Tijdens de voorbereiding kunt u de standaardinstelling als volgt wijzigen en opslaan.
Draai aan de draaischakelaar om het instellingssymbool (afb. 1/C) in het hoofdmenu te kiezen en
druk vervolgens op de draaischakelaar of tik op het instellingssymbool.
Draai de draaischakelaar op „LIVE PROGRAMMEREN. Druk op de draaischakelaar.
Draai de draaischakelaar op de gewenste drank (bijv. “ESPRESSO“). Druk op de draaischakelaar.
Plaats een kopje in het midden van de uitloop (afb. 6).
Volg de instructies op het display.
Voor drankjes met kofe: Op het display verschijnt “STERKTE KIEZEN”.
Draai aan de draaischakelaar om de gewenste sterkte in te stellen (minder sterk links, sterker
rechts).
Druk op de draaischakelaar om uw sterktekeuze te bevestigen.
Voor drankjes met kofe: Op het display verschijnt “AROMA KIEZEN”.
Draai aan de draaischakelaar om het gewenste aromaproel in te stellen (zie punt 3.2. of 3.3.
voor een uitleg van de aromaproelen).
Druk op de draaischakelaar om uw aromakeuze te bevestigen.
Voor alle dranken Het scherm geeft aan „TEMPERATUUR KIEZEN“.
Draai aan de draaischakelaar om de temperatuur van uw keuze in te stellen.
Druk op de draaischakelaar om uw temperatuurkeuze te bevestigen.
Voor cappuccino: Het scherm geeft aan „KIES DE VOLGORDE“.
Draai aan de draaischakelaar om de volgorde in te stellen, eerst kofe of eerst melk.
Druk op de draaischakelaar om uw volgordekeuze te bevestigen.
Op het display verschijnt “A.U.B. WACHTEN”. Het apparaat maalt, verwarmt en begint zich voor te
bereiden.
Voor dranken met melk: Op het display verschijnt “MELK STOPPEN?”
Druk op de draaischakelaar als het gewenste volume melk is voorbereid.
Voor dranken met melkschuim: Op het display verschijnt “MELKSCHUIMER STOPPEN?”
Druk op de draaischakelaar als het gewenste volume melkschuim is voorbereid.
Voor drankjes met kofe: Op het display verschijnt “KOFFIE STOPPEN?”
Druk op de draaischakelaar als het gewenste volume kofe is voorbereid.
Voor dranken met water: Op het display verschijnt “WATER STOPPEN?”
Druk op de draaischakelaar als het gewenste volume water is voorbereid.
De standaardinstelling voor de drank van uw keuze (bijv. espresso) is nu gewijzigd en opgeslagen. Op het
display verschijnt kort “RECEPT INSTELLEN” en vervolgens het submenu “LIVE PROGRAMMEREN” om
de recepten voor andere dranken te programmeren.
Tik op of kies de pijltoets en druk vervolgens op de draaischakelaar om één menuniveau tegelijk
omhoog te gaan.
Aanwijzing: Om vanuit het menu Instellingen naar het hoofdmenu Dranken terug te keren, tikt u op het
drankensymbool of kiest u dit symbool met de draaischakelaar en vervolgens drukt u op deze schakelaar.
4.2. Tijden
Automatische uitschakeltijd instellen
Met de functie kunt u instellen of en wanneer het apparaat na het laatste gebruik automatisch moet
worden uitgeschakeld. De fabrieksinstelling is na “10 MINUTEN”.
Draai aan de draaischakelaar om het instellingssymbool (afb. 1/C) in het hoofdmenu te kiezen en
druk vervolgens op de draaischakelaar of tik op het instellingssymbool.
Draai de draaischakelaar op „TIJDEN“. Druk op de draaischakelaar.
Draai de draaischakelaar op „APPARAAT AUTO UIT“. Druk op de draaischakelaar.
Op het display verschijnen de mogelijke uitschakeltijden.
Stel de gewenste uitschakeltijd in door aan de draaischakelaar te draaien.
Druk op de draaischakelaar om uw instelling te bevestigen.
Na de ingestelde uitschakeltijd na het laatste gebruik schakelt het apparaat nu automatisch uit.
Automatische inschakeltijd instellen
Uw apparaat kan elke dag automatisch inschakelen op de ingestelde inschakeltijd. Uw machine is
bijvoorbeeld klaar als u aan de ontbijttafel komt. U kunt de inschakeltijd als volgt instellen:
Draai aan de draaischakelaar om het instellingssymbool in het hoofdmenu te kiezen en druk
vervolgens op de draaischakelaar of tik op het instellingssymbool.
Draai de draaischakelaar op „TIJDEN“. Druk op de draaischakelaar.
Draai de draaischakelaar op „APPARAAT AUTO IN“. Druk op de draaischakelaar.
Draai de draaischakelaar naar „ACTIVEREN“. Druk op de draaischakelaar.
De tijd van de dag verschijnt op het display.
Draai de draaischakelaar naar het huidige uur van de dag. Druk op de draaischakelaar.
Draai de draaischakelaar op de huidige minuut van het uur van de dag. Druk op de draaischa-
kelaar.
Nu is de tijd van de dag ingesteld. Op het display verschijnt “AUTO AAN INSTELL.”
Zet de draaischakelaar op de gewenste inschakeltijd. Druk op de draaischakelaar.
Zet de draaischakelaar op de gewenste inschakeltijd (minuut). Druk op de draaischakelaar.
Nu is de tijd van de dag ingesteld.
Schakel de automatische inschakeltijd als volgt uit:
Draai aan de draaischakelaar om het instellingssymbool in het hoofdmenu te kiezen en druk
vervolgens op de draaischakelaar of tik op het instellingssymbool.
Draai de draaischakelaar op „TIJDEN“. Druk op de draaischakelaar.
Draai de draaischakelaar op „APPARAAT AUTO IN“. Druk op de draaischakelaar.
Draai de draaischakelaar naar „DEACTIVEREN“. Druk op de draaischakelaar.
Hierdoor wordt de automatische inschakeltijd uitgeschakeld.
Opgelet: Als het apparaat van het stroomnet is losgekoppeld of als de stroom uitvalt, moet het tijdstip
van de dag worden gereset om de automatische inschakeltijd te kunnen gebruiken.
Aanwijzing: Besteed aandacht aan zomer- en wintertijd voor het huidige tijdstip.
Tik op of kies de pijltoets en druk vervolgens op de draaischakelaar om één menuniveau tegelijk
omhoog te gaan.
Aanwijzing: Om vanuit het menu Instellingen naar het hoofdmenu Dranken terug te keren, tikt u op het
drankensymbool of kiest u dit symbool met de draaischakelaar en vervolgens drukt u op deze schakelaar.
4.3. Comfort settings
Verlichting van de watertank
Met de functie kunt u instellen of de watertank en zo ja in welke kleur de watertank moet worden
verlicht.
Draai aan de draaischakelaar om het instellingssymbool (afb. 1/C) in het hoofdmenu te selecteren
en druk vervolgens op de draaischakelaar of tik op het instellingssymbool.
Draai de draaischakelaar naar „COMFORT SETTINGS“. Druk op de draaischakelaar.
Draai de draaischakelaar naar „VERLICHTING WATERTANK“. Druk op de draaischakelaar.
108 109
4. Basisinstellingen instellen/wijzigen 4. Basisinstellingen instellen/wijzigen