88
De flitssterkte regelen in modus M (manueel)
De flitssterkte van de slaafflits manueel regelen
m Bepaal de vereiste manuele flitssterkte van de slaafflitser op basis van
onderstaande vergelijking, volgens uw creatieve voorkeur.
GN = F x D
waarbij GN het richtgetal van de slaafflitser is (in meter), F het diafragma van
het gebruikte objectief is en D de afstand tussen de slaafflitser en het
onderwerp is (in meter).
Een voorbeeld: met een gevoeligheid van 100 ISO en een onderwerp dat zich
op een afstand van 2 m bevindt, waarbij de zoomkop van de SB-80DX op
28 mm gepositioneerd is en het diafragma van het objectief f/4 bedraagt:
GN = 4 x 2 = 8 (in meter)
Om de juiste belichting te verkrijgen, baseert u zich op de tabel met richtcijfers
(blz. 45) en stelt u de flitssterkte in op M1/16.
nZie “Het diafragma en de flitssterkte bepalen in Manuele modus” (blz. 44).
De flitssterkte van de slaafflitser regelen in automatisch niet-TTL flitsen (A)
m Bepaal de flitssterkte door het diafragma in te stellen op de slaafflitser en op
de camera.
1
Stel dezelfde ISO-gevoeligheid in op de slaafflitser als op de camera is
ingesteld.
2
Stel hetzelfde diafragma in op het objectief en de slaafflitser om de juiste
belichting te verkrijgen.
nNaar gelang uw creatieve voorkeur, kunt u het beeld opzettelijk over- of
onderbelichten door het diafragma te wijzigen.
nBovenstaande instelling geldt enkel wanneer hoofd- en slaafflitsers in dezelfde
richting wijzen. Dit is niet van toepassing wanneer de richtingen verschillen.
nVoor meer details verwijzen wij naar “Diafragma instellen bij automatisch niet-TTL
flitsen” (blz. 41).
Draadloze multi-flitsfotografie