Die verschiedenen Stufen sind wie folgt aufgeteilt und einstellbar:
Teststrip / hardheidsgraad = vertoning
1 rode stipp / 1–7° = NIVEAU 1
2 rode stippen / 8–14° = NIVEAU 2
3 rode stippen / 15–21° = NIVEAU 3
4 rode stippen / >21° = NIVEAU 4
Aanwijzing: Als er geen stip rood wordt, stelt u niveau 1 in.
Stap 4 Water:
Vul de watertank met vers water boven de minimummarkering (0,5 liter) en plaats het weer terug
in de machine. Sluit de klep aan de linkerkant van het apparaat (afb. 1/F).
Opgelet: Vul de watertank altijd met koud, helder water! Gebruik nooit koolzuurhoudend water of ande-
re vloeistoffen! Anders vervalt de garantie.
Stap 5 Bonen:
Open het deksel van het bonenreservoir (afb. 1/G). Vul alleen met onbehandelde, gebrande kofebo-
nen. Sluit het deksel weer en controleer of het goed zit.
Opgelet: Gebruik geen bonen die tijdens of na het branden zijn behandeld met additieven zoals suiker
of iets dergelijks. Dit kan tot beschadiging van het maalmechanisme leiden. De daaruit voortvloeiende
reparatiekosten vallen niet onder de garantie.
Druk op de draaischakelaar.
Gefeliciteerd - de eerste start was succesvol!
Systeem vullen
Aanwijzing: Het systeem moet voor de eerste drankvoorbereiding met water worden gevuld.
Plaats een bakje dat groot genoeg is (min. 0,5 liter) onder de uitloop (afb. 1/E) en druk op de
draaischakelaar of druk op „STARTEN“.
Het systeem wordt nu gevuld. Op het display verschijnt “SYSTEEM VULT ZICH“. Bij gebruik van een
lter wordt het lter vervolgens gespoeld. Op het display verschijnt “FILTER SPOELT“..
Wacht tot er na enige tijd geen water meer uit de uitloop komt.
Opgelet: Bij het opwarmen van de machine toont het display een belangrijke aanwijzing voor de drank-
voorbereiding! Lees ook de volgende paragraaf 2.3.
2.3. De belangrijkste bedieningselementen en basisfuncties
Uw NIVONA-apparaat biedt u vele mogelijkheden om kofespecialiteiten naar eigen wens te voor te
bereiden. De belangrijkste bedieningselementen en hun basisfuncties zijn identiek voor de verschil-
lende kofespecialiteiten.
Beslis zelf of u het touchscreen of de draaischakelaar wilt gebruiken.
Bediening met het touchscreen (afb. 1/A): Bediening met de draaischakelaar (afb. 1/B):
kort of lang tikken (zie onder) draaien om te veranderen, kort of lang indruk-
ken (zie hieronder)
In het menu Dranken In het menu Dranken
• Door kort tikken op een dranksymboolin het
hoofdmenu Dranken (afbeelding1/A) start u
onmiddellijk met de voorbereiding van de
betreffende drank.
• Door te draaien aan de draaischakelaar op een
dranksymbool in het hoofdmenu Dranken (afb.
1/A) en de draaischakelaar kort in te drukken
start u de directe voorbereiding van de betref-
fende drank.
• Door lang tikken op een dranksymbool in het
hoofdmenu Dranken (afb. 1/A) bereikt u de
Receptweergave van de betreffende drank en
kunt u daar als volgt uw individuele instellin-
gen aanpassen.
• Door te draaien aan de draaischakelaar op een
dranksymbool in het hoofdmenu Dranken (afb.
1/A) en de draaischakelaar kort in te drukken
gaat u naar de Receptweergave van de betref-
fende drank, waar u de instellingen naar wens
kunt aanpassen.
In de receptweergave In de receptweergave
• Door kort tikken op een parameter in de
receptweergave knippert deze parameter
rood (afb. 3) om aan te geven dat u nu de
parameterwaarde kunt aanpassen. Gebruik
de draaischakelaar (afb. 1/B) om de waarde
van de parameter als volgt te wijzigen en te
bevestigen.
• Door de draaischakelaar in de receptweergave
te draaien en kort in te drukken knippert deze
parameter rood (afb. 3) om aan te geven dat
u nu de parameterwaarde kunt aanpassen.
Gebruik de draaischakelaar (afb. 1/B) om de
waarde van de parameter als volgt te wijzigen
en te bevestigen.
• Door te draaien aan de draaischakelaar wijzigt
u de waarde van de rood knipperende parame-
terin de receptweergave. Door te drukken op
de draaischakelaar bevestigt u de ingestelde
parameterwaarde.
• Door te draaien aan de draaischakelaar wijzigt
u de waarde van de rood knipperende parame-
terin de receptweergave. Door te drukken op
de draaischakelaar bevestigt u de ingestelde
parameterwaarde.
Overschakelen tussen de drie hoofdmenu’s: Overschakelen tussen de drie hoofdmenu’s:
Om te te wisselen tussen de hoofdmenu‘s voor
Dranken, Instellingen en Onderhoud moet u het
betreffende symbool aantikken in de eerste regel
van het display (afb. 4).
Om tussen het hoofdmenu voor Dranken, Instel-
lingen en Onderhoud te wisselen, draait u de
draaischakelaar op het betreffende symbool in
de eerste regel van de display (afb. 4) en drukt u
aansluitend op de draaischakelaar.
In de menu‘s voor instellingen en onderhoud
(afb. 1/C en D)
In de menu‘s voor instellingen en onderhoud
(afb. 1/C en D)
• Door te tikken op het symbool voor Instellin-
gen (afb. 1/C) of het symbool voor Onderhoud
(afb.1/D) in de bovenste regel van het display
(afb. 1/A) komt u in het betreffende menu
terecht. Hier kunt u instellingen aanpassen
met de draaischakelaar.
• Door de draaischakelaar te draaien op het sym-
bool voor Instellingen (afb. 1/C) of het symbool
voor Onderhoud (afb. 1/D) in de bovenste
regel van het display (afb. 1/A) en vervolgens
te drukken op de draaischakelaar komt u te-
recht in het betreffende menu, waar u met de
draaischakelaar instellingen kunt aanpassen.
• Door aan de draaischakelaar te draaien kiest u
in e menu‘s Instellingen (afb. 1/C) en Onder-
houd (afb. 1/D) een menu-item. Door op de
draaischakelaar te drukken bevestigt u het
gekozen menu-item.
• Door aan de draaischakelaar te draaien kiest u
in e menu‘s Instellingen (afb. 1/C) en Onder-
houd (afb. 1/D) een menu-item. Door op de
draaischakelaar te drukken bevestigt u het
gekozen menu-item.
Pijl Terug: Pijl Terug:
• Door te tikken op de pijl naar links in de
bovenste regel van het display (afb. 3) keert u
telkens een stap terug in het menu.
• Door de draaischakelaar op de pijl naar links
in de bovenste regel van het display (afb. 3) te
draaien en vervolgens in te drukken keert u een
stap terug in het menu.
98 99
2. Inbedrijfstelling 2. Inbedrijfstelling