58Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
5. Nadat u de benodigde instellingen hebt aangebracht, kunt u de naam van de
verbindingsset wijzigen. Druk op de wistoets/afsluittoets en selecteer Opties >
Naam wijzigen. Toets de naam in en selecteer OK.
De instellingen worden opgeslagen en u kunt verbinding maken met de WAP-
dienst. Zie pagina 58.
WAP-instellingen zenden
U kunt uw WAP-instellingen naar een compatibele telefoon zenden.
1. In het menu Diensten selecteert u Instellingen > Verbind.instell..
2. Ga naar de set met verbindingsinstellingen die u wilt zenden.
3. Selecteer Opties > Zendinstell..
4. Toets het telefoonnummer van de ontvanger in en druk op OK.
De gebruikersnaam en het wachtwoord worden niet verzonden.
Verbinding maken met een WAP-dienst
1. Activeer de instellingen van de WAP-dienst die u wilt gebruiken:
Selecteer Diensten > Instellingen > Verbind.instell.. Ga naar de gewenste
instellingenset en selecteer Opties > Activeren.
Als u dezelfde WAP-instellingen als de laatste keer wilt gebruiken, kunt u deze
stap overslaan.
2. U kunt op een van de volgende manieren verbinding maken met de WAP-
dienst:
• Open de homepage van de WAP-dienst. Selecteer Diensten > Homepage.