115
Toelichtingen bij de batterijen
Overige informatie
■
■
■
Geschikte batterijen
Gebruik vier batterijen van het type AA (1,5 V of minder) van een van de
onderstaande soorten.
• Het gebruik van krachtige mangaanbatterijen wordt afgeraden.
• Gebruik de extra batterijhouder SD-800 (blz. 64) of een externe stroombron (blz. 113)
om het aantal flitsen te verhogen en sneller achter elkaar te kunnen flitsen.
Alkaline-mangaanbatterij (1,5 V)/Nickel (1,5 V)
Niet-heroplaadbare batterijen. U mag ze niet in een batterijlader plaatsten:
zij zouden immers kunnen exploderen!
Lithiumbatterij (1,5 V)
Niet-heroplaadbare batterijen. U mag ze niet in een batterijlader plaatsen:
zij zouden immers kunnen ontploffen!
• Afhankelijk van de eigenschappen van de batterij wordt de veiligheid van de batterij
geactiveerd zodra ze te heet wordt en zal de stroom worden onderbroken. We zien dit
vaak bij herhaald flitsen. Zodra de batterij weer op een normale temperatuur is, geeft zij
opnieuw stroom.
NiCd-batterij (heroplaadbaar, 1,2 V)/Ni-MH-batterij (heroplaadbaar, 1,2 V)
Heroplaadbare batterijen. Lees eerst de instructies en handleiding bij de
batterijen en batterijlader (behandeling en laden van de batterijen) voor u ze
heroplaadt.
Recyclage van
oplaadbare
NiCd batterijen
■
■
■
Opmerkingen
• Aangezien flitsen veel energie vergt van de batterij, kan het gebeuren dat
heroplaadbare batterijen niet meer goed werken, nog voor de door de producent
vermelde levensduur verstreken is of voor het maximumaantal ladingen/ontladingen
heeft plaatsgevonden.
• Als u de batterijen vervangt, vervang ze dan alle vier tegelijk. Gebruik geen
verschillende types van batterijen door elkaar en combineer ook geen nieuwe met oude
batterijen.
• Schakel de stroom van de flitser uit wanneer u de batterijen inbrengt en keer de polen
van de batterijen nooit om.
• Vlekken op de polen kunnen het contact verstoren. Wrijf de batterijen voor het gebruik
schoon met een droge doek.
• De batterijspanning neemt af bij extreme temperatuurdalingen. Ze neemt ook geleidelijk
af wanneer de batterijen gedurende lange tijd niet gebruikt worden. Las na intensief
gebruik even een korte pauze in om ze te laten heropladen. Als u merkt dat het
heropladen langer duurt dan normaal, moet u de spanning even controleren en de
batterijen desgevallend vervangen.
• Batterijen mogen niet bewaard worden op plaatsen waar ze zijn blootgesteld aan
extreme vochtigheid en extreem hoge temperaturen.
Om het milieu te beschermen mag u gebruikte
oplaadbare batterijen niet gewoon bij uw afval gooien.
Breng ze naar het dichtstbijzijnde recyclagepunt.