Het systeem wordt nu gespoeld. In de display verschijnt “Filter spoelt“.
£ Wacht totdat er geen water meer uit de uitloop komt.
Het systeem verwarmd. Daarna verschijnt in de Display “Instelling”. Het apparaat is gereed voor
gebruik.
Opgelet: Wanneer U het apparaat met lter gebruikt en het systeem op “Filter ja “heeft geprogram-
meerd vervalt de instelmogelijkheid van de waterhardheid. Intern wordt het apparaat ingesteld op
stand 1. U dient uw apparaat zelden- maar naar melding te ontkalken, maar dan ontkalken zonder
lter.
Na gebruik van ca. 50 liter water dient U het lter te vervangen.
Belangrijk: Ook wanneer de display niet aangeeft “Filter wisselen”, moet ook bij weinig gebruik het
lter van het apparaat na 2 maanden verwisseld worden.
3.1.2 Apparaat zonder lter gebruiken
Indien U het apparaat zonder lter wenst te gebruiken, moet de lterinstelling weer op “Filter neen“
ingesteld worden. Dat is belangrijk omdat zonder lter vaker het apparaat ontkalkt dient te worden.
£ Draai de rechter Rotary knop op “Instelling”. Druk op de rechter Rotary knop.
£ Draai de rechter Rotary knop op “Filter”. Druk op de rechter Rotary knop.
£ Draai de rechter Rotary knop op “Filter neen“.
£ Druk op de rechter Rotary knop om dit te bevestigen.
In de display verschijnt “Instelling Filter”.
£ Draai de rechter Rotary knop op “Instelling terug” Druk op de rechter Rotary knop.
In de display verschijnt de beginstand. Het apparaat kan gebruikt worden.
Opgelet: Vergeet bij gebruik zonder lter niet de juiste waterhardheid in te stellen (zie punt 3.2).
3.2 Waterhardheid instellen
Afhankelijk van de plaatselijke waterhardheid dient het apparaat vroeg of laat ontkalkt te worden.
Om het apparaat tijdig te doen reageren wanneer ontkalkt dient te worden is het noodzakelijk bij het
eerste gebruik de juiste waterhardheid vast te stellen.
Bij gebruik met lter stelt het apparaat zich automatisch in op stand 1. De fabrieksmatige instelling
van de waterhardheid is stand 3.
Test de kwaliteit van het water eerst met de meegeleverde teststrookjes:
£ Doop de teststrookjes een ogenblik in het water en schudt het water er daarna af.
£ Na ca. 1 minuut kunt U test resultaat aezen zodra U de rode puntjes op de teststrook kunt tellen.
£ Verschillende standen zijn als volgt ingedeeld:
Teststroken/ Hardheid = Display
1 rode punt 1°-7° = Stand 1
2 rode punten 8°-14° = Stand 2
3 rode punten 15°-21° = Stand 3
4 rode punten groter dan 21° =Stand 4
Opgelet: Wanneer er geen rode punt verschijnt stelt U het apparaat in op stand 1
Zo stelt U de waterhardheid in:
£ Draai de rechter Rotary knop op “Instelling”. Druk op de rechter Rotary knop.
£ Draai de rechter Rotary knop op “Instelling waterhardheid”. Druk op de rechter Rotary knop.
In de display verschijnt de ingestelde waterhardheid.
£ Druk op de rechter Rotary knop.
In de display knippert de ingestelde waterhardheid.
£ Draai de rechter Rotary knop op de gewenste waterhardheid. Druk op de rechter Rotary knop.
£ Draai de rechter Rotary knop op “Waterhardheid terug”. Druk op de rechter Rotary knop.
In de display verschijnt “Instelling waterhardheid”.
£ Draai de rechter Rotary knop naar “Instelling terug”. Druk op de rechter Rotary knop.
In de display verschijnt de beginstand van het menu. Het apparaat kan gebruikt worden.
3.3 Temperatuur instellen
U kunt de kofe temperatuur naar wens instellen op “Normaal”, “Hoog”, “Maximum”, of “Individu-
eel”, De fabrieksmatige instelling is “Hoog”. Wanneer U de temperatuur zoals onder beschreven heeft
ingesteld dan geldt dat voor alle soorten van kofezetten.
U kunt echter voor iedere soort van kofezetten uw individuele wens apart instellen. Kies dan in het
menu bij de instelling ”individueel“ als volgt:
£ Draai de rechter Rotary knop op “Instelling”. Druk op de rechter Rotary knop.
£ Draai de rechter Rotary knop op “Instelling temperatuur”. Druk op de rechter Rotary knop.
In de display verschijnt de ingestelde temperatuur.
£ Druk op de rechter Rotary knop.
In de display knippert de ingestelde temperatuur.
£ Draai de rechter Rotary knop op de gewenste temperatuur. Druk op de rechter Rotary knop.
£ Draai de rechter Rotary knop naar “Temperatuur terug”. Druk op de rechter Rotary knop.
In de display verschijnt “Instelling Temperatuur”.
£ Draai de rechter Rotary knop op “Instelling terug”. Druk op de rechter Rotary knop.
In de display verschijnt de beginstand van het Menu. Het apparaat is gereed voor gebruik.
3.4 De gewenste taal instellen
£ Draai de rechter Rotary knop naar “Instellingen”. Druk op de rechter Rotary knop.
£ Draai de rechter Rotary knop op “Instelling taal”. Druk op de rechter Rotary knop.
In de display verschijnt de ingestelde taal.
£ Druk op de rechter Rotary knop.
In de display knippert de ingestelde taal.
£ Draai de rechter Rotary knop naar de gewenste taal. Druk op de rechter Rotary knop.
£ Draai de rechter Rotary knop naar “Taal terug” Druk op de rechter Rotary knop.
In de display verschijnt “Instelling taal”.
£ Draai de rechter Rotary knop naar “Instelling terug”. Druk op de rechter Rotary knop.
In de display verschijnt de beginstand van het Menu. Het apparaat is gereed voor gebruik.
3.5 Uit- spoeling instellen
U kunt bij het uitschakelen van het apparaat het spoelen activeren.
£ Draai de rechter Rotary knop op “Instelling” Druk op de rechter Rotary knop.
£ Draai de rechter Rotary knop op” Uit-spoelen” Druk op rechter Rotary knop.
£ Draai de rechter Rotary knop op “Uit-spoelen ja“ zodat het apparaat na het uitschakelen spoelt.
Druk op de rechter Rotary knop om dat te bevestigen.
£ Draai de rechter Rotary knop op “Uit-spoelen terug”. Druk op de rechter Rotary knop.
In de display verschijnt “Instelling Uit-spoelen”.
£ Draai de rechter Rotary knop naar “Instelling terug”. Druk op de rechter Rotary knop.
In de display verschijnt de beginstand van het Menu. Het apparaat kan gebruikt worden.
14 15
3. Fabrieksmatige instellingen gebruiken of veranderen 3. Fabrieksmatige instellingen gebruiken of veranderen