ZethetcontactslotindeOFFstandencontroleeruwNimotoopde
onderstaandepuntenvoordatugaatrijden:
1.Controleerdebandenspanningeneventuelebeschadigingen
Meetdebandenspanningencontroleerofbeidebandengeenbeschadigingenvertonen,
zoalsscheurenofeenspijker.Eentelagebandenspanningheefteenkortereactieradiusen
slechtererijeigenschappentotgevolg.Deaanbevolenbandenspanningvoorzoweldevoor‐
alsachterbandis3bar.
2.Controleerofallebewegendedelengoedvastzitten
Voelofdetrappersentandwielengeenbovenmatigespelinghebbenengeen
beschadigingenvertonen.
3.Controleerofhetzadelendezadelpenstevigvastzitten
Voelofhetbevestigingenvanhetzadelendezadelpenvoldoendeaangedraaidzijn.
4.Controleerdeketting
Bekijkofdekettingvoldoendegesmeerdisendeschakelssoepelkunnendraaien.
Controleertevensregelmatigdewerkingvandederailleur.
5.Controleerdewerkingvandeelektromotor.
Inspecteerofdeelektromotornormaleprestatieslevert.Alsdemotormeergeluidgaat
makenofeenbrandluchtproduceert,stopdanonmiddellijkmetrijdenenraadpleeguw
Nimotodealer.
6.Controleerofhetstuurgoedvastzit
Inspecteerofhetstuurnietmeerdannormaalkanbewegenendatdehoektussenhet
voorwielenhetstuurcorrectis.
7.Controleerdehoogtevanhetzadelenhetstuur
Steldezadelhoogtezoafdatuminimaalmetdetenenvanbeidevoetendegrondkunt
raken.Hetishetbesteomdestuurhoogtezoaftestelendatuwellebogenlichtgebogen
zijn.