteit. De ge-
tallen tussen haakjes geven de globale compressieverhouding voor elke instelling.
Alle getallen zijn benaderingen. Printformaat is gebaseerd op een printresolutie van
circa 300 dpi.
Normaal (1600)
Normaal (2288)
BEELD KWAL/FORM
BEELD KWAL/FORM
1/2
1/2
Hoog (2288
)
Beeld kwal/form
Selecteer Druk Selecteer
66
Het opnamemenuMenugids
Beeldgrootte
Kleinere beelden leiden tot kleinere bestanden, geschikt voor verzending per e-mail
en verwerking in webpagina’s. Worden kleine beelden echter op een groot formaat
geprint, dan zien ze er grof en onscherp uit.
Printgrootte
De grootte waarop beelden kunnen worden geprint is afhankelijk van de printer-resolu-
tie: hoe hoger de resolutie, des te kleiner zal de uiteindelijke print zijn.
Beeld kwal./form
De huidige instelling wordt aangegeven met een icoon in de
linker benedenhoek van het scherm.
14
Beeld kwal./form
TV-scherm (640)
Normaal (1600)
Normaal (2288)
Hoog (2288
)
PC-scherm (1024)
480
2220
1035
125
250
256 MB
geheugenkaart
27
57
7
14
123
Intern geheugen
(13,5 MB)
500 KB
230 KB
1,9 MB
1,0 MB
110 KB
Bestandsgrootte
De volgende tabel geeft bij benadering het aantal beelden dat kan worden opge-
slagen in het interne geheugen en op een geheugenkaart van 256 Megabyte bij
verschillende kwaliteits-/grootte-instellingen.
*
Alle getallen zijn benaderingen. De grootte van een beeldbestand is mede afhankelijk
van de inhoud van het beeld, waardoor de aantallen beelden sterk kunnen variëren. Is er
ruimte voor meer dan 999 beelden, dan geeft de opnameteller van de camera 999 aan.
67
Het opnamemenuMenugids
Witbalans
De kleur van het licht dat door het onderwerp wordt ge-
refl ecteerd is mede afhankelijk van de kleur van de licht-
bron. Onze hersenen passen zich aan kleurveranderingen
aan, met als resultaat dat we witte objecten als wit zien,
ongeacht het feit of ze zich in de schaduw bevinden, in
direct zonlicht of onder het licht van gloeilampen. Digitale
camera’s kunnen deze automatische aanpassing naboot-
sen door de informatie van de beeldsensor (CCD) van de camera te bewerken
overeenkomstig de kleur van de lichtbron. Deze bewerking wordt “automatische
witbalansinstelling” genoemd.
Daglicht
Witbal. Preset
Automatisch
WITBALANS
WITBALANS
1/3
1/3
Optie
Gloeilamp-licht
Voor foto’s bij het licht van gloeilampen.
Automatisch
Witbalans wordt automatisch aan lichtomstandigheden
aangepast. Beste keuze in meeste situaties.
Witbal. Preset
Wit object wordt als referentie gebruikt om witbalans
onder ongewone lichtomstandigheden in te stellen.
TL-licht
Voor foto’s bij de meeste soorten fl uorescentielicht.
Bewolkt
Flitslicht
Voor foto’s bij fl itslicht.
Voor foto’s bij bewolkt weer.
Daglicht
Witbalans afgestemd op gericht zonlicht.
Omschrijving
Witbalans
Selecteer Druk Selecteer
68
Het opnamemenuMenugids
Vooringestelde witbalans
De vooringestelde witbalans kan niet met fl itslicht worden vastgesteld.
Witbalans
Bij andere instellingen dan (Automatisch) verschijnt er
een aanduiding voor de witbalans op het scherm.
Vooringestelde witbalans
De vooringestelde witbalans wordt gebruikt onder meng-
licht-omstandigheden (verschillende soorten licht) of om
een correctie te realiseren voor lichtbronnen met een
duidelijke kleurzweem (bijvoorbeeld om foto’s die werden
gemaakt met het licht van lamp met een rode kap, er uit te
laten zien alsof ze bij normaal licht werden gemaakt). Kiest
u
(Witbal. Preset) uit het witbalans-menu, dan zoomt
de camera in en verschijnt het rechts boven vertoonde menu op de monitor.
WITBAL. PRESET
WITBAL. PRESET
Annuleren
Meten
14
Optie
Annuleren
Keert terug naar de meest recente instelling voor de vooringestelde
witbalans en stelt de witbalans op die waarde in.
Meten
Wilt u een nieuwe witbalansinstelling maken, plaats dan een neutraal
grijs object, een vel grijs karton bijvoorbeeld, in het licht dat voor de
foto gaat worden gebruikt. Neem het object zo in beeld dat het het
vierkant in het hierboven getoonde menu vult. Markeer Meten en
druk op het midden van de multi-selector om de nieuwe waarde voor
de witbalans te meten (de sluiter wordt geactiveerd en de camera
keert terug naar de oorspronkelijke zoomstand; er wordt echter geen
foto gemaakt).
Omschrijving
69
Het opnamemenuMenugids
Continu
Gebruik de opties in dit menu om de vluchtige expressie
van een persoon in beeld te vangen, een onderwerp vast
te leggen dat zich in onvoorspelbare richtingen verplaatst,
of een beweging te fotograferen in een serie achtereen-
volgende foto’s.
Multi-shot 16
Continu
Enkelvoudig
CONTINU
CONTINU
1/2
1/2
Optie
Enkelvoudig
Camera maakt één opname per keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt.
Continu
Zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden maakt de camera opna-
men met een snelheid van maximaal 1,5 bps totdat de
(wachten) icoon ver-
schijnt. Het aantal opnamen dat gemaakt kan worden hangt af van de instelling
voor beeldkwal/form. In de stand
Normaal (2288) is het maximum acht.
3 Opnamen
buffer
Camera maakt opnamen op 1 bps zolang ontspanknop ingedrukt wordt ge-
houden, maar alleen de laatste paar opnamen worden opgeslagen (aantal
opgeslagen opnamen is afhankelijk huidige instelling Beeld kwal./form).
Omschrijving
Multi-shot
16
Elke keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt maakt de
camera 16 achtereenvolgende opnamen van 572 × 428
pixels in grootte op een snelheid van circa 2 bps en rang-
schikt hij ze in vier rijen binnen één enkel totaalbeeld van
2288 × 1712 pixels. Beeld kwal./form. wordt automatisch
ingesteld op
Normaal (2288).
Beperkingen voor camera-instellingen
Bij andere instellingen dan Enkelvoudig worden de fl itser ( 38) en BSS ( 70) uitgescha-
keld en worden scherpstelling, belichting en witbalans voor alle foto’s vastgesteld op basis
van de eerste opname van elke serie. Continu wordt automatisch ingesteld op Enkelvou-
dig wanneer de zelfontspanner wordt geactiveerd ( 40) of BSS is ingeschakeld ( 70).
Digitale zoom ( 17) kan niet worden gebruikt in combinatie met Multi-shot 16.
De geheugenbuffer
Tijdens het fotograferen worden de beelden opgeslagen in een tijdelijk buffergeheugen
voordat ze voor opslag naar het interne geheugen of de geheugenkaart gaan. U kunt
doorgaan met foto’s maken zolang er ruimte in het buffergeheugen is. Wanneer het buf-
fergeheugen vol is verschijnt een (wachten) icoon en wordt het opnemen uitgesteld. U
kunt meer foto’s maken zodra er weer ruimte in het buffergeheugen vrij is gekomen.
Continu
Bij andere instellingen dan Enkelvoudig wordt de actieve "con-
tinu" instelling op de monitor aangegeven met een icoon.
14
Continu
Selecteer Druk Selecteer
Het opnamemenuMenugids
Best Shot Selector (BSS)
De opties in het Best Shot Selector (BSS) menu worden
aanbevolen voor situaties waarin ongewilde camerabewe-
ging tot onscherpe foto’s kan leiden, of wanneer delen van
het beeld onder- of overbelicht zouden kunnen raken.
Belichting BSS
Aan
Uit
BEST SHOT SELECTOR
BEST SHOT SELECTOR
Optie Omschrijving
Uit BSS uit; camera functioneert normaal.
Aan
De camera maakt foto’s zolang de ontspan-
knop ingedrukt wordt gehouden, maar alleen
de scherpste opname (de foto met de hoogste
detaillering) wordt opgeslagen. De fl itser wordt
automatisch uitgeschakeld en de scherpstel-
ling, belichting en automatische witbalans van
alle foto’s worden bepaald op basis van de eerste foto in de reeks.
Aanbevolen voor situaties waarin ongewilde camerabeweging tot
onscherpe foto’s kan leiden, bijvoorbeeld wanneer:
er is ingezoomd de macro close-up stand wordt gebruikt
er weinig licht is en de fl itser niet kan worden gebruikt
Belich-
ting BSS
Selecteren van deze optie roept rechts afge-
beeld submenu op. Kies uit:
Hoge lichten BSS: opname met kleinste over-
belichte partij wordt gekozen.
Schaduw BSS: opname met kleinste onder-
belichte partij wordt gekozen.
Histogram BSS: uit de opnamen met de minste onder- en overbe-
lichting kiest de camera de opname met de optimale belichting.
De camera maakt elke keer dat er op de ontspanknop wordt gedrukt
vijf opnamen, maar alleen de foto die het beste aan het gekozen crite-
rium beantwoordt wordt opgeslagen. De fl itser wordt automatisch uit-
geschakeld en de scherpstelling, belichting en automatische witbalans
voor alle foto’s worden bepaald op basis van de eerste foto in de reeks.
Aanbevolen voor onderwerpen waarin een hoog contrast voorkomt,
wanneer het moeilijk is de belichtingsinstelling goed te bepalen.
Histogram BSS
Schaduw BSS
Hoge lichten BSS
BELICHTING BSS
BELICHTING BSS
BSS
Selecteer Druk Selecteer
71
Het opnamemenuMenugids
Beperkingen voor BSS ( 70)
BSS kan niet worden gebruikt in combinatie met de zelfontspanner ( 40) of met
andere Continu-instellingen dan Enkelvoudig ( 69). Aan zal mogelijk niet het ge-
wenste resultaat opleveren bij een bewegend onderwerp of wanneer u de compositie
verandert terwijl de ontspanknop geheel ingedrukt is.
BSS ( 70)
Bij andere instellingen dan Uit wordt de actieve BSS instelling
aangegeven met een icoon op het scherm.
14
Gevoeligheid
Gevoeligheid (ISO equivalent) is een maatstaf voor de
snelheid waarmee de camera op het licht reageert. Hoe
hoger de gevoeligheid, des te minder licht is er nodig om
een belichting te realiseren. Net zoals fi lm met een hoge
ISO-waarde “korrelige” beelden geeft, kunnen hoge
gevoeligheidsinstellingen leiden tot “ruis”: willekeurig
voorkomende, helder gekleurde pixels, geconcentreerd in
de donkere delen van het beeld.
Optie
50
Ongeveer equivalent aan ISO 50. Aanbevolen behalve wanneer er weinig
licht is of wanneer korte sluitertijden gewenst zijn (bijvoorbeeld wanneer u
bewegende onderwerpen fotografeert). Ruis kan zich voordoen in opna-
men die met hogere instellingen worden gemaakt.
100 Ongeveer equivalent aan ISO 100.
Omschrijving
200 Ongeveer equivalent aan ISO 200.
400 Ongeveer equivalent aan ISO 400.
Auto
Equivalent aan ISO 50 onder normale omstandigheden: wanneer er echter
weinig licht is verhoogt de camera de gevoeligheid. ISO icoon verschijnt
wanneer gevoeligheid wordt verhoogd.
50
Auto
100
GEVOELIGHEID
GEVOELIGHEID
1/2
1/2
Gevoeligheid
Bij andere instellingen dan Auto wordt de actieve instelling
aangegeven met een icoon op het scherm.
14
50
50
50
50
100
200
400
Gevoeligheid
Selecteer Druk Selecteer
72
Het opnamemenuMenugids
Beeld aanpassen
Met de opties van dit menu regelt u het contrast.
Meer contrast
Normaal
Automatisch
BEELD AANPASSEN
BEELD AANPASSEN
1/2
1/2
Optie Omschrijving
Normaal
De camera past op alle foto’s dezelfde standaard contrastaanpassing
toe. Geschikt voor allerlei onderwerpen, van donkere tot lichte.
