maakt op de achterbank in plaats van op
de voorstoel.
*Het verkeerd gebruiken of installeren van
een kinderzitje kan de kans op of de ernst
van letsel vergroten voor het kind en de
andere inzittenden van de auto en kan
leiden tot ernstig of dodelijk letsel bij een
ongeluk.
*Houd u zich bij het aanbrengen van een
kinderzitje nauwgezet aan de instructies
van de fabrikant ten aanzien van gebruik
en installatie. Controleer bij de aanschaf
van een kinderzitje altijd of het zitje
passend is voor uw kind en uw auto.
Sommige typen kinderzitjes kunt u mis-
schien niet in uw auto bevestigen.
*De installatierichting van het kinderzitje,
voorwaarts of achterwaarts gericht, is af-
hankelijk van het soort zitje en de grootte
van het kind. Zie voor meer informatie de
instructies van de fabrikant van het kin-
derzitje.
*Controleer of een kinderzitje na installatie
goed vast zit voordat u er een kind in laat
zitten. Trek het zitje heen en weer en naar
voren om zeker te zijn dat het goed is
bevestigd. Het kinderzitje mag niet meer
dan 25 mm (1 in) meebewegen. Als het
kinderzitje niet stevig vastzit, kunt u de
gordel wat aantrekken of het kinderzitje
op een andere stoel zetten en opnieuw
testen.
*Als het kinderzitje niet wordt gebruikt,
maak het dan toch goed vast met het
ISOFIX systeem of een veiligheidsgordel,
zodat het niet naar voren schiet bij een
noodstop of een ongeval.
*De verstelbare rugleuning van de stoel
dient zo geplaatst te worden dat er een
volledig contact plaatsvindt tussen het
kinderzitje en de rugleuning.
*Installeer nooit een achterwaarts gericht
kinderzitje op de voorpassagiersstoel zon-
der er zeker van te zijn dat de aanvullende
voorpassagiersairbag is uitgeschakeld.
Voorairbags worden zeer snel en met
kracht opgeblazen. Een achterwaarts ge-
richt kinderzitje kan bij een botsing ge-
raakt worden door de voorairbag, en uw
kind kan hierdoor ernstig of dodelijk letsel
oplopen.
*Als de veiligheidsgordel op de plaats waar
het kinderzitje wordt geïnstalleerd een
borgmiddel vereist en dit niet wordt ge-
bruikt, kan letsel veroorzaakt worden door
het kantelen van het kinderzitje tijdens
afremmen of het nemen van een bocht.
LET OP
Vergeet niet dat een kinderzitje, dat in een
afgesloten voertuig wordt achtergelaten, heet
kan worden. Voel eerst aan de zitting en de
gespen voordat u het kind in het kinderzitje
zet.
NISSAN raadt aan om zuigelingen en kleine kinde-
ren in een kinderzitje te vervoeren. Kies een
kinderzitje dat in uw auto past en volg altijd de
instructies op van de fabrikant voor installatie en
gebruik. Verder zijn er allerlei soorten kinderzitjes
verkrijgbaar om grotere kinderen maximale be-
scherming te bieden.
UNIVERSELE KINDERZITJES VOOR VOOR-
PASSAGIERSSTOEL EN ACHTERBANK
MEVFE0A2-A45AF694-FFA0-4831-BE2D-79927081167D
OPMERKING:
Universele kinderzitjes goedgekeurd volgens
het VN Reglement Nr. 44 (VN R44) of VN
Reglement Nr. 129 (VN R129) zijn duidelijk ge-
markeerd met het opschrift “Universal”.
Houd bij het kiezen van een kinderzitje rekening
met het volgende:
*Kies een kinderzitje dat voldoet aan de norm
VN R44 of VN R129.
*Zet uw kind in het kinderzitje en probeer de
verschillende instellingen uit, zodat u zeker
weet dat het kinderzitje geschikt is voor uw
kind. Volg altijd alle aanwijzingen van de
fabrikant.
*Probeer het kinderzitje uit in uw auto zodat u
zeker weet dat het verenigbaar is met het
veiligheidsgordelsysteem van de auto.
*Raadpleeg de tabellen verderop in dit hoofd-
stuk voor een overzicht van de aanbevolen
installatieposities en de goedgekeurde kinder-
zitjes voor uw auto.
Veiligheid — stoelen, veiligheidsgordels en aanvullend veiligheidssysteem 77