29
van de camera instellen
u
Andere belichtingsmodi dan Automatisch geprogrammeerd belichten (P)
Automatische belichting met sluitertijdvoorkeuze (S)
Door een tragere sluitertijd te selecteren, kan de juiste belichting verkregen
worden voor de achtergrond.
• De camera selecteert de juiste diafragmaopening. Stel de sluitertijd in op de camera
nadat u hebt bevestigd dat het automatisch gecontroleerd diafragma de juiste
opnameafstand zal verlenen voor het onderwerp. Wij verwijzen naar “Flitsbereik in
automatische TTL flitsmodi” (blz. 31).
• Als u een sluitertijd instelt die hoger ligt dan de flitssynchronisatiesnelheid, dan schakelt
de camera automatisch over naar zijn snelste synchrosnelheid zodra de SB-800
aangeschakeld wordt (behalve in de Auto FP snelle synchronisatiemodus) (blz. 60).
Automatische belichting met sluitertijdvoorkeuze (A)
Door de diafragmaopening te selecteren, kunt u de scherptediepte en het
flitsbereik controleren.
• De camera selecteert de juiste sluitertijd. Meer details vindt u in de handleiding van uw
camera.
• Baseer u om de diafragmaopening te bepalen op het richtgetal (blz. 43) en “Flitsbereik
in automatische TTL flitsmodi” (blz. 31).
Manuele belichting (M)
Door de sluitertijd en diafragmaopening te selecteren, kunt u de belichting van
de achtergrond, de scherptediepte en het flitsbereik controleren.
• Als u de sluitertijd hoger instelt dan de flitssynchronisatiesnelheid, gaat de camera
automatisch over op de snelste synchronisatietijd wanneer de SB-800 geactiveerd is. Dit
geldt voor alle camera’s, behalve camera’s met een mechanische sluiter of bij gebruik
van de automatische FP ultrasnelle flitssynchronisatie (blz. 60).
• Baseer u om de diafragmaopening te bepalen op het “Richtgetal” (blz. 43) en
“Flitsbereik in automatische TTL flitsmodi” (blz. 31).
Basiswerking