Auto-
matisch
Camera stelt automatisch contrast in op basis van opname-omstan-
digheden.
Minder
contrast
Beeld wordt bewerkt om het verschil tussen lichte en donkere partij-
en te verkleinen, wat het contrast verlaagt. Aanbevolen wanneer er
fel licht is, dat sterke schaduwen op het onderwerp laat vallen.
Meer
contrast
Beeld wordt bewerkt om het verschil tussen lichtste en donkerste
partijen te vergroten, wat het contrast verhoogt. Nuttig voor opna-
men bij bewolkt weer of bij het fotograferen van onderwerpen met
een laag contrast.
Beeld aanpassen
Selecteer Druk Selecteer
73
Het opnamemenuMenugids
Verscherping
Met deze optie regelt u hoe de camera beelden bewerkt
om min of meer scherpe licht/donker-overgangen te
versterken, waardoor contouren worden verscherpt. Dit
gebeurt na de opname en het effect kan dus niet voor-
afgaand aan de opname in de monitor of elektronische
zoeker worden beoordeeld, maar het is wel zichtbaar in
de uiteindelijke foto.
Normaal
Hoog
Automatisch
VERSCHERPING
VERSCHERPING
1/2
1/2
Optie
Laag
De mate van verscherping ligt onder het normale niveau.
Auto-
matisch
De camera verscherpt contouren voor optimale resultaten; de mate
van verscherping verschilt van beeld tot beeld.
Hoog
Het beeld wordt zodanig bewerkt dat de scherpte-indruk wordt ver-
sterkt; contouren worden duidelijk verscherpt.
Normaal
De camera past op alle beelden dezelfde standaard verscherping
toe.
Uit
Er wordt geen verscherping toegepast.
Omschrijving
Foto’s maken die later met de computer zullen worden bewerkt
Zullen de foto later met de computer worden bewerkt, kies dan Uit.
Verscherping
Selecteer Druk Selecteer
74
Het opnamemenuMenugids
AF-veld stand
AF-veld stand bepaalt hoe het scherpstelveld wordt ge-
selecteerd.
Uit
Handmatig
Automatisch
AF-VELD STAND
AF-VELD STAND
Optie
Auto-
matisch
Camera kiest automatisch scherpstelveld dat het onderwerp bevat
dat het dichtst bij de camera ligt. Het geselecteerde scherpstelveld
verschijnt als de ontspanknop half wordt ingedrukt. Gebruikers kun-
nen het focusgebied handmatig selecteren met behulp van de multi
selector.
Hand-
matig
Gebruiker selecteert scherpstelveld handmatig met multi-selector.
Belichting ingesteld door licht alleen te meten in geselecteerd scherp-
stelveld (spot AF-veld). Kan worden gebruikt in plaats van scherpstel-
vergrendeling ( 20) voor scherpstelling op onderwerp buiten het
beeldcentrum.
Uit
Camera stelt scherp op onderwerp in centraal scherpstelveld. Te
gebruiken in combinatie met scherpstelvergrendeling ( 20) voor
scherpstelling op onderwerpen die zich buiten het midden bevin-
den.
Omschrijving
Handmatige scherpstelveldselectie
Zo selecteert u het scherpstelveld wanneer Handmatig werd geselecteerd bij AF-
veld stand:
14
14
Geselecteerd scherp-
stelveld in grijs.
3
14
14
Markeer nieuw
AF-veld.
2
14
14
Actief AF-veld
gemarkeerd in rood.
1
14
14
Actief AF-veld
in grijs.
Flitsstand, ontspanmethode, macrostand en belichtingscorrectie kunnen niet wor-
den veranderd als het AF-veld in rood is gemarkeerd. Druk midden op de multi-
selector om het scherpstelveld te markeren voordat u deze instellingen verandert.
Beperkingen scherpstelveldselectie
Het centrale scherpstelveld wordt gebruikt als de digitale zoom ( 17) in gebruik is.
AF-veld stand
Selecteer Druk Selecteer
75
Het opnamemenuMenugids
Kleuropties
Met deze optie kunt u de intensiteit van de kleuren verho-
gen of foto’s opnemen in monochroom. De effecten van
de huidige instelling zijn zichtbaar in de monitor en de
elektronische zoeker.
Zwart-wit
Levendig
Kleur
KLEUROPTIES
KLEUROPTIES
1/2
1/2
Optie
Sepia De foto’s worden opgenomen in sepia.
Kleur De foto’s worden in natuurlijke kleuren opgenomen.
Levendig De foto’s krijgen intense kleuren.
Zwart-wit De foto’s worden opgenomen in zwart-wit.
Koelblauw
De foto’s worden opgenomen in blauw getint mono-
chroom.
Omschrijving
Witbalans
Selecteert u Zwart-wit, Sepia of Koelblauw, dan wordt de witbalans ( 67) automa-
tisch ingesteld op Automatisch. De oorspronkelijke witbalansinstelling wordt hersteld
wanneer Kleur of Levendig wordt geselecteerd.
Kleuropties
Bij andere instellingen dan Kleur wordt de actieve kleurinstel-
ling met een icoon in de zoeker/monitor aangegeven.
14
Kleuropties
Selecteer Druk Selecteer
76
Het weergavemenuMenugids
Het weergavemenu
Het weergavemenu bevat de volgende opties:
Om het menu te verlaten en terug te keren naar de opnamestand drukt u opnieuw
op de
knop.
Zo roept u het weergavemenu op:
2
Het weergavemenu verschijnt.
WEERGAVEMENU
WEERGAVEMENU
1/3
1/3
Printopdracht
Diashow
Wissen
1
Start weergave.
1/ 1
0001
000 1
100
100
N I K
O
N
10
10
08
08
00
00
2004
2 004
01
0 1
0001
100N I K
O
N
10
08
00
200401
Optie Omschrijving
Printopdracht
Selecteer foto’s voor printen met een DPOF-compati-
ble printapparaat; geef aantal prints op en informatie
die erin moet worden geprint.
58–59
Diashow Foto’s in een automatische diashow bekijken. 77–79
Wissen Wis alle of de geselecteerde prints. 80–81
Beveiligen
Beveilig geselecteerde prints tegen ongewild wissen.
82
Auto-overdracht
Markeer alle geselecteerde beelden voor overspelen
naar een computer; zet de markering voor automa-
tisch overspelen aan of uit.
83–84
Kleine kopie Maak kleine kopieën van huidige foto. 85
Kopie
Voor het kopiëren van foto’s uit het interne geheugen
naar de geheugenkaart of vice versa.
86–87
Sorteren op
datum
Sorteert foto’s in mappen op datum. 88
Directe index Creëert indexprints met zestien beeldjes. 89–90
77
Het weergavemenuMenugids
Diashow
Deze optie wordt gebruikt om beelden af te spelen in een
automatische serievertoning (diashow), waarbij elk beeld
ongeveer drie seconden in beeld blijft.
DIASHOW
DIASHOW
Beeld(en) kiezen
Alles selecteren
Optie
Alles
selecteren
Vertoon alle beelden in volgorde
van opname.
Beeld(en)
kiezen
Vertoon geselecteerde beelden in
gekozen volgorde.
Omschrijving
Geselecteerde beelden in gekozen volgorde vertonen
DIASHOW
DIASHOW
Beeld(en) kiezen
Alles selecteren
1
Markeer Beeld(en) kiezen.
BEELD(EN) KIEZEN
BEELD(EN) KIEZEN
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
20
44/
Terug Ingestld
2
Selectievenster verschijnt.
BEELD(EN) KIEZEN
BEELD(EN) KIEZEN
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
05
42/
Terug Ingestld
3
Blader de foto’s door. Huidige foto ver-
schijnt onderaan monitor.
11
1
1
BEELD(EN) KIEZEN
BEELD(EN) KIEZEN
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
05
42/
Terug Ingestld
4
Selecteer foto. Geselecteerde foto wordt
gemarkeerd door nummer dat positie in
diashow aangeeft; duw multi-selector
omhoog om volgorde te veranderen.
Wilt u de selectie van een foto opheffen,
druk dan de multi-selector omlaag tot-
dat het nummer niet langer te zien is
.
Diashow
Druk SelecteerDruk
78
Het weergavemenuMenugids
11
1
1
BEELD(EN) KIEZEN
BEELD(EN) KIEZEN
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
05
42/
Terug Ingestld
5
Druk op om de foto 90 ° naar links
te roteren ( verschijnt op foto) of
om de foto 90 ° naar rechts te roteren
( verschijnt op foto). Films kunnen
niet worden geroteerd. Herhaal stap-
pen 3–5 om extra foto’s te selecteren.
Om te stoppen zonder de selectie te
veranderen drukt u op de
knop.
Pauze
Pauze
DIASHOW
DIASHOW
Start
Herhalen
7
Markeer Start.
Pauze
Pauze
DIASHOW
DIASHOW
Start
Herhalen
6
Startscherm verschijnt.
8
Diashow begint.
Alle beelden in volgorde van opname vertonen
Pauze
Pauze
DIASHOW
DIASHOW
Start
Herhalen
2
Startscherm verschijnt. Start diashow
als beschreven in stappen 7–8,
hierboven.
DIASHOW
DIASHOW
Beeld(en) kiezen
Alles selecteren
1
Markeer Alles selecteren.
79
Het weergavemenuMenugids
Tijdens het afspelen van de diashow zijn de volgende handelingen mogelijk:
Automatische uitschakeling
De camera gaat in de standby-stand als er tijdens een diashow dertig minuten lang
geen handelingen worden uitgevoerd.
Diashows
Index prints ( 89) en kopieën die werden gemaakt met de optie voor kleine kopieën
( 85) worden bij een diashow niet vertoond. Films worden weergegeven als foto (het
eerste beeldje wordt weergegeven).
“Herhalen”
Als Herhalen in het startscherm is geselecteerd zal de diashow
steeds worden herhaald. Om de optie Herhalen te selecteren
of te deselecteren markeert u Herhalen en duwt u midden op
de multi-selector. Een selectieteken naast Herhalen geeft aan
dat de optie Herhalen is geselecteerd.
Actie OmschrijvingIndrukken
Pauzeer
diashow
Het rechts weergegeven menu
verschijnt. Markeer Herstarten
en duw de multi-selector naar
rechts om de diashow te her-
vatten. Markeer Einde en duw
de multi-selector naar rechts
om de diashow te stoppen.
Doorgaan naar
het volgende
beeld
Duw multi-selector naar rechts om naar volgende
beeld te springen. Houd de multi-selector omlaag om
snel voorwaarts door de show te gaan.
PAUZE
PAUZE
Einde
Herstarten
Teruggaan
naar het vo-
rige beelde
Druk de multi-selector naar links om terug te keren
naar de vorige dia. Houd de multi-selector omlaag om
snel terug in de diashow te gaan.
Stop diashow Stopt diashow, terugkeer naar weergave.
Als de diashow stopt verschijnt het rechts weergegeven
pauzemenu. Druk de multi-selector omhoog of omlaag
om een optie te markeren, druk hem vervolgens naar
rechts om te selecteren:
Einde: stopt diashow, terugkeer naar weergavemenu
Herstarten: diashow begint opnieuw
PAUZE
PAUZE
Einde
Herstarten
Pauze
Pauze
DIASHOW
DIASHOW
Start
Herhalen
80
Het weergavemenuMenugids
Wissen
Het wismenu bevat de volgende opties:
WISSEN
WISSEN
Gesel. beeld(en)
Wis alle beelden
Optie
Wis alle beelden Wis alle beelden.
Gesel. beeld(en) Wis geselecteerde beelden.
Omschrijving
Is er geen geheugenkaart geplaatst, dan worden de foto’s in het interne geheugen
gewist. Is er een geheugenkaart geplaatst, dan worden de foto’s van de geheu-
genkaart gewist.
Geselecteerde beelden wissen
WIS GESEL. BEELDEN
WIS GESEL. BEELDEN
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
05
42/
Terug Ingestld
4
Selecteer huidige foto. Geselecteerde
beelden gemarkeerd door icoon.
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
05
42/
Terug Ingestld
WIS GESEL. BEELDEN
WIS GESEL. BEELDEN
3
Blader de foto’s door. Huidige foto
verschijnt onderaan monitor.
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
20
44/
WIS GESEL. BEELDEN
WIS GESEL. BEELDEN
Terug Ingestld
2
Selectievenster verschijnt.
