a knop
Druk deze knop in om de flitsmodus in te
stellen (blz. 30).
12
Bedieningsknoppen
Druk de a en g knoppen tegelijk in
Om de onderbelichtingswaarde in de automatische TTL
flitsmodus terug op te roepen (blz. 33).
Druk de a en b knoppen gedurende ong.
2 sec. tegelijk in
Om alle instellingen terug te stellen naar de
standaardinstelling, met inbegrip van de aangepaste
instellingen (behalve de geselecteerde afstand in m).
Knopvergrendeling
Druk de knoppen b en g gelijktijdig in om de
functies van de bedieningsknoppen (uitgezonderd de
knoppen b, testverlichting, en FLASH) te
vergrendelen, om te verhinderen dat ze per ongeluk
verzet worden. Druk de knoppen nogmaals in om de
vergrendeling op te heffen.
e knop/f knop
Indrukken om de oplichtende waarden te verhogen
of te verlagen.
b knop
Druk deze knop ong. 0,3 sec. in om de stroom aan
of uit te zetten.
Multi selector
g knop
•
Indrukken om de items te selecteren die u wilt instellen.
Het geselecteerde item licht op en kan ingesteld worden
met behulp van de
e
en
f
knoppen.
• Druk de knop ongeveer 2 sec. in om naar de
modus persoonlijke instellingen te gaan (blz. 68).
c knop (groothoek)/d knop (tele)
Druk deze knop in om de positie van de zoomkop
te wijzigen (blz. 26).
FLASH knop
Druk deze knop in om een
testflits af te vuren (blz. 20).
De regelknoppen in een notendop
De procedures voor de Aangepaste
instellingen, het oproepen van de
onderbelichtingswaarde in de automatische
TTL flitsmodus, het terugstellen van alle
instellingen naar de standaardinstellingen en
het vergrendelen van de knoppen zijn
overzichtelijk weergegeven in het
referentieschema van de regelknoppen op de
achterzijde van de ingebouwde sluiterflitskaart.