32
1
Controleer de synchronisatiemodus van de
camera.
•Voor gewone flitsopnamen gebruikt u op de
camera de modus synchronisatie met het
voorste gordijn.
2
Bepaal de compositie, stel scherp en
controleer of het flits-gereedlampje van de
SB-800 of in de zoeker van de camera
oplicht, en maak vervolgens de flitsopname.
v Stel de flitssynchronisatie van de camera in met het voorste
sluitergordijn
Bij camera’s die ook zijn uitgerust een flitssynchronisatiemodus met het
achterste gordijn, moet u de modus in dit geval met het voorste gordijn
instellen.
•Voor andere flitssynchronisatiemodi verwijzen wij naar “Flitsen met trage synchronisatie”
(blz. 58), “Rode-ogenreductie met trage-flitssynchronisatiemodus” (blz. 58) of
“Synchronisatie met het achterste gordijn” (blz. 59)
•Voor meer details over de flitssynchronisatiemodus verwijzen wij naar de handleiding
van de camera.
8
Flitsopnamen maken