WISSEN
WISSEN
Gesel. beeld(en)
Wis alle beelden
1
Markeer Gesel. beeld(en).
5
Herhaal stappen 3–4 om extra beelden te selecteren. Om een beeld te
deselecteren markeert u het en drukt u de multi-selector omlaag. Om te
stoppen zonder de selectie te veranderen drukt u op de knop.
Wissen
Druk SelecteerDruk
81
Het weergavemenuMenugids
Voordat er beelden worden gewist
Eenmaal gewiste beelden kunnen niet worden teruggehaald. Speel beelden die
moeten worden bewaard eerst over naar de computer ( 53).
Beveiligde beelden
Beelden die met een icoon zijn gemarkeerd zijn beveiligd en kunnen niet worden
gewist ( 82).
Alle foto’s wissen
WISSEN
WISSEN
Gesel. beeld(en)
Wis alle beelden
1
Markeer Wis alle beelden.
WISSEN
WISSEN
Wissen alle beelden...
( Excl.)
Nee
Ja
2
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
Druk multi-selector omhoog of omlaag
om optie te markeren, druk op midden
om te selecteren.
• Selecteer Ja om alle onbeveiligde fo-
to’s te wissen.
• Selecteer Nee om terug te keren zon-
der foto’s te wissen.
WISSEN
WISSEN
Nee
Ja
Wis 1 beeld(en)?
Wis 1 beeld(en)?
Wis 1 beeld(en)?
6
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
Druk multi-selector omhoog of omlaag
om optie te markeren, druk op midden
om te selecteren:
• Selecteer Ja om geselecteerde beel-
den te wissen
• Selecteer Nee om terug te keren zon-
der opnamen te wissen
82
Het weergavemenuMenugids
Beveiligen
Deze optie wordt gebruikt om beelden tegen onbedoeld
wissen te beveiligen. Beveiligde bestanden kunnen niet
worden gewist door op de knop te drukken of de op-
ties uit het Wissen menu te gebruiken. Beelden worden
echter wel gewist als het interne geheugen of de geheu-
genkaart wordt geformatteerd (
98).
BEVEILIGEN
BEVEILIGEN
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
20
44/
Terug Ingestld
BEVEILIGEN
BEVEILIGEN
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
05
42/
Terug Ingestld
2
BEVEILIGEN
BEVEILIGEN
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
05
42/
Terug Ingestld
1
Blader de foto’s door. Huidige foto
verschijnt onderaan monitor.
Selecteer huidige foto. Geselecteerde
beelden gemarkeerd door icoon.
Gereed
4
Voltooi de bewerking.
3
Herhaal stappen 1–2 om extra
beelden te selecteren. Om een
beeld te deselecteren markeert
u het en drukt u de multi-se-
lector omlaag. Om te stoppen
zonder de selectie te verande-
ren drukt u op de knop.
De beveiligingsicoon
Tijdens weergave verschijnt op alle beveiligde beelden een
beveiligingsicoon.
1/ 1
0001
0001
100
100
N I K
O
N
10
10
2004
2004
00
00
01
01
08
08
0001
100N I K
O
N
10
2004
00
0108
Beveiligen
Druk SelecteerDruk
83
Het weergavemenuMenugids
Auto-overdracht
Deze optie wordt gebruikt om foto’s te markeren voor
overspelen naar een computer. Foto’s die met deze optie
zijn gemarkeerd kunnen met PictureProject worden over-
gespeeld. Kijk voor meer informatie in de PictureProject
Naslaggids (op cd).
Kies beeld(en)
Alles uit
Alles aan
AUTO-OVERDRACHT
AUTO-OVERDRACHT
Optie
Alles aan
(standaard)
Alle aanwezige foto’s worden voor overspelen gemarkeerd.
Foto’s die werden gemaakt terwijl deze optie actief is worden
voor overspelen gemarkeerd.
Alles uit
Verwijder overspeelmarkering van alle aanwezige foto’s.
Foto’s die werden gemaakt terwijl deze optie actief is worden
niet voor overspelen gemarkeerd.
Omschrijving
Kies beeld(en)
Markeer geselecteerde beelden voor overspelen.
Beperkingen van Auto-overdracht
Met Auto-overdracht kunnen maximaal 999 foto’s worden overgespeeld. Wilt u meer
dan 999 foto’s overspelen, selecteer dan de foto’s in PictureProject, of speel de foto’s
over in groepen van 999 foto’s of minder.
U kunt de COOLPIX 4800 niet gebruiken om beelden over te spelen die met een ander
model Nikon camera voor overspelen zijn geselecteerd. Selecteer de beelden opnieuw
met de COOLPIX 4800.
De icoon
Beelden die voor overspelen zijn gemarkeerd zijn te herkennen aan de icoon.
Wanneer u de camera op een computer aansluit met de UC-E6 USB-kabel en midden
op de multi-selector drukt (
knop) om foto’s over te spelen, dan worden alleen de
foto’s overgespeeld die van een icoon zijn voorzien. Houd er rekening mee dat
foto's niet overgespeeld kunnen worden van een beveiligde geheugenkaart ( 11),
of van het interne geheugen indien Mass Storage is geselecteerd voor USB ( 53).
Gebruik dan de PictureProject Transfer knop.
Schermvullende weergave
1/ 1
0001
0001
100
100
N I K
O
N
10
10
08
08
00
00
2004
2 004
01
0 1
0001
100N I K
O
N
10
08
00
200401
Thumbnail-weergave
11
33
22
44
Auto-overdracht
Druk SelecteerDruk
84
Het weergavemenuMenugids
Geselecteerde beelden voor overspelen markeren
Gereed
6
Voltooi de bewerking.
5
Herhaal stappen 3–4 om extra
beelden te selecteren. Om een
beeld te deselecteren markeert
u het en drukt u de multi-se-
lector omlaag. Om te stoppen
zonder de selectie te verande-
ren drukt u op de knop.
AUTO-OVERDRACHT
AUTO-OVERDRACHT
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
20
44/
Terug Ingestld
2
Selectievenster verschijnt.
AUTO-OVERDRACHT
AUTO-OVERDRACHT
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
05
42/
Terug Ingestld
4
Selecteer huidige foto. Geselecteerde
beelden gemarkeerd door icoon.
AUTO-OVERDRACHT
AUTO-OVERDRACHT
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
05
42/
Terug Ingestld
3
Blader de foto’s door. Huidige foto
verschijnt onderaan monitor.
Kies beeld(en)
Alles uit
Alles aan
AUTO-OVERDRACHT
AUTO-OVERDRACHT
1
Markeer Kies beeld(en).
85
Het weergavemenuMenugids
KLEINE KOPIE
KLEINE KOPIE
Kleine kopie
Om een kleine kopie van een foto te maken selecteert u
Kleine kopie nadat u de foto schermvullend hebt opge-
roepen of in de thumbnail-weergave hebt geselecteerd.
Optie
320 × 240
Geschikt voor weergave op webpagina’s. Klei-
ne bestandsgrootte verkort de tijd die nodig is
om in de web browser te worden geopend.
Omschrijving
160 × 120
Kopie kan snel worden verzonden en ont-
vangen als email-attachment.
640 × 480
Kan schermvullend op TV worden vertoond.
Kopieën worden opgeslagen als JPEG-bestanden (compressieverhouding 1:16) met namen als
“SSCNnnnn.JPG”, waarin “nnnn” een viercijferig nummer is dat toegekend wordt door één
toe te voegen aan het hoogste nummer in de huidige map. Kopieën worden aangemaakt met
dezelfde overspeelmarkeringen en aanmaakdatum en -tijd als het origineel, maar zijn verder
onafhankelijk van de oorspronkelijke foto en kunnen apart worden gewijzigd of gewist. In-
stellingen voor printen ( 58) en beveiliging ( 82) worden bij het aanmaken van kopieën
niet overgenomen. Tijdens weergave worden kopieën aangeduid met een grijze rand, en er
verschijnt een , of icoon wanneer kopieën schermvullend worden bekeken.
Ja
Nee
Dit beeld opslaan als
Dit beeld opslaan als
getoond?
getoond?
2
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
Druk multi-selector omhoog of om-
laag om optie te markeren, druk op
midden om te selecteren:
Ja: maak kleine kopie aan
Nee:
terugkeren zonder kopie te maken
1
Markeer de optie.
KLEINE KOPIE
KLEINE KOPIE
Kleine kopieën
Kopieën kunnen alleen worden gemaakt als er voldoende geheugenruimte beschikbaar is.
Wanneer ze met andere Nikon cameramodellen worden bekeken kan het voorkomen dat
kleine kopieën niet goed weergegeven of overgespeeld kunnen worden. Kleine kopieën
kunnen niet worden gemaakt van fi lms ( 43), kleine kopieën of uitsnedekopieën.
Kleine kopie
Druk SelecteerDruk
86
Het weergavemenuMenugids
Kopiëren
Wilt u foto’s van het interne geheugen kopiëren naar
een geheugenkaart of van een geheugenkaart naar het
interne geheugen, plaats dan een geheugenkaart in de ca-
mera en volg onderstaande stappen. Deze optie is alleen
beschikbaar wanneer er een geheugenkaart in de camera
is geplaatst.
KOPI
KOPI
ËREN
REN
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
05
42/
KOPI
KOPI
ËREN
REN
Terug Ingestld
6
Selecteer huidige foto. Geselecteerde
foto’s gemarkeerd door icoon.
KOPI
KOPI
ËREN
REN
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
20
44/
Terug Ingestld
KOPI
KOPI
ËREN
REN
4
De foto’s verschijnen.
Gesel. Beelden
Alle beelden
CAMERA KAART
CAMERA KAART
3
Markeer Gesel. Beelden.
1
Markeer (kopieer van het inter-
ne geheugen naar een geheugenkaart)
of (kopieer van een geheugen-
kaart naar het interne geheugen).
Gesel. Beelden
Alle beelden
CAMERA KAART
CAMERA KAART
2
Het menu verschijnt.
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
05
42/
KOPI
KOPI
ËREN
REN
Terug Ingestld
5
Blader door de foto’s. Huidige foto
verschijnt onderaan scherm.
Geselecteerde foto’s kopiëren
Kopiëren
Druk SelecteerDruk
87
Het weergavemenuMenugids
7
Herhaal stappen 5–6 om extra foto’s te selecteren. Om een foto te de-
selecteren markeert u hem en drukt u de multi-selector omlaag. Om te
stoppen zonder de selectie te veranderen drukt u op de knop.
KOPI
KOPI
ËREN
REN
Nee
Ja
Gesel. beelden kopi
Gesel. beelden kopi
ëren.
ren.
OK?
OK?
Gesel. beelden kopiëren.
OK?
8
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
Druk multi-selector omhoog of omlaag
om optie te markeren, druk op midden
om te selecteren.
• Selecteer Ja om geselecteerde foto’s
te kopiëren.
• Selecteer Nee om terug te keren zon-
der foto’s te kopiëren.
Alle foto’s kopiëren
Wilt u alle foto’s kopiëren, selecteer dan de bron als be-
schreven in stappen 1–2 op de vorige bladzijde. Markeer
Alle beelden en duw de multi-selector naar rechts. Het
rechts afgebeelde bevestigingsscherm verschijnt; druk de
multi-selector omhoog of omlaag om een optie te marke-
ren en druk op het midden om een selectie te maken.
• Selecteer Ja om alle foto’s te kopiëren.
• Selecteer Nee om terug te keren zonder foto’s te kopiëren.
KOPI
KOPI
ËREN
REN
Nee
Ja
Alle beelden kopi
Alle beelden kopi
ëren.
ren.
OK
OK
( Excl.)
( Excl.)
Alle beelden kopiëren.
OK?
( Excl.)
Beperkingen voor kopiëren
Verschijnt de melding “BEELD KAN NIET WORDEN OPGESLAGEN”, dan heeft de
opslagbestemming onvoldoende geheugenruimte. Wis foto’s, of plaats een nieuwe
geheugenkaart als u de foto’s naar een geheugenkaart wilde overspelen.
De camera kan foto’s die met een ander merk camera werden gemaakt of met een
computer werden bewerkt mogelijk niet kopiëren.
Bestandsnamen
Foto’s die zijn gekopieerd met Gesel. Beelden worden gekopieerd naar de huidige
map waar ze nieuwe bestandsnummers krijgen toegewezen in oplopende volgorde,
beginnend vanaf het hoogste bestandsnummer in het geheugen. Met Alle beelden
kopieert u alle mappen vanaf de bron; bestandsnamen veranderen niet, maar nieuwe
mapnummers worden in oplopende volgorde toegewezen, beginnend vanaf het hoog-
ste mapnummer op de bestemming.
Markering voor printen, overspelen en beveiliging
Gekopieerde foto’s verliezen hun markering voor printen ( 58) en overspelen ( 83).
De beveiligingsmarkering ( 82) wordt ongemoeid gelaten.
88
Het weergavemenuMenugids
Sorteren op datum
Wilt u foto’s in aparte mappen op datum sorteren, selec-
teer dan Sorteren op datum in het weergavemenu. Het
rechts afgebeelde bevestigingsscherm verschijnt; druk de
multi-selector omhoog of omlaag om een optie te marke-
ren en druk op het midden om een selectie te maken.
Nee: terugkeren zonder foto’s te sorteren.
Ja: sorteert foto’s in mappen op datum. Er wordt een nieuwe map aangemaakt
voor elke datum waarop foto’s werden gemaakt. De mappen krijgen een naam
door de datum (maand en dag) toe te voegen aan het driecijferige volgnummer
(bijvoorbeeld “101_0123” voor foto’s die werden gemaakt op 23 januari). Alle
foto’s die op die datum werden gemaakt worden naar die map verplaatst en
krijgen nieuwe bestandsnummers toegewezen, beginnend met 0001; bijbeho-
rende spraakmemo’s worden mee verplaatst en krijgen de bijbehorende nieuwe
bestandsnaam (merk op dat foto’s die op dezelfde dag en maand, maar in een
ander jaar zijn genomen, in dezelfde map zullen worden geplaatst).
Foto’s die worden gemaakt na het sorteerproces, worden in de map opgeslagen
die werd gebruikt voordat het sorteren begon.
SORTEREN OP DATUM
SORTEREN OP DATUM
Beelden in mappen op
datum sorteren?
Nee
Ja
Sorteren op datum
Sorteren op datum hernoemt alle betrokken bestanden en mappen defi nitief; de
oorspronkelijke namen kunnen niet worden teruggehaald. Een markering voor printen
( 58) en overspelen ( 83) gaat verloren, maar de markering voor beveiliging ( 82)
blijft ongemoeid.
Beperkingen voor sorteren
Foto’s worden niet gesorteerd als de huidige map nummer 999 krijgt. De volgende soorten
foto’s worden bij het sorteren niet verplaatst: foto’s die werden gemaakt met Panorama assist
en opgeslagen in mappen beginnend met “P_”( 36); kopieën die werden gemaakt met de
optie voor kleine kopieën ( 85); uitsnedekopieën ( 50); index prints ( 89); foto’s die al
zijn gesorteerd en foto’s waarvan de opnamedatum niet werd geregistreerd ( 13).
Na het sorterenVoor het sorteren
100NIKON
DSCN0001
DSCN0002
DSCN0003
DSCN0004
DSCN0005
Foto’s gemaakt
op 23 januari
Foto’s gemaakt
op 24 januari
Nieuwe foto’s wor-
den opgeslagen in
100NIKON
100NIKON
DSCN0006
DSCN0007
DSCN0008…
101_0123
DSCN0001
DSCN0002
102_0124
DSCN0001
DSCN0002
DSCN0003
Sorteren op datum
Druk SelecteerDruk
89
Het weergavemenuMenugids
Directe index
Met deze optie maakt u “index prints”: foto’s met 16
beeldjes, gerangschikt in vier rijen.
Selecteer beeld(en)
Alles selecteren
DIRECTE INDEX
DIRECTE INDEX
Optie
Alles
selecteren
Maakt index prints met alle foto’s behal-
ve fi lms en bestaande index prints.
Selecteer
beeld(en)
Selecteer maximaal 16 foto’s voor index
prints.
Omschrijving
Foto’s voor een index print selecteren
11
11
DIRECTE INDEX
DIRECTE INDEX
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
05
42/
Terug Ingestld
4
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
05
42/
Terug Ingestld
DIRECTE INDEX
DIRECTE INDEX
3
Blader door de foto’s. Huidige foto
verschijnt onderaan scherm.
Selecteer huidige foto. Getal geeft
positie van de foto in de print aan.
Selecteer beeld(en)
Alles selecteren
DIRECTE INDEX
DIRECTE INDEX
1
Markeer Selecteer beeld(en).
ON
OFF
08
.
01.
2004
12
:
20
44/
Terug Ingestld
DIRECTE INDEX
DIRECTE INDEX
2
Selectievenster verschijnt.
Directe indexbeeld
opslaan?
Nee
Ja
DIRECTE INDEX
DIRECTE INDEX
6
Index print wordt aangemaakt.
5
Herhaal stappen 3–4 om extra foto’s te selecteren (maximaal 16). Wilt u
de selectie van de foto opheffen, selecteer hem dan en druk de multi-
selector omlaag. Om te stoppen zonder de selectie te veranderen drukt
u op de knop.
Directe index
Druk SelecteerDruk
90
Het weergavemenuMenugids
Index print voor alle foto’s maken.
Selecteer beeld(en)
Alles selecteren
DIRECTE INDEX
DIRECTE INDEX
1
Markeer Alles selecteren.
Directe indexbeeld
opslaan?
Nee
Ja
DIRECTE INDEX
DIRECTE INDEX
2
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
Druk multi-selector omhoog of omlaag
om optie te markeren, druk op midden
om te selecteren.
• Selecteer Ja om index prints voor alle
foto’s te maken, te beginnen met het
bestand met het laagste bestands-
nummer in de map met het laagste
mapnummer. Elke print bevat maxi-
maal 16 beeldjes; zijn er meer dan
16 beeldjes aanwezig in het interne
geheugen of op de geheugenkaart,
dan worden er meerdere index prints
gemaakt.
• Selecteer Nee om terug te keren zon-
der index prints te maken.
Index prints worden gemaakt met een instelling voor Beeld kwal./form. van
Normaal (2288) en worden opgeslagen in mappen met een driecijferig mapnum-
mer gevolgd door “INDEX” (bijvoorbeeld “101INDEX”; is de map met het hoogste
nummer niet reeds een index-map, dan wordt er een nieuwe map aangemaakt
met een nummer dat 1 hoger is dan het hoogste mapnummer op de kaart). Wan-
neer een index print minder dan 16 foto’s bevat, wordt de resterende vrije ruimte
opgevuld met witte vlakjes.
Index Print
Index prints worden niet gemaakt voor fi lms ( 43) of andere index prints. Index prints
worden in diashows niet vertoond.
91
Het Setup-menuMenugids
Het Setup-Menu
Het setup-menu bevat de volgende opties:
Optie Omschrijving
Welkomstscherm Selecteer een opstartscherm. 92
Datum
Stel de cameraklok in en kies de tijdzones voor
thuis en op reis.
13,
93–94
Datum afdrukken
Foto’s worden in beeld voorzien van datum en/of
tijd van opname.
95
Monitorinstelling
Schermhelderheid regelen en instellen wanneer
zoeker/monitor wordt ingeschakeld.
96
Geluid instellen Geluids- en volume-instellingen veranderen. 97
Automatisch uit
Bepaal na hoeveel tijd het scherm wordt uitge-
schakeld om stroom te besparen.
98
geheugen formatteren /
Geh.-krt format.
Formatteer geheugenkaart of intern geheugen. 98
Taal/Language
Kies een taal voor cameramenu’s en boodschap-
pen.
99
USB
Kies de USB-instelling die wordt gebruikt voor het
overspelen van foto’s naar een computer of prin-
ten met PictBridge printer.
54
Videostand Kies de geschikte videostandaard, NTSC of PAL. 99
Standaardwaarden
Zet de camera-instellingen terug op de stan-
daardwaarden.
99–100
Firmware versie
Om te zien welke fi rmware-versie de camera ge-
bruikt.
100
Het setup-menu verschijnt wanneer de keuzeknop op wordt gezet.
Wilt u het setup-menu verlaten, draai dan de keuzeknop in een andere stand.
SET-UP
SET-UP
1/4
1/4
Welkomstscherm
Datum
Datum afdrukken
92
Het Setup-menuMenugids
Kleine kopieën en uitgesneden kopieën
Kopieën op andere grootte welke zijn gemaakt met de functies voor kleine kopieën of
uitgesneden kopieën kunnen alleen worden geselecteerd voor het welkomstscherm
wanneer zij 640 × 480 pixels of groter zijn.
Huidige beeld
vervangen?
WELKOMSTBEELD
WELKOMSTBEELD
Nee
Ja
WELKOMSTBEELD
WELKOMSTBEELD
1/2
1/2
Geen Welkom
Nikon
Animatie
Welkomstscherm
Dit menu bevat opties voor opstarten van de camera.
Optie
Geen Welkom
Er verschijnt geen welkomstscherm wanneer de camera aan wordt gezet.
Omschrijving
Nikon
Het rechts weergegeven beeld verschijnt wan-
neer de camera aan wordt gezet.
Animatie
Rechts weergegeven animatie verschijnt wan-
neer de camera aan wordt gezet.
Selecteer
beeld
BEELD SELECTEREN
BEELD SELECTEREN
08
.
01.
2004
12
:
05
42/
Terug Ingestld
Kies welkomstscherm uit foto’s in intern geheu-
gen of op geheugenkaart. Druk de multi-selec-
tor naar links of rechts om door de beelden te
bladeren, druk op het midden om selectie te
maken. Om te stoppen zonder het welkomst-
scherm te veranderen drukt u op de knop.
Welkomstscherm
SelecteerSelecteer
Welkomstscherm
Standaardwaarden ( 99) zet Welkomstscherm terug op Animatie. Het beeld
dat voor het laatst is gekozen bij Selecteer beeld zal de volgende keer dat Selecteer
beeld wordt gekozen weer worden getoond.
Werd Selecteer beeld gekozen nadat er een eigen welkomst-
scherm werd gekozen, dan verschijnt het rechts weergegeven
dialoogvenster. Selecteer Ja om het huidige beeld door het
nieuwe welkomstscherm te vervangen, Nee om het wel-
komstscherm te verlaten zonder dat het werd veranderd.
93
Het Setup-menuMenugids
Datum
Deze optie wordt gebruikt om de cameraklok in te stellen
en de tijdzones voor thuis en op reis te kiezen.
Datum
Datum wordt gebruikt om de cameraklok op de juiste
datum tijd in te stellen. Zie “Voorbereiding: Setup - basis-
instellingen”(
13).
Tijdzone
De camera kan de tijd voor twee tijdzones weergeven: de
eigen tijdzone en de tijdzone van een reisbestemming.
(Eigen tijdzone)
Markeer om de klok op de eigen tijdzone in te stellen
en druk midden op de multi-selector. Markeer voor het in-
stellen van een nieuwe eigen tijdzone en druk de multi-
selector naar rechts; selecteer vervolgens een locatie.
DATUM
DATUM
Datum
Tijdzone
Madrid, Paris, Berlin
EIGEN TIJDZONE
EIGEN TIJDZONE
Terug Ingestld
2
Kies tijdzone.
*
EIGEN TIJDZONE
EIGEN TIJDZONE
London
,
Casablanc
a
Teru
g
Ingestld
1
Selecteer uw tijdzone.
Zomertijd
Madrid, Paris, Berlin
London, Casablanca
TIJDZONE
TIJDZONE
08
.
01.
2004 15
:
00
Zomertijd
3
Ga terug naar het tijdzone-menu.
* Tijdzone van een reisbestemming kan niet gelijk zijn aan eigen tijdzone (
106).
Zomertijd
Madrid, Paris, Berlin
London, Casablanca
TIJDZONE
TIJDZONE
08
.
01.
2004 15
:
00
Zomertijd
Stip markeert gese-
lecteerd onderdeel
De cameraklok
De camera werkt mogelijk minder nauwkeurig dan een horloge of een klok in uw huis.
Controleer af en toe de tijdaanduiding van uw camera, stel zonodig de tijd bij.
Datum
SelecteerSelecteer
94
Het Setup-menuMenugids
GMT –11 Midway, Samoa
Locatie
GMT –10 Hawaii, Tahiti
GMT –9 Alaska, Anchorage
GMT –8
PST (PDT): Los Angeles, Seattle, Vancouver
GMT –7 MST (MDT): Denver, Phoenix, La Paz
GMT –6
CST (CDT): Chicago, Houston, Mexico City
GMT –5 EST (EDT): New York, Toronto, Lima
GMT –4 Caracas, Manaus
GMT –3 Buenos Aires, São Paulo
GMT –2 Fernando de Noronha
GMT –1 Azores
GMT +/–
GMT +1 Madrid, Paris, Berlin
Locatie
GMT +2 Athens, Helsinki
GMT +3 Moscow, Nairobi
GMT +4 Abu Dhabi, Dubai
GMT +5 Islamabad, Karachi
GMT +6 Colombo, Dhaka
GMT +7 Bangkok, Jakarta
GMT +8 Beijing, Hong Kong, Singapore
GMT +9 Tokyo, Seoul
GMT +10 Sydney, Guam
GMT +11 New Caledonia
GMT London, Casablanca GMT +12 Auckland, Fiji
(Tijdzone reisbestemming)
Markeer om de klok op de tijdzone van de reisbestemming
in te stellen en druk midden op de multi-selector. Als de
tijdzone van de reisbestemming is geselecteerd verschijnt
een icoon op de monitor wanneer de camera in de op-
namestand staat (zie illustratie rechts). Wilt u de tijdzone
van een nieuwe reisbestemming instellen, markeer dan
en druk de multi-selector naar rechts; selecteer vervolgens
een locatie als beschreven op de vorige bladzijde.
Zomertijd
Wilt u zomertijd in- of uitschakelen, markeer dan Zomertijd en druk midden op
de multi-selector. Na het selecteren van zomertijd gaat de klok automatisch een
uur vooruit.
De camera ondersteunt de volgende tijdzones:
Tijdzones
De tijdzone kan niet worden geselecteerd als datum en tijd niet ingesteld zijn.
Tijdzone-stappen van minder dan een uur zijn niet instelbaar. Reist u naar of van
bestemmingen met kwartier- of halfuurverschillen ten opzichte van Greenwich Mean
Time (GMT) zoals Afghanistan, Centraal Australië, India, Iran, Nepal of Newfoundland,
stel dan de cameraklok op de plaatselijke tijd in ( 13).
14
14
GMT +/–
95
Het Setup-menuMenugids
Beeld kwal./form
Gegevens die in het beeld werden opgenomen bij de Beeld kwal./form instelling TV-
scherm (640) zijn mogelijk moeilijk te lezen. Kies de instelling PC-scherm (1024) of
groter wanneer u datum/tijd in beeld ( 65) wilt hebben.
Beperkingen van Datum afdrukken
Datum afdrukken wordt uitgeschakeld in Panorama assist ( 36) en de fi lmstanden
( 43), wanneer Continu of 3 Opnamen buffer werd geselecteerd in het Continu
menu ( 69), en wanneer BSS is ingeschakeld ( 70).
Datum afdrukken
Data in beeld vormen een permanent deel van het beeld en
zullen altijd in een afdruk verschijnen, ongeacht de datum-
optie die werd gekozen in het Printopdracht menu. Bij een
andere instelling dan Uit zal er tijdens het opnemen een DATE
icoon verschijnen. Controleer voordat u gaat fotograferen of
de cameraklok op de juiste tijd en datum is ingesteld.
De datum wordt opgenomen in de volgorde die werd geko-
zen in het DATUM menu. Datum afdrukken kan niet worden
geselecteerd als de cameraklok niet ingesteld is ( 13–14).
Printopdracht
De optie Printopdracht kan worden gebruikt om datum en tijd van opname op prints
te laten afdrukken terwijl Uit werd geselecteerd in het Datum afdrukken menu (
58–59).
Datum afdrukken
Met de optie datum afdrukken (datum in beeld) worden
de datum en tijd van opname in het beeld opgenomen
als het op de geheugenkaart wordt weggeschreven. Deze
functie kan niet worden gebruikt om een datumstempel
achterop de prints te laten zetten.
14
14
Datum en tijd
Datum
Uit
DATUM AFDRUKKEN
DATUM AFDRUKKEN
Optie
Uit Tijd en datum worden niet op de foto geregistreerd.
Omschrijving
Datum
De datum wordt in de benedenhoek opgenomen van alle fo-
to’s waarbij deze optie actief was.
Datum en tijd
Datum en tijd worden in de benedenhoek opgenomen van
alle foto’s waarbij deze optie actief was.
Datum afdrukken
SelecteerSelecteer
96
Het Setup-menuMenugids
Opstartscherm
Met de optie Opstartscherm regelt u of de monitor of
de elektronische zoeker na het opstarten van de camera
actief is.
OPSTARTSCHERM
OPSTARTSCHERM
Zoekerbeeld aan
Monitor aan
Optie
Zoekerbeeld
aan
Zoeker wordt na opstarten ingeschakeld.
Monitor aan
Monitor wordt na opstarten ingeschakeld.
Omschrijving
Terugspeelopties
Met deze optie regelt u of foto’s na de opname meteen
worden weergegeven.
Optie
Terugspelen
aan
De foto’s worden na de opname ongeveer
één seconde weergegeven.
Omschrijving
Terugspelen
uit
De foto’s worden na de opname niet weer-
gegeven.
TERUGSPEELOPTIES
TERUGSPEELOPTIES
Terugspelen aan
Terugspelen uit
Helderheid
Druk de multi-selector omhoog of omlaag om de helder-
heid van de monitor of de elektronische zoeker te verho-
gen of verlagen door de pijl links van de display omhoog of
omlaag te verplaatsen. Druk midden op de multi-selector
om de nieuwe instelling te activeren.
HELDERHEID
HELDERHEID
Helderheid
Terugspeelopties
Opstartscherm
MONITORINSTELLING
MONITORINSTELLING
Monitorinstellingen
Met deze optie regelt u de hieronder omschreven moni-
torinstellingen.
Monitorinstelling
SelecteerSelecteer
97
Het Setup-menuMenugids
GELUID INSTELLEN
GELUID INSTELLEN
1/2
1/2
Knopgeluid
Sluitergeluid
Opstartgeluid
Geluid instellen
Met de opties van dit menu regelt u onderstaande geluids-
instellingen.
Optie Omschrijving
Knop-
geluid
Is Aan geselecteerd, dan klinkt het piepsignaal een-
maal als er een geheugenkaart wordt geplaatst, ge-
gevens worden gewist, de geheugenkaart of het in-
terne geheugen wordt geformatteerd of wanneer er
een nieuwe stand wordt geselecteerd. Het piepsignaal
klinkt driemaal als de batterij uitgeput is, wanneer de geheugenkaart
vergrendeld is of wanneer de geheugenkaart of het interne geheugen
vol is als er op de ontspanknop wordt gedrukt.
KNOPGELUID
KNOPGELUID
Aan
Uit
Sluiter-
geluid
Kies het geluid dat klinkt als de opname wordt ge-
maakt. Is Uit geselecteerd, dan klinkt er geen geluid
als de opname wordt gemaakt. Ongeacht de gekozen
instelling klikt er geen geluid wanneer (Sport) (
30) is geselecteerd, bij andere Continu instellingen dan
Enkelvoudig ( 69), wanneer de fl itser wordt ontstoken of wanneer
BSS aan staat ( 70).
2
1
3
Uit
SLUITERGELUID
SLUITERGELUID
Opstart-
geluid
OPSTARTGELUID
OPSTARTGELUID
Aan
Uit
Is Aan geselecteerd, dan klinkt het opstartgeluid als de
camera wordt ingeschakeld. Het opstartgeluid klinkt
niet als de USB-kabel is aangesloten ( 55).
Volume
Normaal
Hard
Uit
VOLUME
VOLUME
Kies voor volume van sluiter- en opstartgeluid tussen
Hard en Normaal. Door Uit te kiezen worden sluiter-
en opstartgeluiden uitgezet.
Geluid instellen
SelecteerSelecteer
98
Het Setup-menuMenugids
Automatisch uit
De tijd dat de camera ingeschakeld blijft als er geen
handelingen meer worden uitgevoerd is instelbaar op 30
seconden, 1 minuut (standaardinstelling), 5 minuten of
30 minuten. Ongeacht de gekozen optie zal de camera 3
minuten actief blijven wanneer er een menu zichtbaar is,
en 30 minuten tijdens een diashow.
Geheugen formatteren / Geh.-krt format.
Zit er geen geheugenkaart in de camera, dan is de optie
Geheugen formatteren en wordt het interne geheugen
geformatteerd. Anders is de optie Geh.-krt format. en
wordt de aanwezige geheugenkaart voor gebruik in de
camera geformatteerd. Houd er rekening mee dat
formatteren alle informatie verwijdert, ook bevei-
ligde bestanden en eventuele andere bestanden dan
beeldbestanden. Speel beelden die u wilt behouden eerst over naar de computer
voordat u met formatteren begint ( 53).
LET OP! Alle beelden
worden gewist!
Nee
Formatteren
1min
30sec
5min
30min
AUTOMATISCH UIT
AUTOMATISCH UIT
Formatteren
Formatteer intern geheugen of geheugenkaart.
Rechts weergegeven melding verschijnt terwijl
formatteren plaatsvindt. Als het formatteren in
gang is mag u de camera niet uitzetten, de
batterijen of de geheugenkaart niet verwijde-
ren en de lichtnetadapter (apart leverbaar) niet afkoppelen.
FORMATTEREN
Optie
Nee
Ga terug zonder intern geheugen of geheugenkaart te formatteren.
Omschrijving
Geh.-krt format.
De prestaties van een geheugenkaart nemen af door opnemen en wissen van be-
standen. Formatteer voor optimale prestaties een geheugenkaart regelmatig.
Automatisch uit
Wanneer hij wordt gevoed met een zes volts 2CR5 (DL245) lithium batterij kan de ca-
mera heet worden indien hij langere tijd ingeschakeld blijft. Het is aan te bevelen Auto-
matisch uit in te stellen op vijf minuten of minder wanneer u dit type batterij gebruikt.
Wordt de camera gevoed met de optionele EH-54 lichtnetadapter, dan blijft de camera
dertig minuten lang ingeschakeld na de laatste handeling, ongeacht de instelling die
werd gekozen voor Automatisch uit. Is er een videokabel aangesloten, dan blijft de
video output na het uitschakelen van de monitor onbeperkt ingeschakeld.
Automatisch uit
Geheugen formatteren
SelecteerSelecteer
99
Het Setup-menuMenugids
Standaardwaarden
Selecteer deze optie om terug te keren naar onderstaande
standaardinstellingen.
STANDAARDWAARDEN
Alle instellingen
terugzetten?
Nee
Standaard
Optie
Nee Menu verlaten, geen veranderingen.
Omschrijving
Standaard Terugkeren naar standaardwaarden.
Taal/Language
Kies de taal voor cameramenu’s en meldingen: Deutsch
(Duits), English (Engels), Español (Spaans), Français
(Frans), Italiano (Italiaans), Nederlands, Svenska
(Zweeds), (Japans), (Eenvoudig Chinees),
(Traditioneel Chinees) en (Koreaans).
日本語
Deutsch
English
Es
p
añol
Français
Italiano
Nederlands
Svenska
Terug
Ingestld
NTSC
PAL
De volgende instellingen worden teruggezet:
Instelling Standaard
Flitsstand Automatisch
Instelling Standaard
Zelfontspanner Uit
Macro close-up Uit
Belichtingscor-
rectie
±0
Belichting-BSS Uit
Landschap-assistentie
LANDSCHAP
Scherpstel-stand Enkelvoudig AF
Filmstand Film 320
Onderwerpsstand Party/Binnen
Gevoeligheid Auto
Portret-assistentie
PORTRET
Taal/Language
Videostand
Standaardwaarden
Videostand
Voordat u de camera aansluit op een video-apparaat zoals
een TV-toestel of een videorecorder ( 52), dient u de
videostand te kiezen die het video-apparaat gebruikt. De
camera ondersteunt de NTSC en PAL standaards.
SelecteerSelecteer
100
Het Setup-menuMenugids
Standaard
Instelling
Standaard
Automatisch uit 1 min
Monitorinstelling
Opstartscherm Monitor aan
Terugspeelopties Terugspelen aan
Helderheid 3
Geluid instellen
Knopgeluid Aan
Sluitergeluid 1
Opstartgeluid Aan
Volume Normaal
Instelling
Datum afdrukken Uit
Welkomstscherm Animatie
Beeld aanpassen Automatisch
Gevoeligheid Auto
Continu Enkelvoudig
BSS Uit
AF-veld stand Uit
Verscherping Automatisch
Kleuropties Kleur
Witbalans Automatisch
Beeld kwal./form Normaal (2288)
Gevoeligheid Auto
Nachtportret-
assistentie
NACHTPORTRET
Gevoeligheid Auto
Sport-
assistentie
SPORT
Kiest u Standaard, dan wordt ook het hoogste bestandsnummer ( 23) uit het
geheugen gewist. De nummering gaat verder vanaf het laagst beschikbare num-
mer. Alle andere instellingen worden niet veranderd.
Bestandsnummering terugzetten op 0001
Om de bestandsnummering terug te zetten op 0001 selecteert u Standaard-
waarden na óf alle bestanden te wissen ( 80) óf de geheugenkaart of het
interne geheugen te formatteren ( 98).
Firmware-versie
Selecteer deze optie om de huidige fi rmware-versie weer
te geven. Druk de multi-selector naar links om terug te
keren naar het setup-menu.
Terug
Firmware versie
101
Technische opmerkingen
Technische opmerkingen
Optionele accessoires
Op het moment van samenstelling van deze handleiding waren de volgende optio-
nele accessoires voor uw Nikon digitale camera beschikbaar. Wend u tot uw dealer
voor meer informatie.
Lichtnetadapter EH-54 lichtnetadapter
Tas Zachte tas voor COOLPIX 4800 camera
Oplaadbare batterij Extra EN-EL1 Li-ion batterijen zijn verkrijgbaar bij uw hande-
laar.
Batterijlader MH-53 batterijlader voor EN-EL1
Externe fl itser SB-30 Speedlight fl itser
*
Flitsbeugel SK-9 Flitsbeugel voor SB-30 Speedlight fl itsers
* Maximale bereik: 3,5 m (geheel ingezoomd) tot 6 m (geheel uitgezoomd). Mogelijk
kan niet het gehele onderwerp uitgelicht worden op afstanden kleiner dan 1 m.
Goedgekeurde geheugenkaarten
De volgende geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in de
COOLPIX 4800:
SanDisk
Panasonic
Toshiba
16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 128 MB
*
, 256 MB, 256 MB
*
, 512 MB
16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB
*
, 512 MB
*
, 1GB
*
16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB, 256 MB
*
, 512 MB, 512 MB
*
, 1GB
Geheugenkaarten
Gebruik uitsluitend Secure Digital (SD) geheugenkaarten.
Niet demonteren of modifi ceren.
Niet laten vallen, buigen, aan water of aan harde fysieke schokken blootstellen.
Raak de contactpunten van de kaart niet aan met uw vingers of met metalen objecten.
Geen labels of stickers op de geheugenkaart plakken.
Niet aan overmatige hitte blootstellen zoals in direct zonlicht in een gesloten auto.
Niet blootstellen aan hoge vochtigheidsniveaus of corrosief gas.
* Deze kaarten zijn geschikt voor 10 MB/s of meer.
Bij gebruik van andere merken geheugenkaarten wordt de werking niet gega-
randeerd. Voor meer informatie over de bovenstaande kaarten kunt u contact
opnemen met de betreffende fabrikanten.
102
Technische opmerkingen
Verzorging van uw camera
Om lang plezier van uw Nikon product te hebben is het belangrijk dat u bij opslag
en gebruik de volgende voorzorgen in acht neemt:
Droog houden
Dit product zal defect raken indien het
wordt ondergedompeld in water of aan
hoge vochtigheid wordt blootgesteld.
Wees voorzichtig bij het hanteren van
het objectief en alle bewegende onder-
delen
Oefen geen kracht uit op het objectief
(plus objectiefschuif), de monitor of de
zoeker, noch op de aansluitingen en de
deksels van batterij en geheugenkaart.
Deze onderdelen zijn gemakkelijk te
beschadigen. Kracht uitoefenen op de
objectiefschuif kan leiden tot storingen
in de camera of beschadiging van het
objectief.
Richt de lens niet gedurende langere tijd
op sterke lichtbronnen
Zorg er voor dat de lens niet gedurende
langere tijd is gericht op de zon of an-
dere sterke lichtbronnen – niet tijdens
gebruik en ook niet tijdens opslag van
de camera. Intens licht kan de CCD
beeldsensor beschadigen, hetgeen een
witte waas op opnamen geeft.
Schakel de camera uit voordat u de bat-
terij verwijdert of de lichtnetadapter
afkoppelt
Haal de stekker van de camera niet uit
het stopcontact en verwijder de bat-
terij niet terwijl de camera aanstaat, of
terwijl er beelden worden opgeslagen
of gewist. Onder deze omstandigheden
kan een stroomonderbreking leiden tot
informatieverlies of beschadiging van de
interne schakelingen of het geheugen.
Om te voorkomen dat de stroom per
ongeluk wordt onderbroken, dient u
het product niet te verplaatsen als de
lichtnetadapter aangesloten is.
Laat de camera niet vallen
Als het wordt blootgesteld aan sterke
schokken of trillingen kan dit product
storingen vertonen.
Houd de camera uit de buurt van sterke
magnetische velden
U dient dit apparaat niet te gebruiken of
op te bergen in de buurt van apparatuur
die een sterke elektromagnetische stra-
ling of magnetische velden produceert.
Sterke statische ladingen of de magne-
tische velden die worden geproduceerd
door bijvoorbeeld zendapparatuur kun-
nen storingen veroorzaken op de moni-
tor, informatie op de geheugenkaart be-
schadigen, en de interne schakelingen
van het product aantasten.
Vermijd plotselinge temperatuurverschil-
len
Plotselinge temperatuurverschillen, zoals
die zich voordoen bij het binnenkomen
of verlaten van een verwarmd gebouw
op een koude dag, kunnen condensatie
in de camera veroorzaken. Om conden-
satie te voorkomen dient u de camera
in de cameratas of een plastic zak te
plaatsen voordat u hem aan plotselinge
temperatuurverschillen blootstelt.
De AF-hulpverlichting LED
De LED (light emitting diode) die ge-
bruikt wordt in de AF-hulpverlichting
voldoet aan de volgende IEC-norm:
IEC60825-1 Edition 1.2
-2001
CLASS 1 LED PRODUCT
103
Technische opmerkingen
Reinigen
Objectief/Zoeker
Voor het behoud van deze glazen onderdelen is het hoofdzaak ze nooit met uw
vingers aan te raken. Verwijder stof en vezels met een blaasbalgje (een rubberen
balletje met een spuitmondje waaruit de lucht wordt geblazen). Vingerafdrukken
en ander vuil dat niet met een blaasbalgje van het objectief kan worden verwijderd
kunt u wegvegen met een zachte doek; maak een spiraalbeweging vanuit het
midden en werk naar de randen toe.
Monitor
Verwijder stof en vezels met een blaaskwastje. Verwijder vingerafdrukken en an-
dere vlekken van de monitor met een zachte, droge doek; pas op dat u geen druk
op de monitor uitoefent.
Vermijd aanraking met vloeibaar kristal
Mocht de monitor of de elektronische zoeker breken, pas dan op voor letsel ver-
oorzaakt door gebroken glas; voorkom dat het vloeibare kristal in aanraking komt
met de huid of in de ogen of de mond komt.
Camerahuis
Verwijder stof en vezels met een blaaskwastje en veeg de camera schoon met een
zachte, droge doek. Na gebruik van de camera aan het strand dient u zand en zout
met een doek te verwijderen die licht is bevochtigd met water; droog de camera
daarna grondig.
Gebruik geen alcohol, verfverdunner of ander vluchtige chemicaliën.
Opmerkingen over de monitor en de elektronische zoeker
De monitor en de elektronische zoeker kunnen een aantal pixels bevatten die altijd
oplichten of juist niet oplichten. Dit is normaal voor alle TFT LCD-monitoren en wijst
niet op een storing. Foto’s die met de camera zijn gemaakt worden hier niet door
beïnvloed.
Wanneer u heldere lichtpunten in beeld hebt kunnen verticale komeet-achtige licht-
sporen op het scherm te zien zijn. Dit fenomeen, “smear” genaamd, heeft geen
gevolgen voor de opname en is niet het gevolg van een defect. In fi lmopnamen kan
zich wel enige smear voordoen.
Bij helder licht kunnen de beelden op de monitor moeilijk te zien zijn.
De monitor wordt van achteren verlicht door een LED-systeem. Mocht de verlichting
zwakker worden of gaan knipperen, raadpleeg dan de technische dienst van Nikon.
104
Technische opmerkingen
Opslag
Zet de camera uit wanneer u hem niet gebruikt en controleer of het camera-
aan-lampje uit staat voordat u de camera opbergt. Om schimmel en meeldauw
te voorkomen dient u de camera in een droge, goed geventileerde ruimte op te
bergen. Wanneer u niet van plan bent de camera binnen afzienbare tijd te gebrui-
ken, verwijder dan de batterij om lekkage te voorkomen en berg de camera op
in een plastic tas met een droogmiddel. Berg echter de cameratas niet op in een
plastic zak, aangezien het materiaal hierdoor kan worden aangetast. Let er ook op
dat het droogmiddel na verloop van tijd zijn vochtabsorberend vermogen verliest
en daarom regelmatig dient te worden vervangen. Berg het apparaat niet op bij
nafta- of kamfermottenballen of in ruimten:
die vochtig zijn of slecht geventileerd
waarin de camera zich bij apparatuur bevindt die sterke magnetisch velden pro-
duceert
die worden blootgesteld aan temperaturen onder –10°C of boven 50°C (bijvoor-
beeld dichtbij een kachel of in een afgesloten auto op een warme dag)
die bloot staan aan een vochtigheid boven 60%
Haal de camera om schimmel of meeldauw te voorkomen minstens eenmaal per
maand uit de opslag. Zet de camera aan en ontspan de sluiter een aantal malen
voordat u hem weer opbergt.
Bewaar de de batterijen op een koele, droge plaats.
Batterijen
Controleer na het aanzetten van de camera of de batterij voldoende lading heeft. De
monitor geeft een waarschuwing als de batterij bijna leeg is.
Neem een verse 2CR5 of een geheel geladen extra EN-EL1 batterij mee als reserve
wanneer u foto’s van belangrijke gebeurtenissen gaat maken. Het kan soms moeilijk
zijn snel even vervangende batterijen te kopen. Gebruik 2CR5 batterijen niet na de
verloopdatum.
• Bij koud weer nemen de prestaties van batterijen af. Zorg ervoor dat de batterij geheel
geladen is voordat u bij koud weer naar buiten gaat om te fotograferen. Houd reser-
vebatterijen op een warme plaats. Een batterij die weer op temperatuur is gekomen
kan soms een deel van zijn capaciteit herwinnen.
Zijn de batterijpolen vuil, veeg ze dan voor gebruik schoon met een schone, droge
doek.
Gebruikte batterijen bevatten waardevolle materialen. Voer gebruikte batterijen af
volgens de lokale regels voor klein chemisch afval.
105
Technische opmerkingen
In de volgende tabel vindt u de foutmeldingen en andere waarschuwingen die op
de monitor verschijnen en hoe u er gevolg aan dient te geven.
Melding Probleem Oplossing
(knippert)
Klok niet ingesteld.
Stel klok op juiste datum en
tijd in.
13
LET OP!
BATTERIJ BIJNA
LEEG!
Batterijen leeg.
Zet de camera uit en vervang de
batterijen.
8
AF
( knippert rood)
Camera kan niet scherpstel-
len.
Gebruik scherpstelvergrendeling
om scherp te stellen op ander on-
derwerp op dezelfde afstand, be-
paal daarna opnieuw compositie.
20
Lange sluitertijd. Foto’s kun-
nen door beweging onscherp
worden.
Gebruik de fl itser of ondersteun
de camera met een statief, door
hem op een horizontale onder-
grond te zetten, of door hem in
twee handen goed stil te hou-
den, met de ellebogen tegen het
lichaam.
33,
39
WAARSCHUWING!
WACHT TOT CAMERA
KLAAR IS MET OP-
NEMEN
Camera is uitgeschakeld of
knop werd tijdens opname in-
gedrukt.
Boodschap verdwijnt automatisch
van monitor wanneer opname is
voltooid.
19
GEH.-KAART BE-
SCHERMD TEGEN
OVERSCHRIJVEN
Beveiligingsschuif staat in de
stand “lock” (beveiligd).
Schuif beveiligingsschuif in de
stand “write” (schrijven).
11
DEZE KAART KAN
NIET GEBRUIKT WOR-
DEN
Storing in communicatie met
geheugenkaart.
Gebruik een goedgekeurde
kaart.
Controleer of de contactpunten
schoon zijn.
Zet de camera uit en controleer
of geheugenkaart goed is ge-
plaatst.
101
10
WAARSCHUWING!
DEZE GEH.-KAART
KAN NIET GELEZEN
WORDEN!
ONGEFORMATT.
KAART
FORMATTEREN
NEE
Geheugenkaart is niet gefor-
matteerd voor gebruik in de
camera.
Druk de multi-selector omhoog
om FORMATTEREN te markeren
en druk hem naar rechts om de
kaart te formatteren, of zet de ca-
mera uit en vervang de kaart.
11,
98
Foutmeldingen
106
Technische opmerkingen
Melding Probleem Oplossing
GEEN GEHEUGEN
MEER
(of )
Camera in opnamestand:
Onvoldoende geheugen
om bij huidige instellingen
opnamen te maken.
Kies nieuwe instelling voor
Beeld kwal./form.
Plaats nieuwe geheugen-
kaart of wis foto’s.
65
10, 80
Camera op computer aan-
gesloten: Niet genoeg ge-
heugen om informatie voor
overspelen op te nemen.
Wis ongewenste foto’s en
probeer opnieuw.
80
BEELD KAN NIET
WORDEN
OPGESLAGEN
(of )
Camera kan geen nieu-
we bestandsnummers
genereren.
Niet genoeg geheugen
om beelden te kopiëren.
Camera kan beeld niet
kopiëren voor kleine ko-
pie of uitsnedekopie.
• Onvoldoende geheugen
om bij huidige instellin-
gen opnamen te maken.
Plaats nieuwe geheugen-
kaart of wis opnamen.
Formatteer de bestemming
of wis opnamen. Plaats
nieuwe kaart bij het kopië-
ren van beelden naar geheu-
genkaart.
Kopieën kunnen niet wor-
den gemaakt van fi lms of
andere kopieën.
Kies beeld van 640 × 480 of
groter.
10, 80
10, 80,
98
50, 85
92
BESTAND BEVAT
GEEN
BEELDGEGEVENS
Bestand aangemaakt door
computer of andere ca-
mera.
Bekijk bestand op computer
of andere camera.
KAN FILM NIET
OPNEMEN
Time out storing tijdens
lmopname.
Kies geheugenkaart met be-
tere prestaties.
101
NIEUWE STAD IS IN DE
HUIDIGE TIJDZONE
Reisbestemming in zelfde
tijdzone als thuislocatie.
Niet nodig nieuwe tijdzone op
te geven als reisbestemming
in zelfde tijdzone als thuislo-
catie ligt.
94
WAARSCHUWING!
KEUZEKNOP STAAT NIET
IN JUISTE POSITIE
Keuzeknop staat tussen
twee standen in.
Kies gewenste stand met de
keuzeknop.
7
OVERDRACHTSFOUT
Storing trad op toen beel-
den naar computer wer-
den overgespeeld.
Herstart overspelen na te heb-
ben gecontroleerd of camera
is aangesloten en of batterijen
volledig zijn opgeladen.
15, 55
OVERDRACHT
GEANNULEERD
Overspelen geannuleerd.
107
Technische opmerkingen
Melding Probleem Oplossing
KAART BEVAT GEEN
BEELDEN
Geen beelden op geheugen-
kaart of in intern geheugen.
Druk op knop om terug te
keren naar opnamestand.
21
ALLE BEELDEN ZIJN
VERBORGEN
Foto’s kunnen niet wor-
den afgespeeld met de
COOLPIX 4800.
DIT BEELD KAN NIET
GEWIST WORDEN
Poging beveiligd beeld te
wissen.
Verwijder beveiliging alvorens
het beeld te wissen.
82
COMMUNICATIEFOUT
PictureProject is niet ac-
tief
USB-kabel ontkoppeld of
geheugenkaart werd ver-
wijderd terwijl beelden
naar computer werden
overgespeeld.
USB-optie onjuist inge-
steld.
Start PictureProject voordat
u midden op multi-selector
drukt.
Verschijnt foutmelding op
computermonitor, klik dan
op OK om PictureProject
te verlaten. Zet camera uit,
sluit kabel opnieuw aan of
herplaats geheugenkaart,
zet camera weer aan en
speel beelden over.
Zet camera uit, ontkoppel de
kabel, kies de nieuwe USB-in-
stelling in het setup-menu van
de camera en sluit de camera
opnieuw aan. Blijft de sto-
ring, gebruik dan de Transfer
knop van PictureProject om
foto’s over te spelen.
53–56
53
GEEN BEELDEN
GESELECTEERD VOOR
OVERDRACHT
Geen beelden geselec-
teerd voor overspelen als
midden op multi-selector
wordt gedrukt voor over-
spelen naar computer.
Ontkoppel camera en selec-
teer minimaal één beeld voor
overspelen, start daarna het
overspelen opnieuw.
53, 83
SYSTEEMFOUT
Storing trad op in intern
circuit van de camera.
Zet camera uit, ontkoppel op-
tionele lichtnetadapter (indien
in gebruik), verwijder en her-
plaats batterij, en zet de came-
ra weer aan. Blijft storing zich
voordoen, neem dan contact
op met dealer of importeur.
8–9
LENSFOUT
Storing trad op tijdens ob-
jectiefhandeling.
Zet camera uit en weer aan.
Blijft fout zich voordoen,
neem dan contact op met de
onderhoudsdienst van Nikon.
108
Technische opmerkingen
Functioneert uw camera niet naar behoren, kijk dan eerst bij de nu volgende
algemene problemen voordat u zich tot uw dealer of de importeur wendt. In de
rechter kolom vindt u de paginacijfers die u verwijzen naar meer informatie.
Elektronisch gestuurde camera’s
In zeer uitzonderlijke gevallen kunnen er ongewone lettertekens op de moni-
tor verschijnen, waarbij de camera ophoudt te functioneren. Meestal is dit het
gevolg van een sterke externe statische ontlading. Zet de camera dan uit, haal
de batterij eruit en plaats hem terug, en zet de camera weer aan; werkt u met
de lichtnetadapter (optioneel leverbaar), zet dan de camera uit, ontkoppel de
lichtnetadapter, sluit de lichtnetadapter weer aan en zet de camera weer aan. Is
de storing hiermee niet te verhelpen, neem dan contact op met uw dealer of de
technische dienst van Nikon. Het als boven beschreven stroomloos maken van de
camera kan ertoe leiden dat beeldinformatie verloren gaat die op het moment dat
de storing optrad nog niet was opgeslagen. Op de geheugenkaart opgeslagen
informatie wordt niet aangetast.
Probleem Oplossing
Monitor is blanco
Camera staat uit.
Batterijen zijn niet correct geplaatst of deksel batterij-
ruimte is niet goed vergrendeld.
Batterijen zijn uitgeput.
Lichtnetadapter (apart leverbaar) is niet correct aange-
sloten.
Camera staat in spaarstand. Druk de ontspanknop half
in.
Elektronische zoeker staat aan. Druk op de knop.
USB-kabel is aangesloten.
Audio/video-kabel is aangesloten.
12
8
15
9
12
6
55, 61
52
Camera gaat uit
zonder waarschu-
wing
Batterij is bijna leeg.
Batterij is koud.
15
104
Er zijn geen
aanduidingen op de
monitor te zien
Aanduidingen zijn verborgen. Druk op knop totdat
aanduidingen verschijnen.
6
Monitor is slecht af
te lezen
Omgevingslicht is te sterk: gebruik elektronische zoeker.
Monitorhelderheid moet worden aangepast.
Monitor is vuil: reinig monitor.
6
96
103
Problemen oplossen
109
Technische opmerkingen
Probleem Oplossing
Er wordt geen
foto gemaakt als
de ontspanknop
wordt ingedrukt
Camera staat in weergavestand.
Batterij is leeg.
Flitsaanduiding knippert: fl itser laadt zich op.
Melding “ONGEFORMATT. KAART” verschijnt : geheugenkaart
is niet geformatteerd voor gebruik in uw camera.
Melding “GEEN GEHEUGEN MEER” verschijnt: onvoldoen-
de geheugen om beeld op te nemen bij huidige instelling
voor Beeld kwal./form.
Melding “GEH.–KAART BESCHERMD TEGEN OVERSCHRIJ-
VEN” verschijnt: geheugenkaart is beveiligd.
48
15
18
98
65
11
Beelden zijn
te donker
(onderbelicht)
Flitser staat uit.
Flitsvenster was afgedekt.
Onderwerp buiten fl itsbereik.
• Verkeerde belichtingscorrectie.
Onderwerp in tegenlicht: selecteer onderwerpsstand voor
Tegenlicht of invulfl itsen.
38
16
39
42
35, 38
Beelden zijn te licht
(overbelicht)
Te sterke positieve belichtingscorrectie. 42
Beelden zijn
onscherp
Camera kan met autofocus niet scherpstellen op gekozen
onderwerp. Gebruik scherpstelvergrendeling.
Onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera. Loop naar
achter, kies macro close-up of zoom uit.
20
17, 18,
41
Foto’s zijn bewo-
gen
Camerabeweging tijdens opname. Bewogen opnamen
kunt u vermijden door:
itslicht te gebruiken
Best Shot Selector (BSS) te gebruiken
statief (en eventueel zelfontspanner) te gebruiken
38
70
40
Willekeurig ge-
plaatste pixels
(”ruis”) in beeld
Sluitertijd te lang. Ruis kunt u vermijden door:
itslicht te gebruiken
een onderwerpsstand te kiezen uit Nachtportret,
Nachtlandschap of Schemering (kies welke van de drie
het beste bij de situatie past).
38
31, 34
Flitser wordt niet
ontstoken
Flitser staat uit. Flitser gaat automatisch uit wanneer:
LANDSCHAP, Landschapsweergave of Architectuur
werd gekozen in de stand voor Landschap-assistentie
Camera staat in de stand sport-assistentie
Zonsondergang, Nachtlandschap, Museum, Vuur-
werk, Kopie, Panorama-assistentie, of Schemering
werd geselecteerd in de onderwerpsstand
Camera staat in de fi lmstand
Een andere instelling dan Enkelvoudig werd gekozen
voor Continu
BSS is ingeschakeld
28
30
33-36
43
69
70
110
Technische opmerkingen
Probleem Oplossing
Kleuren zijn
onnatuurlijk
Witbalansinstelling komt niet overeen met licht-
bron.
67
Heldere stippen in
foto
Flitslicht wordt gerefl ecteerd door deeltjes in de
lucht. Zet fl itser uit of zoom in.
17, 38, 39
Bestand kan niet
worden afgespeeld
Beeld is overschreven of hernoemd door computer
of andere camera.
Kan geen kopie
maken met opties
voor kleine kopie of
uitsnede
Bestand is fi lmbestand.
Foto is kleine kopie of uitsnedekopie.
Onvoldoende geheugenruimte. Wis opnamen.
43
50, 85
80
Kan niet op beeld
inzoomen
Beeldbestand is een fi lmclip.
Beeld werd gemaakt met de optie voor kleine kopie.
Beeld is uitgesneden tot minder dan 320 × 240
pixels.
43
85
50
PictureProject
start niet wanneer
camera wordt
aangesloten of
geheugenkaart
wordt geplaatst
in kaartlezer of
kaarsleuf
Camera staat uit.
Lichtnetadapter (apart leverbaar) is niet goed aan-
gesloten of batterijen zijn leeg.
USB-kabel is niet juist aangesloten, of de kaart is
niet goed in kaartlezer of kaartsleuf geplaatst.
USB-onderdeel in setup-menu is ingesteld op PTP
wanneer camera is aangesloten op een computer
met Windows 2000 Professional, Windows
Millennium Edition (Me) of Windows 98 Second
Edition (SE).
Camera is niet geregistreerd in Apparaatbeheer (al-
leen Windows).
Kijk in de PictureProject Naslaggids (op cd) voor meer
informatie.
12
9
55
53
Foto’s worden
niet overgespeeld
wanneer midden
op multi-selector is
gedrukt
USB-optie werd niet ingesteld op Mass Storage
en er is geen geheugenkaart geplaatst.
53
111
Technische opmerkingen
Specifi caties
Type E4800 digitale camera
Effectieve pixels 4,0 miljoen
CCD
1
2,5 inch high-density CCD; totaal 4,24 miljoen pixels
Beeldgrootte (pixels)
2288 × 1712 (2288
, 2288)
• 1600 × 1200 (1600)
• 1024 × 768 (1024) • 640 × 480 (640)
Digitale zoom Tot 4 × (kleinbeeldequivalent: 1200 mm)
Lichtsterkte f/2,7 – f/4,4
Constructie 11 elementen in 9 groepen
Brandpuntsafstand F=6 – 50 mm ([135] kleinbeeldequivalent: 36–300 mm)
Objectief 8,3x Zoom ED Nikkor
Beelddekking
Circa 97% horizontaal en 97% verticaal (opname)
Monitor
Opslag
Media
Intern geheugen(circa 13,5 MB); SD (Secure Digital) geheugenkaarten
Bestandsformaten Gecomprimeerd: voldoet aan JPEG-baseline
Films: QuickTime
Bestandssysteem Voldoet aan Design Rule for Camera File System (DCF), Exif
2.2 en Digital Print Order Format (DPOF)
Belichting
Lichtmeting 256-segments matrixmeting, gekoppeld aan AF-veld
Bereik (ISO 100 equivalent)
W: +2,9 – +14,8 EV T: +4,3 – +14,3 EV
Belichtingsregeling Programma-automatiek met belichtingscorrectie
(–2,0 +2,0 LW in stappen van
1
3 L W )
Autofocus (AF)
Scherpstelbereik
(afstand vanaf lens)
40 cm [W]/1.8 m [T] –
Macro mode: 1 cm [W]/ 1 m [T]
Scherpstelveldselectie Automatisch 5-velds multi AF; handmatige selectie mogelijk
Contrastdetectie Door De Lens (DDL) AF met AF-hulpverlichting
AF-Hulpverlichting KLASSE 1 LED PRODUCT (IEC60825-1 Edition 1.2
-2001
)
Maximale output: 2000 µW
Zoeker
Beelddekking Circa 97% horizontaal en 97% verticaal
0,44 inch, 235000-dot, polysilicon TFT kleurenzoeker
Oogsterkte aanpassing –3–+1 m
–1
1,8 inch, 118000-dot low-temp. polysilicon TFT LCD-monitor
met instelbare helderheid
Sluiter
Sluitertijden 4 –
1
2000 s
Mechanische sluiter en ccd-sluiter
112
Technische opmerkingen
Design Rule for Camera File systeem (DCF)
Deze camera werkt conform de Design Rule for Camera File System (DCF), een stan-
daard die breed wordt toegepast door de fabrikanten van digitale camera’s om de
compatibiliteit van camera’s van verschillende merken te waarborgen.
Exif Versie 2.2
Deze camera ondersteunt Exif (Exchangeable Image File Format for Digital Still Cameras)
versie 2.2, een standaard die het mogelijk maakt informatie bij beelden op te slaan die bij
het printen met Exif-compatible printapparatuur tot een optimale kleurweergave leidt.
Diafragma
Bereik Twee standen
Elektronisch gestuurd, vaste openingen
Gevoeligheid Equivalent aan ongeveer ISO 50, 100, 200, 400; Auto
Zelfontspanner Circa 10 seconden
Ingebouwde fl itser
Bereik (circa) 0,4–4,3 m (W) 1,0–2,6 m (T)
Flitssturing Sensor-fl itsysteem
Interface USB 2.0 full speed
Video-output Keuze uit NTSC en PAL
In- en uitgangen DC in; audio/video (A/V) uit met digitaal I/O
Voeding Een oplaadbare Nikon EN-EL1 lithium-ion batterij (meegele-
verd)
Een 2CR5 lithium batterij (optioneel)
EH-54 lichtnetadapter (optioneel)
Globale gebruiksduur
batterij (gebaseerd op
CIPA standaard)
EN-EL1: 240 opnamen
2CR5: 360 opnamen
Afmetingen (B× H × D) 106 × 66 × 54 mm
Gewicht (circa) 255 gram zonder batterij en geheugenkaart
Gebruiksomgeving
Temperatuur 0 – 40 °C
Luchtvochtigheid Minder dan 85% (geen condens)
* Gemeten bij 25°C; zoom aangepast bij elke opname, ingebouwde fl itser ontstoken bij elke op-
name, beeldkwaliteit ingesteld op NORMAAL.
Tenzij anders vermeld gelden alle waarden voor een camera met een geheel gela-
den EN-EL1 batterij die wordt gebruikt bij een omgevingstemperatuur van 25 ºC.
113
Technische opmerkingen
Symbolen
(auto) stand, 7, 15, 64
(wissen) knop, 21, 48, 51
(intern geheugen) picto-
gram, 15
(landschap-assistentie)
stand, 28
(menu) knop, 24, 32, 44,
64, 76
(monitor) knop, 6
(fi lm) stand, 7, 43
(afspelen) knop, 21, 48, 76
(portret-assistentie) stand,
26
(geheugenkaart) pictogram,
15
(nachtportret-assistentie)
stand, 31
(sport-assistentie) stand, 30
(overspelen) knop, 53
(overspelen) pictogram,
83
(wachten) pictogram, 19
A
Aan/uit, zie Hoofdschakelaar
AF, zie Scherpstelaanduiding
AF/AE Vergrendeling, zie
Vergrendeling scherpstelling
en belichting
AF-veld, 27, 32, 74
AF-veld stand, 74
Afdrukken, zie Printopdracht
Assistentiestanden, 24-31
Audio/Video-out aansluiting,
2, 52
Automatisch uit, 12, 98
Auto-overdracht, 83
B
Batterijen, 8, 101, 104, 112
2CR5, 8, 104
EN-EL1, 8, 101, 104
opladen, 8
Batterijlader MH-53, 8, 101
Beeld aanpassen, 72
Beeld kwal/form, 65
Beeldgrootte, zie Beeld
kwal/form
Index
Beeldgrootte veranderen, 85
Belichting BSS, 29, 70
Belichtingscorrectie, 42
Belichtingsvergrendeling, zie
Vergrendeling scherpstelling
en belichting
Best Shot Selector, 70
Bestandsnummering, 5, 23
Beveiligde beelden, 81, 82
Beveiligen, 82
BSS, zie Best Shot Selector
C
Camera-aan-lampje, 2, 12
Close-ups, 34, 41
Compositie-assistentie, 24-31
Compositie bepalen, 16, 25
Computer, 53
beelden overspelen naar,
53-56
Continu, 69
D
Datum, 13, 93
Datum afdrukken, 57, 95
DCF, zie Design Rule for Ca-
mera File System
Design Rule for Camera File
System, 112
Diashow, 77-79
Digital Print Order Format, 57
Direct Print, zie USB Direct
Directe Index, 89
DPOF, zie Digital Print Order
Format
E
E-mail, 65
EN-EL1, zie Batterijen
Exif 2.2, 112
Exif Print, zie Exif 2.2
F
FILM menu, 43
Films, 43-47
bekijken, 47
opnemen, 46
Firmware, 100
Firmware versie, 100
Flits, 2, 18, 38
stand 38-39
Flitsaanduiding, 18
Foutmeldingen, 105-107
G
Geh.-krt format., 98
Geheugen formatteren, 98
Geheugenkaarten, 10-11
capaciteit, 66
formatteren, 98
goedgekeurde, 101
plaatsen en verwijderen,
10-11
Geluid, 97
Geluid instellen, 97
Gevoeligheid, 27, 39, 71
Groothoek, zie Zoom
H
Hoofdschakelaar, 2, 12
Hulpsjablonen bij compositie
bepalen, 25
I
Invulfl its, 38
J
JPEG, 23
JPG, 23
K
Keuzeknop, 3, 7
Kleine kopie, 85
Kleuropties, 75
Klok, zie Datum
Koelblauw (kleur), 75
Kopie (onderwerpsstand), 35
Kopie (weergavemenu), 86
L
Levendig (kleur), 75
Lichtnetadapter, 9, 60, 101
M
Macro-stand, 41
MH-53 Batterijlader, 8, 101
Monitor, 3, 6
aan- en uitschakelen, 6
aanduidingen op, 4-5
MOV, zie Films
Multi-selector, 3, 7
114
Technische opmerkingen
Museum (onderwerpsstand),
34
N
Nachtlandschap (onderwerps-
stand), 34
NTSC¸ zie Videostand
O
Objectief, 2, 102, 103, 111
Objectiefbescherming, 2, 102
Ondersteuning, informatie, viii
Onderwerp selectie, 32
Onderwerpen in tegenlicht,
35, 28
Onscherpte, 33, 39
Ontspanknop, 6, 18
OPNAMEMENU, 64-75
Overspelen, 53-56
beelden markeren voor,
83-84
P
PAL, zie Videostand
Panorama assist (onderwerps-
stand), 36
Party/binnen (onderwerps-
stand), 33
PictBridge, 57, 60-63
PictureProject, 53
Printen van foto’s, 57-63. zie
ook Datum afdrukken,
Digital Print Order Format
via directe USB-aansluiting,
60-63
Printgrootte, 65
Printopdracht, 58-59
Q
QuickTime, 46
R
Resterend aantal opnamen, 4,
15, 66
Riem (camera), 2
Rode-ogen-reductie, zie Flits
Roteren van beelden, 78
S
SCENE (onderwerps-)stand,
24, 32-37
Schemering (onderwerpsstand),
34
Scherpstelaanduiding, 18
Scherpstelling, 6, 18
Scherpstelveld, 27, 32, 74
Scherpstelvergrendeling, zie
Vergrendeling scherpstelling
en belichting
Secure Digital (SD), zie Geheu-
genkaarten
Sepia (kleur), 75
SET UP (set-up) stand, 7, 91
SET-UP menu, 91-100
Smear, 103
Snelle zoomweergave, 22
Sorteren op datum, 88
Speedlight, zie Flits
Spraakmemo, 51
Standaard (kleur), 75
Standaardwaarden, 99
Standby-stand, zie Automa-
tisch uit
Statief, 3, 33
Strand / Sneeuw (onderwerps-
stand), 33
Support, zie Ondersteuning
T
T-knop, zie Zoomknoppen
Taal, 99
Taal, kiezen, 13, 99
Tegenlicht (onderwerpsstand),
28
Tele, zie Zoom
Televisie, 43, 52
aansluiten op, 52
Thumbnail-weergave, 48
Tijdzone, 94
Timer, zie Zelfontspanner
U
Uitsneden maken, 50
USB, 53
aansluiting, 2
USB-kabel (EC-E6), 55, 61
V
Vergrendeling scherpstelling en
belichting, 20
Verscherping, 73
Video output, 2. 52
Videokabel (EG-CP14), 52
Videorecorder, 52
Videostand, 99
Volume, 97
weergave, 47, 51, 97
Vuurwerk (onderwerpsstand),
35
W
W-knop, zie Zoomknoppen
WAV, 23
Weergave, 21, 48-63
schermvullend, 21, 48
lms, 47
op TV, 52
thumbnail, 48
spraakmemo, 51
WEERGAVEMENU, 76-90
Welkomstscherm, 92
Wissen, 80-81
Wissen van beelden, 19, 21,
48, 51, 80-81
alle beelden, 81
bij schermvullende weer-
gave, 21
geselecteerde beelden, 80
tijdens opname, 19
Witbalans, 67-68
vooringestelde, 68
Z
Zelfontspanner, 40
Zelfontspannerlampje, 2, 40
Zoeker, 3, 4, 6, 16
Zoeker, elektronische, 3, 4,
6, 16
Zonsondergang (onderwerps-
stand), 33
Zoom, 17
aanduiding, 17
digitaal, 17, 46
optisch, 17
weergave, 22, 49
Zoomknoppen, 17
Zwart-wit (kleur), 75
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, in
welke vorm ook, volledig of gedeeltelijk, zonder de
schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION
(met uitzondering van korte citaten in artikels of
besprekingen).
SB4L02(1F)
6MA0321F--
4

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Nikon Coolpix 4800 wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Andere Handbücher von Nikon Coolpix 4800

Nikon Coolpix 4800 Bedienungsanleitung - Deutsch - 125 seiten


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info